DuPont schikt in zaak VS: wat volgt er in Nederland?

Chemiebedrijven DuPont en Chemours hebben voor 670 miljoen dollar een rechtszaak geschikt met 3550 omwonenden van een vervuilende fabriek in Parkersburg. Het bedrijf betaalt deze mensen omdat in de jaren 60 lucht- en drinkwater werden vervuild door uitstoot en gebruik van het giftige C8.

Die stof, die gebruikt wordt voor de productie van onder andere Teflon, wordt in verband gebracht met onder meer nier- en teelbalkanker en werd in hoge concentraties in het bloed van werknemers en omwonenden gevonden. De zaak is geschikt, maar DuPont en Chemours ontkennen fouten te hebben gemaakt.

Wat voor gevolgen heeft deze schikking voor medewerkers en omwonenden van de Chemoursfabriek in Nederland die zich gemeld hebben met gezondheidsproblemen? Want ook in de fabriek in Dordrecht werd gewerkt met het kankerverwekkende C8, ook bekend als PFOA. Vierhonderd inwoners van Dordrecht en het nabijgelegen Sliedrecht lieten vorig jaar hun bloed onderzoeken door het RIVM en tientallen mensen bleken een verhoogde concentratie te hebben van de stof. 

Daarom zijn ook hier rechtszaken in voorbereiding, terwijl Dupont/Chemours in de VS al zeven zaken op rij hebben verloren. Voor Anton van Rees, voorzitter van de PvdA-fractie Sliedrecht, komt de schikking op een goed moment. Dinsdagavond nam de gemeenteraad van Sliedrecht een motie aan die regelt dat zij de kosten van bloedonderzoek onder bezorgde bewoners voorschieten. Bewoners van Sliedrecht zijn blij met de schikking maar realiseren zich dat het in Nederland waarschijnlijk nog een lange strijd gaat worden. 

De schikking in de Verenigde Staten staat los van de Nederlandse situatie. Het bedrijf Chemours verwijst naar de verleende vergunning door de provincie Zuid-Holland. Chemours stelt dat de emissies altijd binnen de grenzen van de geldende vergunning zijn gebleven.