Werknemers met een tijdelijk contract sneller aan een vaste baan helpen. Het is misschien wel het belangrijkste doel van de nieuwe flex- en ontslagwet van minister Asscher. 

Waar werkenden nu na drie jaarcontracten recht hebben op een vaste baan, wordt dat door de nieuwe wet teruggebracht naar twee jaar. Gevolg, aldus Asscher: werkgevers zullen werknemers sneller een vaste baan geven.

Sneller aan de kant

Tot zover de theorie. De realiteit wordt na 1 juli, de dag dat de belangrijkste wijzigingen ingaan, toch echt een andere, zeggen arbeidsmarktdeskundigen in koor. Werkgevers zullen niet méér vaste contracten gaan geven, ze zullen werknemers nog sneller - namelijk na twee jaar - aan de kant zetten. En daarmee wordt het verschil tussen flexwerkers en mensen met een vaste baan niet kleiner, maar eerder groter. 

De Wet Werk en Zekerheid is al langer omstreden en veelbesproken. De Raad van State waarschuwde het kabinet eerder al dat ‘niet uitgesloten is’ dat de positie van flexwerkers juist verslechtert. 

Grenzen

Werkgevers zoeken in aanloop naar 1 juli al de grenzen op. Onlangs nog ontstond er ophef rond ING en verzekeraar NN, die nog snel een grote groep uitzendkrachten wilden ‘lozen’. Daarmee wilden de bedrijven voorkomen dat ze deze werknemers een ontslagvergoeding zouden moeten betalen. Want ook flexwerkers en tijdelijke contractanten hebben recht op zo’n vergoeding, als ze langer dan twee jaar in dienst zijn geweest.  

Vakbonden verdedigen de wet, een uitwerking van het twee jaar geleden gesloten Sociaal Akkoord. Daar staat immers ook de handtekening onder van de vakbeweging. Maar worden werknemers wel beter van deze wet? 

In EenVandaag het verhaal van Sylvia Louwerse. Ze werkt in een café in Rotterdam en heeft net te horen gekregen dat ze, nu haar derde halfjaarcontract afloopt, op zoek moet naar ander werk. Verder interviews met arbeidsjurist Pascal Besselink en hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen. In de studio reageert FNV-voorzitter Ton Heerts.

Bij Radio EenVandaag een gesprek met arbeidsrechtadvocaat Maarten van Gelderen, CNV-voorzitter Maurice Limmen en Paul Schoormans, beleidsadviseur van Koninklijke Horeca Nederland.

Lees ook