'DNA belangrijkste getuige in de misdaadbestrijding'

Een kwart eeuw geleden werd DNA voor het eerst gebruikt als bewijsmateriaal in de opsporing. Wat volgde was een revolutionaire ontwikkeling van technieken om hiermee daders van misdrijven voor de rechter te brengen.

DNA-sporen zijn niet meer weg te denken uit de opsporing van misdrijven. Een haar, een huidcel, een nagel: biologische sporen zijn met de modernste technieken te herleiden tot potentiële verdachten. En de techniek staat niet stil: het is sinds kort ook mogelijk met één spoortje de kleur ogen, haar, huidskleur en herkomst van een verdachte te bepalen. Daarmee wordt een 'DNA-compositietekening' gemaakt. In de DNA-databank ligt materiaal van 180.000 Nederlanders opgeslagen en worden 57.000 sporen van misdrijven bewaard. 

In EenVandaag een reportage over de stormachtige ontwikkeling en de grenzen aan DNA-onderzoek in strafzaken. Is DNA de heilige graal in de misdaadbestrijding of zijn we te ver doorgeschoten? Met onder meer NFI-onderzoeker Lex Meulenbroek. Zijn boek 'Kroongetuige DNA' verschijnt deze week en we nemen met hem een kijkje achter de schermen bij het Nederlands Forensisch Instituut.

Daarnaast het verhaal van Richard Kellij, die jarenlang verdacht werd van de gruwelijke moord op Andrea Luten. De zaak werd pas definitief opgelost toen DNA-onderzoek in de richting van een andere dader wees, die de moord bekende. EenVandaag spreekt met de moeder van het meisje, Lammi Luten.

Ook advocaat Geert-Jan Knoops zet de nieuwste DNA-technieken regelmatig in om moordzaken heropend te krijgen en gerechtelijke dwalingen aan te tonen. Toch waarschuwt hij ook voor de risico's van DNA als 'heilig bewijsmiddel.'

In Radio EenVandaag een gesprek met advocaat Cees Korvinus die als eerste in Nederland gebruik maakte van DNA-onderzoek in de rechtszaal. Ook spreken we met Lex Meulenbroek de schrijver van het boek en met Lammi Luten, moeder van de in 1993 vermoorde Andrea Luten. Luister hier het volledige interview met haar terug.