radio LIVE
meer NPO start

Geneeskundeopleiding wil af van ongewenst gedrag en geeft studenten daarom weerbaarheidstrainingen

Geneeskundeopleiding wil af van ongewenst gedrag en geeft studenten daarom weerbaarheidstrainingen
Studenten van het VUmc krijgen een college weerbaarheid
Bron: EenVandaag

Seksuele intimidatie en ongewenst gedrag is aan de orde van de dag in het ziekenhuis. 1 op de 10 studenten en 2 op de 10 coassistenten krijgen ermee te maken. Dat moet stoppen vindt het Amsterdam UMC, dat studenten daarom nu weerbaarheidstrainingen geeft.

"Volgens mij lust jij er wel pap van", zegt medisch specialist Jorick tegen coassistent Anna. Ze is sprakeloos, weet niet wat ze met de vraag aan moet. Hij gaat verder: "Je snapt toch wel wat ik bedoel?" Brutaal kijkt hij haar aan. "Of ben je soms preuts?" Jorick is Anna's begeleider. Hij bepaalt of haar opleiding een succes wordt. Daarom besluit ze er maar niks van te zeggen.

College weerbaarheid

Dan grijpt psycholoog en cursusleider José van de Kreeke in: "Oké, dank je. Tot zover." Jorick Jochims is weer acteur, in plaats van medisch specialist. "Anne, hoe voel je je nu?" vraagt Van de Kreeke. "Zó ongemakkelijk", geeft zij toe. Dat geldt ook voor de vier andere geneeskundestudenten in het leslokaal van de Faculteit der Geneeskunde VU, locatie VUmc.

Het rollenspel is onderdeel van een college weerbaarheid, dat Van de Kreeke en Jochims ontwikkelden voor aankomend artsen. "We creëren echte situaties, sterk verkort natuurlijk. Maar het zijn situaties die op de werkvloer voorkomen", vertelt Van de Kreeke. "Het gaat ons er niet om dat iets als goed of fout bestempeld wordt, maar we zoeken naar manieren die helpen om te gaan met situaties als in het rollenspel van Anne en Jorick."

Ongewenst gedrag

Naast haar functie als vicedecaan bij het Amsterdam UMC, geeft Christa Boer sinds enkele jaren leiding aan de Faculteit der Geneeskunde van het Amsterdam UMC. De afgelopen jaren werd ze regelmatig geconfronteerd met ongewenst gedrag. Van studenten onderling, maar ook tussen opleiders en studenten. En dat baart haar zorgen, want van ziekenhuismedewerkers wordt professioneel gedrag verwacht. Ze gaan immers om met kwetsbare mensen.

En niet alleen de patiënten zijn kwetsbaar, dat geldt ook voor de coassistenten, geneeskundestudenten die 'stage' lopen in het ziekenhuis. Boer: "Onze studenten zijn enorm ambitieus. Sinds ze een jaar of 14 zijn, staat alles in hun leven in het teken van dat ene doel: arts worden. Dat maakt ze erg kwetsbaar voor opleiders die daar misbruik van willen maken."

Het college weerbaarheid
Bron: EenVandaag
Studenten tijdens een college weerbaarheid in het VUmc

Naam bekend maken

En dat misbruik bestaat wel degelijk. Uit onderzoek van het onafhankelijke platform De Geneeskundestudent blijkt dat 11 procent van de geneeskundestudenten en 21 procent van de coassistenten geconfronteerd wordt met seksuele intimidatie. Daarnaast toonde recent onderzoek van EenVandaag aan dat het aantal klachten over seksuele intimidatie op universiteiten in het algemeen toeneemt. In 2018 werden zeker 101 meldingen gedaan bij de vertrouwenspersoon. Of dat veel is op de in totaal 260.000 studenten die staan ingeschreven op Nederlandse universiteiten, daarover verschillen de meningen.

Boer: "Je kunt er rustig twee nullen achter zetten. Elke student bij ons heeft wel een vervelende ervaring." Het probleem is volgens haar dat klachtenprocedures niet in orde zijn en dat veel slachtoffers zwijgen. "We kwamen erachter dat alle vier de procedures bij het Amsterdam UMC onveilig zijn voor de melders. Je moest bijvoorbeeld je naam openbaar maken, of je komen verdedigen."

Lees ook

Campagne

Daarom ontwikkelde de opleidingsdirecteur een campagne onder de naam #Zou ik wat zeggen?. Alle geneeskundestudenten aan de Faculteit der Geneeskunde VU hebben toegang tot een app waarin ze veilig melding kunnen doen van intimidatie, om vervolgens het gesprek aan te gaan over de vraag: wat kan er gedaan worden om de situatie te verbeteren? "Dat hoeft lang niet altijd tot een formele klacht te leiden, soms is een gesprek al voldoende."

Het probleem is tweeledig, vertelt Boer. Aan de ene kant hoort ze verhalen van studenten die zich onveilig voelen door intimiderend gedrag van hun opleiders. Maar er zijn ook voorbeelden van studenten die zich misdragen: "Ik heb onlangs meegemaakt dat een student zich zo misdroeg tegenover zijn collega-studenten dat ik hem van de opleiding wilde verwijderen. Maar juridisch is dat ondoenlijk. Ik vind het heel belangrijk dat studenten professioneel gedrag vertonen, omdat ze dat later als artsen ook moeten. De campagne moet daaraan bijdragen."

Christa Boer
Bron: EenVandaag
Opleidingsdirecteur Christa Boer van het VUmc zette de campagne '#Zou ik wat zeggen?' op

'Waarom word je geen verpleegkundige?'

Zohal begint dit jaar met haar coschappen en neemt deel aan het college weerbaarheid van haar faculteit. Ook al weet ze heel goed dat het een lessituatie is, en dat er geen medisch specialist tegenover haar staat, maar een acteur, wordt ze enorm boos als hij suggereert dat ze misschien beter verpleegkundige kan worden dan arts, omdat ze zo'n lieve uitstraling heeft: "Nou ja, waar slaat dat op?"

Toch zegt ze na de oefening dat ze er wel een paar keer over zou nadenken voordat ze een klacht zou indienen: "Je cijfer is van zo iemand afhankelijk."

Onveilig op de werkvloer: geneeskundeopleidingen hebben er genoeg van.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Minister Beljaarts wil AI-centrum in Nederland bouwen: 'Niet afhankelijk zijn van andere landen'

Minister Beljaarts wil AI-centrum in Nederland bouwen: 'Niet afhankelijk zijn van andere landen'
Minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken
Bron: EenVandaag

Het kabinet wil een grote AI-supercomputer in Nederland, zodat we voor de rekenkracht die nodig is voor AI-toepassingen, niet langer afhankelijk zijn van het buitenland.

Vandaag buigt de Tweede kamer zich over het plan van het kabinet om een AI-supercomputer te bouwen in Nederland. Het nieuwe, eigen AI-centrum moet ons land in staat stellen om "voor de zorg, defensie en het bedrijfsleven echt een verschil te kunnen maken in de toekomst", legt minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts (PVV) uit.

Enorme rekenkracht nodig

Veel mensen kennen kunstmatige intelligentie (AI) vooral van toepassingen zoals ChatGPT, maar de technologie reikt veel verder. Voor complexe AI-toepassingen is een enorme rekenkracht nodig, die geleverd wordt door grote supercomputers. Denk aan een grote hal vol met rijen computerkasten.

Hoewel Nederland al een aantal supercomputers heeft, is dit nieuwe centrum specifiek bedoeld voor AI-onderzoek en toepassingen. Het idee is dat verschillende partijen de supercomputer kunnen gebruiken voor berekeningen die nu onmogelijk of extreem tijdrovend zijn.

Bekijk ook

'We lopen achter'

Dit is volgens het kabinet cruciaal voor de ontwikkeling van AI in Nederland. "We willen dat de zorg, defensie en het bedrijfsleven hiermee aan de slag kunnen in een beveiligde omgeving. Zij moeten de volledige controle hebben over hun data, zonder deze te hoeven delen", zegt Beljaarts. Ook de wetenschap en commerciële partijen kunnen gebruik maken van het centrum.

Met het AI-centrum hoopt Beljaarts andere landen op het gebied van AI te kunnen bijbenen. Volgens de minister zijn we nog niet te laat. "De koploperspositie is al aan ons voorbij gegaan, maar we hoeven nog niet als hekkensluiter te eindigen als Nederland. We kunnen echt nog wel in de kopgroep mee, maar dan moeten we wel op tijd actie ondernemen.

Samen met de markt

Aan deze supercomputer hangt een prijskaartje van zo'n 300 miljoen euro. "Het is een grote investering", zegt de minister. "Maar het is niet alleen een publieke investering. Dit is iets wat je samen met de markt, met private partijen kunt doen. En als de timing goed is doet de Europese Commissie ook nog voor de helft mee."

Nederland wil samen met Frankrijk, Duitsland en Estland een Europees consortium oprichten voor digitale infrastructuur, zo maakte staatssecretaris Zsolt Szabó (Digitalisering) bekend in de Tweede Kamer. Deze AI-computer kan daar als het aan het kabinet ligt ook een bijdrage aan leveren.

Minister Beljaarts van Economische Zaken wil een AI-centrum in Nederland bouwen

Soevereine rekenkracht

Minister Beljaarts wil voorkomen dat we voor AI-toepassingen afhankelijk zijn van het buitenland, zegt hij. "Ik denk dat het cruciaal is dat we, naast onafhankelijkheid van de Amerikaanse defensie-industrie en het Russische gas, ook toewerken naar digitale en strategische soevereiniteit in Europa."

"Wat we nu doen is capaciteit inkopen van andere landen", legt hij uit. "Het is belangrijk dat we in ieder geval voor de basisrekenkracht niet afhankelijk zijn van commerciële partijen of andere landen. Je wil kunnen beschikken over rekenkracht op Nederlands grondgebied, waar we zelf over beslissen." Soevereine rekenkracht, noemt de minister het.

Afhankelijk van Big Tech

Hoogleraar digitalisering Reijer Passchier ziet ook het belang in van digitale onafhankelijkheid. Hij waarschuwt voor de enorme invloed die Amerikaanse technologiebedrijven nu al hebben in de digitale wereld. Op social mediaplatforms, in dataopslag, maar ook op het terrein van kunstmatige intelligentie.

Toch bestaat, ook wanneer je de supercomputer op eigen grondgebied hebt, nog steeds een vorm van afhankelijkheid van Big Tech, ziet Passchier. Om de supercomputer daadwerkelijk te bouwen, zijn we nog steeds sterk afhankelijk van Amerika. De twee gigantische techbedrijven die chips kunnen leveren, Nvidia en AMD zijn daar namelijk gevestigd.

Bekijk ook

'Hun software zit overal in'

Volgens Passchier moeten wij ons zorgen maken over de afhankelijkheid van de computerkennis van Amerika. Mochten de diensten van deze bedrijven om wat voor reden dan ook uitvallen, dan hebben we een heel groot probleem.

"Al heel lang merken we dat Amerikaanse bedrijven niet geneigd zijn om zich aan Europese regels te houden, en ook niet altijd dezelfde waarden hebben als wij in Europa", zegt de hoogleraar. "We zijn afhankelijk van hun software, en die zit overal in; van deurbellen, tot auto's, tot in systemen van onze overheid."

Europese alternatieven

"Ik snap dat die zich dat de minister nu alsnog met Amerikaanse bedrijven in zee gaat, maar tegelijkertijd denk ik dat hij ook de ontwikkeling van Europese alternatieven moet ondersteunen. En daar ook het liefst zoveel mogelijk zelf gebruik van moet maken", adviseert hij.

Het is nog niet bekend waar het nieuwe AI-centrum moet komen. Dat zal afhangen van de ruimte op het stroomnet, zegt het ministerie. Coöperatie SURF, een digitaal samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen in Nederland dat al een supercomputer voor wetenschappelijke doeleinden beheert, zal ook de nieuwe AI-computer gaan beheren.

Hoe kunstmatige intelligentie zichzelf kapotmaakt

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Te veel klagen is niet goed voor onze gezondheid: 'Maar helemaal stoppen is volkomen kansloos'

Te veel klagen is niet goed voor onze gezondheid: 'Maar helemaal stoppen is volkomen kansloos'
Bron: Pexels

Na dry januari op zoek naar een nieuwe uitdaging? Vandaag, op 'blue monday', begint in Nederland de campagne 'Dertig dagen zonder klagen', zodat mensen positiever worden. Maar is stoppen met klagen wel goed? "Als we stoppen, worden we onverschillig."

Het idee komt van auteur Isabelle Gonnissen. Al 7 jaar probeert ze België positiever te maken en haar campagne stroomt deze maand over naar Nederland. Ze moedigt mensen aan om 30 dagen goed op te letten wanneer ze klagen, zodat ze bewust worden van hoe vaak ze dat doen.

'Volkomen kansloos'

Schrijver en klaagexpert Bart Flos is kritisch op deze methode. "Als je weet dat je over 30 dagen weer mag klagen, dan krijg je een kunstmatige situatie. 30 dagen niet klagen is volkomen kansloos, omdat mensen die klagen geholpen moeten worden om het oplossingsgerichte vermogen te vergroten."

Hij legt uit: "Die mensen vinden van zichzelf helemaal niet dat ze klagen, dus waarom zouden ze nou moeten stoppen?"

Bekijk ook

Klaagparadox

Dat noemt Flos de klaagparadox. "Deze mensen vinden niet dat ze klagen, maar dat ze constateringen maken." Klagen brengt mensen volgens Flos wel een stukje dichter bij elkaar. "Het hoort bij de menselijke soort en is het begin van de oplossing. Als wij stoppen met klagen worden we onverschillig."

Dan heeft hij het ook over klagen over het weer. Dat staat op nummer één van de honderd meest beklaagde onderwerpen. "We klagen er het meest over, maar kunnen er het minst aan doen. Maar het creëert een saamhorigheidsgevoel."

Klagen om het klagen

Klagen kan ook leiden tot een tijdelijke stressverlichting, vertelt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. Hij onderscheidt twee soorten klagen. Aan de ene kant heb je het constructieve klagen, bijvoorbeeld tegen een klantenservice omdat je internet niet werkt. En klagen zonder specifiek doel. "Dat kan ook heel bindend werken als je het met elkaar doet. Dat kan je ook roddelen noemen, wat op zichzelf ook weer een negatief effect heeft."

Klagen wordt vooral negatief als het zich niet richt op een oplossing, zegt Pont. "Dan ben je een beetje aan het klagen om het klagen. En hoe meer je dat doet, hoe meer je hersenen worden ingericht op nóg meer klagen. Dus het versterkt zichzelf. Denk bijvoorbeeld aan scheiding, waarbij mensen steeds meer over elkaar gaan klagen."

Bekijk ook

Bedrijfs- en gezinsleven

Klagen om het klagen is iets wat in het bedrijfsleven overgenomen kan worden door werknemers. Klaagcoach Flos hoopt leidinggevenden in het bedrijfsleven duidelijk te maken dat zij een ouderfunctie hebben. "Als zij klagen over trage WiFi of een slecht systeem, dan leert een medewerker dat ook te doen. En in principe is dat een terechte conclusie. Zo zit dat ook in gezinnen."

"Kinderen leven het leven een beetje na zoals hun ouders dat doen", bevestigt Pont. "Als ouders in de gezinscultuur de neiging hebben om veel te klagen, zeker over andere mensen, dan nemen kinderen dat over als horende bij hun gezin. Omdat ze vaak niet doorhebben dat dat een kenmerk is van hun gezin."

Effectief klagen

Maar wat is het effect op je mentale gezondheid? Volgens Pont brengt klagen je in een negatieve modus. "Zeker als je je niet richt op een oplossing. Dan ga je het steeds meer doen en kan het ook een soort identiteit geven. Als je veel klaagt over andere mensen, trap je een beetje naar beneden. Daardoor kom je zelf een beetje bovenop drijven."

Maar als je überhaupt wat vrolijker en hoopvoller in het leven staat, dan kan het juist wel goed zijn voor je mentale gezondheid. "Zolang je maar effectief blijft klagen. Dus als je bijvoorbeeld op werk gaat klagen, doe dat tegen de persoon waar het over gaat. Anders lost het niks op."

info

Podcast

De rubriek 'Feit of Fictie?' is ook te beluisteren als podcast.

Eerder dood

Daar sluit Flos zich bij aan. Hij haalt er een onderzoek bij van de Universiteit van Pennsylvania. "Mensen die heel veel klagen zijn minder gelukkig, minder succesvol, ze hebben minder vrienden, ze zijn vaker ziek en ze gaan eerder dood. Dus er is wel degelijk een effect gevonden van klagen vanuit zenderperspectief."

Maar minder klagen moeten we niet doen. Daar zijn de experts het beiden over eens. "Als je maar effectief gaat klagen", zegt Pont. "Er gebeuren gewoon niet zulke leuke dingen in het leven af en toe. En dat je daarover klaagt is niet het probleem. Het gaat echt over de effectiviteit ervan. Dus klagen om het klagen, terwijl je er verder niet naar handelt, werkt niet. Leg het goede probleem bij de goede persoon, en zet de volumeknop niet harder dan strikt noodzakelijk."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant