Hij ziet er uit als de broer van Arnold Schwarzenegger: een onoverwinnelijke krachtpatser. Hij staat in de deuropening van een sportschool in Kilis, een Turkse plaats op de grens met Syrië. Als ik een opmerking maak over zijn extreem gespierde armen, nodigt hij mij uit binnen te komen.
Hij blijkt een Syrische topbodybuilder te zijn, Anas Nhas, een man die er imponerend uit ziet, maar vooral een triest verleden op zijn brede schouders met zich meedraagt. Hij had namelijk niets aan al zijn spierkracht had toen hij in Aleppo maanden geleden in een vuurgevecht terecht kwam. ‘Ik reed met mijn gezin in de auto, toen er plotseling schoten klonken. We zijn uitgestapt en hebben naast de auto dekking gezocht. Plotseling riep mijn dochter ‘papa.’
Dat was meteen het laatste wat ze zou zeggen. Ze was getroffen door een kogel. Amas scheurde met haar naar het ziekenhuis, maar het was te laat. Zijn 10 jarige dochter was al overleden.
Het stadje waar ik Anas spreek heeft uitzicht op Syrië en is een soort ‘klein-Aleppo’. Tienduizenden Syriërs hebben er hun toevlucht gezocht. De meesten zitten in een kamp, anderen huren appartementen of zitten met een hele familie op één kamer.
Anas, 7-voudig nationaal kampioen bodybuilden, is een dag na de fatale schietpartij met zijn vrouw en zoontje hierheen gevlucht. ‘Mijn vrouw dreigde gek te worden. En hier zaten haar ouders al.’
De oorlog in Syrië is intussen steeds meer een uitzichtloze strijd, waar niets of niemand gespaard blijft. In de historische oude stad van Aleppo, zie ik dat muren die net zo overdreven dik en stevig zijn als de armen van Anas, compleet omver zijn geblazen. Het gebied staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco, maar daar trekt de oorlog zich niets van aan. De minaret van de beroemde Umayyad-moskee, uit de 11e eeuw, is eind april volledig ingestort. Het front loopt dwars over dit terrein: achter de buitenmuren zitten militairen van Assad, slechts een paar meter verwijderd van de rebellen. Niemand behaalt hier de laatste tijd ook maar een centimeter terreinwinst. Op een vredesconferentie, waar de Amerikanen en Russen aan werken zitten ze hier niet te wachten. ‘Er is al teveel bloed vergoten om nog met elkaar te kunnen praten.’
Op meer plekken zit de oorlog vast. Naast het industrieterrein van Aleppo wordt gevochten om een gevangenis, wellicht de moeilijkste strijd voor de opstandelingen. Het gebouw is in handen van Assad, maar de gevangenen zijn over het algemeen mensen die bij de rebellen horen.
In de nacht dat ik op het industrieterrein logeer, zijn de gevechten het hevigst. Doffe dreunen laten de deuren van de fabriekshal waar ik slaap zo hard klappen dat lijkt alsof dit gebouw zelf wordt geraakt.
In de ochtend doen straaljagers mee met de gevechten, waarna kort daarna een oorverdovende stilte aanbreekt: de rebellen hebben de strijd gestaakt, nadat personeel van de gevangenis, gedetineerden van het dak dreigden te gooien. Althans dat zeggen de rebellen, een bewering die niet te checken is, anders dan door onverantwoord middenin de gevechtshandelingen te gaan staan.
Op het industrieterrein is intussen de dag op gang gekomen: hier zitten duizenden vluchtelingen in lege fabriekshallen en hen wacht vandaag een verrassing uit Nederland: Wijbe Abma, een 22 jarige student Sociale Geografie komt voedselpakketten afleveren. Maanden geleden is hij spontaan een inzamelingsactie voor Syrie begonnen, vooral om te laten zien dat het best mogelijk is ook in het land zelf hulp te brengen.
De verdeling van de pakketten is goed georganiseerd: Wijbe gaat met een team van de Aleppo-raad, dat ook kantoor houdt op dit terrein, langs de vluchtelingen om te kijken wie het hardst hulp nodig heeft. Diegenen krijgen een bonnetje waarmee ze later op de dag de dozen kunnen ophalen.
Het is een van de laatste ritjes van Wijbe, die al 7 maanden bezig is. Hij wil weer met zijn gewone leven verder, weer naar huis, verder met zijn studie.
Krachtpatser Anas heeft die luxe van naar huis gaan voorlopig niet. Hij hoopt en bidt dat hij met zijn vrouw en zoontje ooit weer kan terugkeren naar Aleppo. Naar het huis waar de kamer van zijn dochtertje er nog net zo bij ligt als op de dag dat zij één van de inmiddels 80.000 doden van deze oorlog werd.
Morgen zendt EenVandaag de reportage 'Portret van een stad onder vuur' van Hans Jaap Melissen uit over de Syrische stad Aleppo, waar al 2 jaar fel gevochten wordt tussen de opstandelingen en het regime van Assad.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.