Kots op straat, dreunende speakers en gelal: studenten zijn niet altijd fijne buren. Meldingen van overlast door studenten nemen de laatste jaren toe. In Maastricht zetten ze studentbemiddelaars in om de gemoederen te sussen. Met succes: praten helpt.
Een studentenhuis in Tilburg kreeg een feestverbod en de sleutel van een Nijmeegs studentenhuis ligt bij de politie. En deze gevallen staan niet op zichzelf: meldingen van overlast door studenten stijgen al jaren, blijkt uit politiecijfers. In 2019 waren er in het hele land zo'n 366.000 meldingen, een jaar later meer dan 500.000 en alleen al in de eerste helft van 2021 werden er bijna 375.000 meldingen gedaan.
Verdrietig en boos
Annechien Deelman uit Maastricht zag van dichtbij wat overlast door studenten kan veroorzaken. "Mijn buurvrouw, die naast een studentenhuis woont, was op een gegeven moment zo verdrietig en boos. Ze vond dat de studenten haar onbeschoft behandelden en te veel herrie maakten."
Toen haar buurvrouw aangaf dat ze er bijna aan onderdoor ging, schakelde Annechien via de gemeente buurtbemiddeling in.
Ander ritme dan de buren
Naast een buurtbemiddelaar werd ook studentbemiddelaar Jonneke Roepers ingevlogen. Studentbemiddelaars zijn in Maastricht onderdeel van buurtbemiddeling. Jonneke zit zelf nog in de collegebanken en dat helpt, vertelt ze. "Studenten voelen zich over het algemeen beter begrepen door een leeftijdsgenoot. Conflicten worden zo beter opgelost."
Overlast door studenten is namelijk toch net anders dan een luidruchtige buurman die ook elke ochtend vroeg op moet om naar zijn werk te gaan. "Studenten hebben een andere levensstijl die vaak botst met het ritme van de buren."
Een gesprek helpt
Wat ook niet helpt, is dat studenten vaak na een paar jaar ergens gewoond te hebben weer vertrekken. "Afspraken die je met elkaar hebt gemaakt om de straat leefbaar te houden, worden niet doorgegeven aan nieuwe bewoners. Bijvoorbeeld tot wanneer ze buiten mogen zitten", weet Annechien uit ervaring.
Vaak stappen mensen naar de politie als ze last hebben van een studentenhuis, zegt bemiddelaar Jonneke. Maar dat is volgens haar helemaal niet nodig. "Een gesprek lost vaak al een boel op. Als ze eenmaal om de tafel zitten, ontstaat er in veel gevallen wederzijds begrip en verbetering."
Muisstil in de straat
Zo verliep het ook bij het conflict in Annechiens straat. "De buurvrouw die zoveel last had van de studenten, wilde niet in gesprek met het studentenhuis. Dus ik heb dat gedaan namens haar en de rest van de straat." Eerst kwam iemand van buurtbemiddeling bij haar op bezoek, zodat ze kon vertellen wat er aan de hand was. Daarna klopten ze bij de studenten aan, zodat ook zij hun kant van het verhaal konden vertellen.
"Vervolgens zijn we uitgenodigd voor een gesprek met de studentbemiddelaar, dat hebben we laatst gehad", zegt Annechien. "Ik merkte dat de jongens geschrokken waren en helemaal niet door hadden dat het lawaai zo vervelend was." Sindsdien is het volgens haar muisstil in de straat. "Het kwartje is gevallen."
Bekijk ook
Gewoon jonge mensen
Maar het slechte imago van studenten, mede door berichtgeving in de media, zorgt er in veel gevallen voor dat buren toch minder snel aanbellen voor een gesprek.
"Er wordt vaak negatief over studenten gesproken en er gaan dingen fout, maar het zijn ook gewoon jonge mensen die van een feestje houden", zegt Floor van Oppenraaij, die ook studentbemiddelaar in Maastricht is. "Ook studenten zijn voor rede vatbaar en niemand wil zijn buren bewust ongelukkig maken."
Meer studenten
Waarom het de laatste jaren dan toch zo uit de hand loopt? Volgens Floor heeft dat ermee te maken dat het aantal studenten op kamers al jaren toeneemt. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er in 2020 meer universitaire studenten op kamers gaan wonen: 25.900. In 2017 tot en met 2019 ging het nog om jaarlijks ongeveer 22.000 studenten.
"Inwoners van de stad klagen daar veel over, er wordt zelfs tegen geprotesteerd. Stel je voor: je koopt een huis in een leuke straat - denk je. Maar 2 jaar later zitten er in die straat tien studentenhuizen en is je huis veel minder waard", vertelt Floor. Ook in andere steden wordt er gezocht naar oplossingen, zo heeft Nijmegen sinds kort een studentenambtenaar die de band tussen stad en student wil verbeteren en heeft de TU Delft een aanspreekpunt voor problemen met studenten.
Briefje in de bus
Een langdurige oplossing vinden is moeilijk, denkt Annechien. "Ik doe elk jaar een briefje in de bus bij studentenhuizen in de straat. Ik heet ze dan welkom in de leukste straat van Maastricht. Maar ik vertel ook dat dit een leuke buurt is omdat er van alles woont: ouderen, studenten, gezinnen, mensen die elke ochtend om 7 uur op moeten en werkenden die avonddiensten draaien. Om het leuk te houden moeten we rekening met elkaar houden."
Zo'n briefje is een goed initiatief, vindt studentbemiddelaar Floor. "Een welkom met een leuke toon kan heel erg helpen. De studenten die aan tafel zaten met ons vertelden dat ze zich nooit hadden gerealiseerd dat ze overlast veroorzaakten", zegt ze. "Zij dachten: eindelijk kunnen alle remmen los. Maar ze hadden niet door dat hun buren met oordopjes in slapen."
Wie is verantwoordelijk?
"Waar het op neerkomt, is dat er meer contact nodig is tussen studenten en hun buren", concludeert Floor. "Als je een gezicht hebt bij de buren en met elkaar in gesprek blijft - bijvoorbeeld via WhatsApp - houd je sneller rekening met elkaar. En dat geldt voor zowel een studentenhuis als bijvoorbeeld een gezin."
Maar, zegt Floor, uiteindelijk is er meer nodig dan studentbemiddelaars. "Er moet een manier zijn om ervoor te zorgen dat studenten er elk jaar aan herinnerd worden dat ze wellicht buren hebben die niet studeren, zodat ook eerstejaars rekening houden met de buurt. De vraag is alleen wie hier verantwoordelijk voor is: de gemeente, de universiteit of de buurt zelf."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.