Er gaat veel meer geld naar het genezen van mensen, dan naar het voorkomen dat ze ziek worden. Maar wil de zorg betaalbaar blijven, dan zal preventie een veel grotere rol moeten spelen. Arnhem en Rotterdam proberen al volop een gezond leven te promoten.
In Arnhem gaan ze de straat op. De hele zomer worden sport pop-ups georganiseerd: laagdrempelige sportmiddagen in de buurt voor alle kinderen. Ook leren ze daar iets over gezonde voeding.
Red Bull en een frikandelbroodje
Want een blikje Red Bull en een frikandelbroodje mee naar school: veel kinderen weten niet wat er mis mee is. Het motto van de middagen is dan ook: een gezonde jeugd is een gezonde toekomst. Leer je kinderen vroeg aan wat goed voor ze is, dan plukken ze daar later de vruchten van.
Voedingscoach Eva Geurken leert de kinderen iets over wat gezond en ongezond is. "Mijn doel is altijd dat de kinderen in gaan zien dat je moet eten en drinken voor je lichaam. Koolhydraten om te sporten, vitaminen voor je huid, je haar, je ogen. Genoeg water drinken. Daar doe je je lichaam een plezier mee."
Bekijk ook
Lange adem
"Het gaat er niet om kinderen te overtuigen van wat ze niet moeten doen, maar vooral hen kennis te laten maken met gezonde voeding. We verstrekken bijvoorbeeld ook fruit op scholen", vertelt wethouder Zorg Roeland van der Zee.
Voor het aanleren van gezonde gewoontes trekt de gemeente bewust geld uit. Volgens Van der Zee gaat het daarbij om de lange adem. "Op de korte termijn heeft het ook wel resultaten, maar je moet deze activiteiten vooral zien op de lange termijn."
Urban Sports
Wat helpt, is om de vorm van bewegen cool te maken. Waar je vroeger gewoon ging buitenspelen, doen de kinderen op de sport pop-ups aan 'Urban Sports': freerunning, skateboarden, bmx'en of calisthenics. Joren Neher is in Arnhem ambassadeur van Urban Sports: "Om deze sporten te doen, moet je ook een beetje voor je lichaam zorgen. Hoe beter je voor jezelf zorgt, hoe beter je jouw Urban Sport kan uitoefenen."
De ambassadeurs hopen het goede voorbeeld te geven en te laten zien dat gezond zijn stoer is. "We hoeven alleen het zaadje te planten. Door op te kijken naar de jongens die hier rondlopen, kan je wel degelijk meegeven dat het goed is om voor jezelf te zorgen."
Bekijk ook
Rotterdam pakt overgewicht aan
Rotterdam wil haar inwoners helpen om af te vallen. En dat is nodig, want elk jaar wordt de Rotterdammer weer een beetje zwaarder. Maar hoe voorkom je dat mensen te dik worden en daardoor allerlei gezondheidsklachten oplopen? Volgens wethouder Gezondheid Sven de Langen is preventie erg belangrijk.
"Het zorgt voor minder ziekenhuisbezoeken en minder bezoeken aan de eerste hulp." Daarom zoekt de stad mensen actief op om ze te helpen naar een gezondere leefstijl. "In de wijk waar mensen leven moet je de mensen helpen."
Zorgcoördinator
In de 'Proeftuin Gezond Gewicht' gaan mensen gaan niet alleen sporten en anders eten, maar gaat een speciale zorgcoördinator eerst het gesprek met ze aan. Mariska Hoogendam is zo'n zorgcoördinator: "Als ik bij mensen kom, probeer ik breed uit te vragen wat er speelt. Vaak is er bij overgewicht veel meer aan de hand: schulden, stress, verkeerde medicijnen. Daarmee probeer ik te helpen."
Marja de Man is een van de mensen die Mariska onder haar hoede heeft. Ze was de laatste jaren al flink aangekomen, maar de coronaperiode hakte er nog eens flink in. Ze raakte haar baan kwijt in de zorg voor bejaarden met dementie. "Ik kon niet met mijn cliënten aan de gang, dat was mijn passie. Ik ging verkeerd eten, trok me terug in huis en bewoog veel minder." Uiteindelijk was ze 60 kilo te zwaar.
'Eindelijk luistert iemand'
Bij Mariska vond ze een luisterend oor. Na het eerste geprek maakt de zorgcoördinator een plan en verwijst ze de mensen door naar de juiste hulp. Een deel van Marja's probleem bleek juist dat ze te weinig at. "Daardoor ga je op slot en val je niet af. Ik moest juist meer eten eiwitten gaan eten." Ze is nu al 12 kilo afgevallen, vertelt ze glunderend: "Jarenlang heb ik het geprobeerd, maar lukte het niet. Nu lukt het met veel eten en veel bewegen."
Inmiddels doen 150 Rotterdammers mee aan de proeftuin. Het traject duurt in totaal 2 jaar, vertelt Mariska. "Een jaar om een nieuwe leefstijl met voeding en beweging aan te leren en het tweede jaar om het te onderhouden. Het geheim is tijd." Uit de reacties die ze krijgt, merkt ze dat het een succes is. "Eindelijk luistert iemand. Mensen voelen zich gehoord en gezien."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.