'Een Kamerlid dat maar 28 woorden per jaar zegt, is wel vreemd'

Wat zeggen statistieken ons over Kamerleden? Data-expert Ronald Baan begon drie jaar geleden informatie te verzamelen over de Haagse politieke praktijk. Die data wordt allemaal verzameld op het platform Haagse Feiten. "Zo kom je er bijvoorbeeld achter dat sommige Kamerleden bijna nooit iets zeggen."

Op het platform Haagse Feiten is enorm veel data te vinden over de activiteiten in de politiek. Dat gaat om alles wat in en rond de Eerste en Tweede Kamer gebeurt. "We kijken naar alle websites, van de Eerste en Tweede Kamer, en dat voegen we samen met alle tweets van Kamerleden, hun Wikipediapagina en wat politiek nieuws", vertelt oprichter Baan.

Statistieken per Kamerlid

Al die informatie wordt ook per Kamerlid verzameld. Zo kun je direct in de statistieken zien wat elk Kamerlid precies doet. "Je kan bijvoorbeeld zien welke amendementen of Kamervragen worden ingediend."

In een special werd ook de spreektijd per Kamerlid gemeten. "We keken naar wat er tijdens Rutte III allemaal is gezegd. Je ziet dan de cijfers en gaat daar vervolgens bij nadenken. Als iemand maar 28 woorden per jaar zegt, dan is dat wel vreemd. Wat zegt dat precies?" Bij het Kamerlid in kwestie ging een journalist op onderzoek uit. "Dan kom je erachter dat iemand bijvoorbeeld met andere zaken bezig is, zoals het achter de schermen bijeen houden van de fractie. Daardoor krijg je weer een hele andere discussie."

Competitie in de Kamer

Kamerlid Wim-Jan Renkema van GroenLinks is positief over het platform. "Ik vind het goed dat er wordt gekeken naar wat precies door wie en in welke commissie wordt gedaan. Dat werk is veel minder zichtbaar dan wat in de plenaire zaal gebeurt." Hij merkt dat veel Kamerleden zichzelf erg aanwezig opstellen. "Zij hebben de neiging om elk incident heel groot te maken. Daar zit ook wel een bepaalde mate van competitie in." Volgens Renkema zeggen 'de harde cijfers' niet altijd alles. "Een motie die effect heeft, is veel belangrijker dan een motie waar een paar partijen voor stemmen en die dan weer verdwijnt."

Politiek commentator Joost Vullings dook eerder dit jaar zelf in de statistieken om uit te zoeken hoe vaak Kamerleden bij debatten aanwezig zijn. "Je ontdekt dan dat Kamerleden die je misschien niet zo goed kent, of vaak ziet, eigenlijk hele harde werkers zijn." Statistieken laten volgens hem de verschillen tussen fracties goed zien. "Zo zijn SP-Kamerleden heel erg veel aanwezig in de Kamer, maar je ziet ze ook heel veel in het land. PVV-leden doen dat bijvoorbeeld veel minder. Zij presteren onder de maat bij debatten, maar ook in het land kom je ze niet tegen. De verschillen zijn er echt."

SP-Kamerlid Sadet Karabulut plaatst wel een kanttekening bij de cijfers. Voor de verschillende partijen is de situatie waarin ze hun werk doen ook anders. "Het is afhankelijk van: hoe groot is de fractie, welke portefeuille heb je, over hoeveel onderwerpen ga je? In de kern is wat je in het parlement doet heel belangrijk, maar wat je daar buiten doet is dat net zo goed."

Wie gebruikt de data?

Oprichter Ronald Baan ziet dat vooral belangenverenigingen gebruik maken van de politieke data. "Zij zien het meteen als iets wordt gepubliceerd of besproken." Vervolgens kunnen lobbyisten daar direct mee aan de slag. 

Het doel van Baan was dat ook kleinere organisaties de politieke data makkelijk kunnen gebruiken. Hij hoopt dat dat nog meer gaat gebeuren. Ook parlementair journalisten gebruiken de informatie nog niet massaal. "Er worden wel af en toe onderzoeken gedaan, waarbij naar data wordt gekeken, maar het is wel jammer dat dat niet continu gemonitord wordt. Er gebeuren elke dag wel dingen. Dat kan je in de data precies zien."