Wie het Nederlands niet beheerst, wordt gekort op de uitkering. Dat zegt de Wet Taaleis. Toch houden 136 gemeenten zich hier niet aan, blijkt uit cijfers van het CBS. Voor veel mensen is het niveau dat wordt geëist niet haalbaar.

Om die reden kiezen wethouders soms voor een andere afweging bij het toekennen van een uitkering. Een derde van de gemeenten in ons land geeft toch regelmatig een uitkering, ondanks dat de aanvrager de Nederlandse taal onvoldoende beheerst. Sinds januari 2012 moeten gemeenten een verordening opstellen waarin van bijstandsgerechtigden een tegenprestatie wordt gevraagd voor hun uitkering. Staatssecretaris Tamara van Ark vindt dat gemeentes de wet streng moeten uitvoeren, zoals deze is bedoeld.

Nederlands

Taalcursusbureaus zijn zich goed bewust van de taaleis. Het verwachte taalniveau voor een bijstandsuitkering ligt een stuk hoger dan bijvoorbeeld de eis voor het inburgeringsexamen. Het bedrijf NL Training heeft cursuslocaties in de hele Randstad en net daarbuiten. Directeur Marnix Heida vraagt zich af wat het doel is van een strengere handhaving. "De taaleis kan werken, maar het gaat mis wanneer de staatssecretaris zich alleen maar richt op handhaving. Doorgaans zijn de cursisten uiterst gemotiveerd om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen."

Dat vertellen de cursisten zelf ook. "De gemeente heeft mij niet gevraagd naar school te gaan. Ik heb dat zelf gevraagd aan de gemeente, ik wil graag een opleiding hebben", vertelt een van hen, een vrouw met een Arabische achtergrond. Over de taaleis voor een uitkering is haar niets verteld. Een van de cursusleiders geeft aan dat voor veel cursisten al moeilijk genoeg is. "Voor sommige mensen is niveau A1 al veel te hoog. En als je gedwongen naar lessen moet gaan, dan leer je helemaal niets."

Cursisten bij Nederlandse taalles vertellen wat zij vinden van de taaleis.

Stoere taal

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten vindt de houding van staatssecretatis Van Ark rechtlijnig. Peter Heijkoop, VNG-bestuurslid en wethouder sociale zaken in Dordrecht, noemt daarnaast het beeld dat gemeentes niet handhaven onterecht. "Er is al volop aandacht voor taalontwikkeling bij uitkeringsgerechtigden. Maar de Wet Taaleis heeft een aantal belemmeringen. Er is een beperkte groep mensen met een uitkering die een zeer beperkte leerbaarheid heeft."

Heijkoop is van mening dat gemeenten en het rijk uiteindelijk hetzelfde willen: een kritische houding bij het verschaffen van een uitkering. Wel waarschuwt hij voor een bureaucratische benadering. "Je kunt heel stoer zeggen: we korten je uitkering, maar zeker als er kinderen bij betrokken zijn, kun je als verantwoordelijke gemeente veel leed veroorzaken."

Terug aan het werk

Ook Kees van Geffen, wethouder in Oss, vindt dat er verschil is tussen de Haagse werkelijkheid en wat er op gemeentelijk niveau moet gebeuren. Hij herkent zich niet in het beeld dat zijn gemeente ongehoorzaam is aan de wet. "Ja, we voeren de wet uit. En ja, we doen alleen dingen die werken. Er is een kleine groep mensen waarbij het korten op de uitkering de afstand tot de arbeidsmarkt alleen maar vergroot.

Van Geffen wil in zijn gemeente voorkomen dat mensen steeds minder goed meekomen omdat ze financieel gestraft worden. "Van alleen maar regels opleggen, wordt geen mens beter."

info

Wat wordt geëist?

De Wet Taaleis vraagt van bijstandsgerechtigden dat zij de de Nederlandse taal voldoende beheersen. Dat kunnen ze op verschillende manieren aantonen, door:

  • 8 jaar Nederlandstalig onderwijs te hebben gevolgd;
  • het inburgeringsexamen behaald te hebben;
  • of een ander document aan te leveren waaruit blijkt dat zij de Nederlandse taal beheersen.

Als mensen niet aan de taaleis voldoen, moeten ze leren om de Nederlandse taal beter te beheersen. Doen ze daar geen moeite voor, dan kan de gemeente de uitkering verlagen: met 20 procent in de eerste 6 maanden en met 40 procent voor de 6 maanden daarna. Na een jaar mag dat met 100 procent.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.