Het lukt een enorme VN-vredesmacht maar niet om de veiligheid in Mali terug te brengen. Toch stopt na 5 jaar de Nederlandse militaire bijdrage. Kunnen we tevreden terugkijken?
Het is een vroege zaterdagochtend als langzaam duidelijk wordt dat zich een drama heeft afgespeeld middenin Mali. Het dorp Ogossagou is omsingeld en alle bewoners zijn afgeslacht. Mannen, vrouwen en kinderen. 157 mensen komen om. Sommigen worden levend in brand gestoken, lijken worden in waterputten gedumpt. Het is eind maart en een delegatie van de VN-veiligheidsraad is net in Mali aangekomen om te onderzoeken hoe het land ervoor staat.
'De VN is er wel maar doet niets'
De slachtpartij is zelfs voor Mali ongekend en zorgt ervoor dat de regering opstapt. Het land wordt al sinds 2012 verscheurd door een onafhankelijkheidsstrijd van nomaden, terroristen die een Islamitische Staat uitroepen en een stammenstrijd die al eeuwenlang onder de oppervlakte broeit. Om al die strijdende partijen uit elkaar te houden is er sinds 2013 een VN-vredesmacht. 13.000 militairen moeten voorkomen dat het misgaat.
De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de VN-vredesmissie geen verschil maakt. Journalist Gerbert van der Aa kent het land goed en concludeert: "De VN is er wel maar doet niets. Bij mijn vorige bezoek sprak ik met een gouverneur. Die zei: 'De VN is alleen maar bezig met het beveiligen van zichzelf. Ze zijn hier in principe voor Mali maar het grootste deel van de tijd zitten ze in hun zwaarbeveiligde bases.'"
'Niet ingrijpen was geen optie'
"Dit land krijgen wij er niet bovenop." De Nederlandse ambassadeur in Mali; Jolke Oppewal gelooft niet meer in een snelle oplossing. "Het hele proces zoals ik dat heb meegemaakt is er eentje van twee stappen vooruit en eentje achteruit. Ik heb geleerd dat er geen shortcut naar vrede is." De slachtpartij in Ogossagou raakt ook hem. "Wat daar gebeurde is verschrikkelijk. Daar moeten we echt een antwoord op vinden."
Toch is Oppewal niet van mening dat de VN-vredesmissie is mislukt. "Niet ingrijpen was geen optie." In 2012 roepen moslim-extremisten een kalifaat uit in het Noorden van Mali. De regering raakt de controle over het land kwijt en de internationale gemeenschap besluit - volgens Oppewal terecht - om in te grijpen: "Ik denk dat we de gevaren wel kennen van een Islamitische Staat-achtige constructie." Het is de VN wel gelukt om strijdende partijen aan tafel te krijgen. "Er valt op af te dingen hoe snel het gaat maar er worden gesprekken gevoerd."
'Ik zat daar voor de katsekut'
Oud-militair Reinout Sterk (36) is een stuk cynischer. Hij werd in 2015 uitgezonden naar Mali en kwam gedesillusioneerd terug. "Nederland zit daar om inlichtingen te verzamelen. In mijn tijd zaten we met 400 man op het kamp waarvan er 50 de poort uitgaan en een patrouille doen van een week. En daar blijft het bij." Sterk werkt op dit moment nog steeds als jurist voor Defensie en is een van de weinigen die zich durft uit te spreken.
"Militairen zullen het niet snel hardop zeggen omdat ze verder willen in de organisatie. Maar ik weet dat er veel precies zo over denken. Ze zeggen: 'Het is tof dat we op missie mogen maar we bereiken hier niets." Bij terugkomst besluit Sterk een boek te schrijven over zijn ervaringen. In dat boek, De missie Mali, een poppenkast in de woestijn, haalt hij hard uit naar politici. "We zijn naar Mali gegaan omdat er een zetel in de VN-veiligheidsraad vacant kwam. Ik zie de missie als een grote reclamecampagne om die zetel te bemachtigen. Niet meer en niet minder."
'We hebben echt wel iets bereikt'
"Het werk wat we de afgelopen jaren hebben gedaan heeft tijdelijk en plaatselijk echt het leven van mensen verbeterd", zegt de commandant van de Nederlandse troepen in Mali; René Le Noble. Maar ook hij onderkent meteen dat er nog een lange weg te gaan is. "Soms ben je ergens een paar uur en dan weer weken niet. Sommige gebieden kunnen dat prima hebben, maar in andere gebieden zou je elke dag willen zitten en dan kom je op financiële middelen."
Over de vraag of de missie in Mali mislukt is moet hij even nadenken. "Kijk, als we deze eerste 5 jaar als startpunt zien en we zitten hier nog 25 jaar, dan niet. Maar als de Verenigde Naties over 5 jaar klaar denken te zijn, dan denk ik dat ze een probleem hebben. De oplossing moet volgens Le Noble uit Mali zelf komen. "Ik denk dat militairen nooit de oplossing zijn in dit soort zaken. Je ziet wel dat de legertop in Mali vervangen is. Dat is een eerste stap."
Dodelijkste vredesmissie ooit
Met bijna 200 doden is de MINUSMA-vredesmissie uitgegroeid tot de dodelijkste vredesmissie ooit. Militairen sneuvelen vooral door bermbommen. Het gaat met name om soldaten uit derdewereldlanden als Bangladesh, Nepal of Burkina Faso die slecht getraind en met slecht materiaal op pad worden gestuurd. Door al die doden durven ze nog maar amper de poort uit waardoor de missie nog minder effectief is.
Journalist Gerbert van der Aa ziet de gevolgen overal in het land terug. "Op tien kilometer afstand van een basis ben ik op een school geweest die is gesloten door jihadisten. Daar was geen VN-soldaat te bekennen." Hij heeft er weinig vertrouwen in dat de VN een verschil gaat maken. "Er zitten nog steeds corrupte politici. Dat is het echte probleem." Hij ziet dan ook maar een oplossing: "Als je dit allemaal op een rij hebt gezet kom je jammer genoeg tot de conclusie dat het helemaal geen zin heeft gehad. Er is volgens mij maar een conclusie mogelijk en dat is gewoon stoppen."
Lees ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.