radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

De ouderenzorg een doolhof? In gemeente Ede regelen ze het anders: 'Ik weet precies wie ik moet bellen'

De ouderenzorg een doolhof? In gemeente Ede regelen ze het anders: 'Ik weet precies wie ik moet bellen'
Wijkverpleegkundige Marleen bij een van haar cliënten
Bron: EenVandaag

In gemeente Ede hebben mensen die zorg nodig hebben minder last van allerlei regels en wetten. De gemeente, zorgverzekeraar en zorgaanbieder werken daar veel meer samen en dat blijft niet onopgemerkt. "Mensen wonen 6 tot 8 maanden langer thuis."

Het begon als een experiment, maar is inmiddels standaard werkwijze, vertelt wijkverpleegkundige Marleen Oostra van zorgorganisatie Opella. "De mensen die wij verzorgen krijgen één contactpersoon, een zogeheten zorgarrangeur. Dat kan de wijkverpleegkundige zijn of een case manager dementie. Diegene kan zelf indiceren en zaken snel regelen."

Spin in het web

Bijkomend voordeel is dat er niet weken op een keukentafelgesprek hoeft te worden gewacht, vertelt Marleen. "De arrangeur is de spin in het web. Hij of zij houdt contact met de cliënt, de familie en alle betrokken medewerkers. Zo weet iedereen ook van elkaar wat er speelt."

Ingewikkeld zorglandschap

Groot voordeel van de werkwijze in de gemeente Ede is dat de zorgarrangeur heel goed de weg weet in het ingewikkelde zorglandschap. En dat is hard nodig, blijkt uit onderzoek van het Opiniepanel. Zo ervaart ruim de helft problemen bij het aanvragen van ouderenzorg.

Thuiswonende ouderen hebben nu te maken met drie wetten. De wijkverpleegkundige wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Huishoudelijke hulp, dagbesteding en hulpmiddelen worden vergoed via de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). En langdurige intensieve zorg wordt via het zorgkantoor vergoed vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz).

Bekijk ook

Schotten weghalen

Marleen Oostra beaamt dat ons zorgstelsel ontzettend ingewikkeld is en dat de logica kan ontbreken. Daarom willen ze het anders doen in Ede. "We proberen schotten weg te halen tussen de verschillende instanties."

"Huishoudelijke medewerkers houden bijvoorbeeld ook een oogje in het zeil", zegt ze. "Is de ijskast gevuld? Zijn er spullen over datum? Liggen er tabletten op de vloer? Dat zijn allemaal signalen die iets vertellen over het welzijn van een cliënt."

Intensief traject

Daarnaast zijn zingeving en zelfredzaamheid belangrijke thema's, vertelt ze. "We kijken goed naar het individu. Wat is kwaliteit van leven voor deze specifieke persoon? En wat ís kwaliteit van leven? Dat is natuurlijk voor elk mens anders."

"Je probeert een cliënt goed te leren kennen", gaat ze verder. "Dat is de eerste zes tot acht weken best wel een intensief traject. Maar daarna is er minder zorg nodig omdat we ook goed kijken wat mensen nog wel kunnen."

Bekijk ook

Robot Tessa

Marleen werkt zelf in Bennekom, een dorp in de gemeente Ede. Een van haar cliënten is mevrouw Anneloes van Mechelen. Zij heeft veel behoefte aan structuur en krijgt hulp om zelfstandig te blijven wonen. Sinds kort heeft ze zorgrobot Tessa in huis. "De inzet van Tessa scheelt 2 of 3 zorgmomenten per dag", aldus Oostra.

Lily Gips-Van Mechelen is al ruim dertig jaar mantelzorger voor haar zus Anneloes. "Sinds mijn zus in Bennekom woont, is er meer rust. Structuur is erg belangrijk voor Anneloes, maar ze vindt het zelf erg moeilijk om te plannen. Robot Tessa wekt Anneloes, vertelt wanneer ze haar medicijnen in moet innemen en herinnert haar eraan dat ze wat moet drinken".

Bij haar naam noemen

"Ja", vult Anneloes aan, "en ik vind het heel fijn dat Tessa mij bij mijn naam noemt". "En het belangrijkste vind ik dat Tessa aangeeft wanneer de coffee corner begint", zegt ze stralend.

"Daar ga ik's ochtends heel graag heen maar vroeger was ik zo zenuwachtig dat ik te laat zou komen dat ik vergat te ontbijten. Nu geeft Tessa mij een seintje en dan weet ik precies wanneer ik moet gaan."

Anneloes (links) en haar zus Lily
Bron: EenVandaag
Anneloes (links) en haar zus Lily

Vereenzamen

Zus Lily zegt zeker te weten dat Anneloes zou vereenzamen als ze ergens in een wijk zou wonen met 1 keer per dag thuiszorg. "Ze komt nu onder de mensen. En ze zou ook vaker opgenomen moeten worden in het ziekenhuis, alleen al omdat ze vergeet te drinken en te eten."

Verder vindt Lily het heel prettig dat er een aanspreekpunt is. "Ik weet precies wie ik moet bellen als er iets mis gaat met haar medicijnen."

Extra bijdrage

Wat in 2018 begon als pilot is nu standaard werkwijze geworden in Ede. En het is niet onopgemerkt gebleven. De gemeenten Wageningen en Veenendaal nemen de werkwijze al over. Onlangs liet de inmiddels demissionair minister Helder voor Langdurige Zorg en Sport weten haar bijdragen te verlengen aan experimenten zoals in Ede.

Marleen Oostra vindt dat vanzelfsprekend. "Wat is ons gezamenlijke doel? Dat is goede zorg en dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Uiteindelijk wonen mensen bij ons gemiddeld 6 tot 8 maanden langer thuis voordat ze opgenomen moeten worden in een verpleeghuis". En dan heeft ze het over langer thuis met kwaliteit van leven.

Bekijk hier hoe ze de ouderenzorg in Ede hebben ingericht

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Scholen vragen overheid om hulp bij aanpak tegen levensgevaarlijke 'challenges' op social media: 'We lopen achter'

Scholen vragen overheid om hulp bij aanpak tegen levensgevaarlijke 'challenges' op social media: 'We lopen achter'
Oud-zorgcoördinator Marian Aaftink en oud-rector Eric van 't Zelfde verloren in 2017 een leerling aan de 'choking challenge'
Bron: EenVandaag

De levensgevaarlijke choking challenge blijft populair op social media. In 2017 overleed de 16-jarige Tim, nadat hij eraan meedeed. Zijn oude school waarschuwt voor de gevaren en wil dat de overheid ingrijpt. "Je hebt experts nodig."

Jezelf wurgen tot je bijna bewusteloos bent. Zo snel mogelijk een hap kaneel wegwerken. Wastabletten eten. Dit soort challenges zijn nog altijd hartstikke populair op social media. En dat is niet zonder gevaar.

Meer aandacht op scholen

Daar weet oud-rector Eric van 't Zelfde alles van. Hij hoorde het nieuws over het overlijden van zijn leerling Tim op een zondagochtend van een collega, herinnert hij zich. "We hadden de afspraak dat het weekend altijd privé was. Toen er toch contact werd gezocht, wist ik dat er iets serieus aan de hand was."

In eerste instantie werd gedacht dat Tim was overleden door zelfdoding, maar al snel bleek dat er iets anders aan de hand was: de choking challenge was hem fataal geworden.

'Hij nam geen risico's'

"Ik was verbijsterd", vertelt oud-zorgcoördinator van de school Marian Aaftink. "Tim was in mijn ogen een jongen die geen risico's nam. Ik had totaal niet verwacht dat dit iets was waar hij en andere kinderen mee bezig waren."

"Je had niet alleen te maken met een overleden leerling, maar ook met de manier waarop het gebeurde. Ik wist niet wat ik ermee moest", blikt ze terug.

info

Denk je aan zelfdoding?

Neem dan 24/7 gratis en anoniem contact op met 0800-0113 of chat op 113.nl

Onvoldoende op de hoogte

Volgens de oud-zorgcoördinator waren ze onvoldoende op de hoogte van dit soort challenges. Het bestaande rouwprotocol was daardoor ontoereikend, volgens haar. "Je krijgt allerlei vragen. Van collega's, ouders en leerlingen. Je moet aan de bak."

Van 't Zelfde: "Het riep bij ons de vraag op of we dit niet beter hadden kunnen zien aankomen. Je gaat vanuit wanhoop googlen, maar de juiste kennis heb je eigenlijk niet. Docenten zijn ouder dan leerlingen en kunnen vanuit hun wijsheid lesgeven, maar ik denk dat we altijd zullen achterlopen op wat er online gebeurt."

Twijfel

"Je kunt geen misser maken op zo'n moment", zegt Van 't Zelfde. Bureau Jeugd en Media en de politie kwamen naar de school om advies te geven. Er werden voorlichtingsavonden georganiseerd.

"Het verhaal gaat snel rond", vertelt Aaftink. "Je twijfelt dan heel erg over wat je wel en niet vertelt. Toen zijn we geholpen door experts die gastlessen gaven, ook aan de leerlingen."

info

De choking challenge

De choking challenge wordt ook wel het 'stikspel' of 'wurgspel' genoemd. Het werd populair door social media. Maar het is verre van een spel. Bij deze 'uitdaging' verstikken jongeren elkaar door de keel dicht te knijpen. Met de handen, of met een stuk touw, een riem of een stropdas.

Vlak voor het flauwvallen laat je los en krijgen de hersenen weer bloed. Dat duurt alleen even, en in die korte tijd voel je een roes: een soort 'high' gevoel dat je buiten jezelf brengt.

'Spanningsveld'

Toch was het advies destijds om er niet al te veel over door te praten. Het zou jongeren op ideeën brengen. "Dat is het spanningsveld", vertelt Van 't Zelfde. Uiteindelijk besloot de school toch veel aandacht te besteden aan de gevaren van online challenges.

"Omdat het tot Tims dood zo verborgen voor ons was gebleven, vond ik dat het goed bespreekbaar moest worden gemaakt." Er werd op de school nagedacht over een aanpak voor de lange termijn, vertelt Aaftink. Toch hielden ze het gevoel dat ze achter de feiten aanliepen. "Je loopt als volwassene altijd achter."

'Te veel scholen lopen achter'

Afgelopen januari overleed er opnieuw een middelbare scholier na deelname aan de choking challenge, op een school in Nieuwegein deze keer. Het bracht verdrietige herinneringen boven bij Van 't Zelfde en zijn oud-collega's.

"Er gaat een oude wond open. Je weet wat voor een impact dat heeft op een school", vertelt Van 't Zelfde. "Dan ben ik meteen terug in 2017", vult Aaftink aan. "Het verbaast me dat het nog steeds gebeurt, dat mensen niet weten hoe gevaarlijk het is." Het zorgt bij de oud-rector voor een behoefte aan beleid. "Te veel scholen lopen achter. We moeten ons afvragen: wat hoort bij een school en wat niet?"

Bekijk ook

Meer regie vanuit de overheid

Van 't Zelfde pleit daarom voor meer overheidsinterventie. "Er moet regie op komen. Zet bij het minsterie een aantal jonge, digitaal vaardige mensen neer, die om de zoveel tijd een bericht vanuit de overheid versturen: 'Goh, we zien dat deze challenge actueel is.'" Volgens hem zijn de scholen zelf hier niet genoeg toe in staat.

"Scholen doen hun best. Maar het zal altijd zo zijn: pubers blijven pubers. Het is een gebied dat lastig in kaart te brengen is, daarom pleit ik voor meer overheidssteun. Voed ons met meer informatie zodat we dit op ons netvlies hebben."

Experts nodig

Aaftink is het met de oud-rector eens. "Je kan niet van elke docent verwachten dat die op de hoogte blijft van alles wat er online in de levens van kinderen gebeurt. Je hebt experts nodig."

Toch vreest ze dat het niet compleet te voorkomen is. "Je kunt je best doen om zoveel mogelijk mee te geven dat dingen gevaarlijk zijn, en dus kritisch zijn. Maar alles voorkomen is denk ik niet mogelijk. De randjes opzoeken hoort bij de leeftijd. Ik denk dat als ze het niet doen met een online challenge, het ergens anders alsnog gebeurt." Het hoort bij het volwassen worden, vertelt ze. "Het gaat honderd keer goed, en één keer niet."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Steeds vaker nieuwbouwwijken met weinig parkeerplaatsen, maar daar is niet iedereen blij mee: 'Er is nog geen trein of tram'

Steeds vaker nieuwbouwwijken met weinig parkeerplaatsen, maar daar is niet iedereen blij mee: 'Er is nog geen trein of tram'
De bouwplaats van de nieuwe autoluwe woonwijk Merwede in Utrecht
Bron: EenVandaag

In Utrecht zijn ze deze week gestart met de bouw van een bijna autovrije wijk. Dit is niet de eerste en ook zeker niet de laatste autoluwe nieuwbouwbuurt in Nederland. Maar dat levert op sommige plekken ook problemen op.

De gemeente Utrecht kiest in de nieuwe wijk Merwede bewust voor het bouwen van woningen met daarbij maar weinig parkeerplekken. "Hier komen 6.000 nieuwe woningen voor 12.000 nieuwe inwoners", vertelt programmamanager Mirjam Schmüll van Merwede LAB.

Groen en speeltuintjes

"Er komen twee parkeergarages. Dat betekent dat er voor één op de drie inwoners een plek is om de auto in de wijk te parkeren", zegt wethouder Ruimtelijke Ordening Eelco Eerenberg.

"Rondom de woongebouwen is dus geen plek voor de auto. Maar wel voor groen, voor speeltuintjes, voor elkaar ontmoeten zonder dat je bang hoeft te zijn voor een drukke weg."

Ruim 9 miljoen auto's

Het aantal personenauto's in Nederland is de afgelopen 10 jaar gestegen naar zo'n 9,1 miljoen in 2024. Dat is bijna 1 miljoen meer dan in 2015.

Eerenberg: "We hebben in Nederland de meeste auto's per vierkante kilometer, maar ook een krankzinnige woningnood. Dus ik zou zeggen: laten we een beetje zuinig zijn met de ruimte. Vooral mooie woningen in het groen bouwen en die auto een stukje verder weg zetten."

Bekijk ook

Goed openbaar vervoer

In de wijk Merwede is het plan om mensen die per se een auto willen die aan de rand van de wijk te laten parkeren. Ook is er de belofte dat het openbaar vervoer richting het vlakbij gelegen Utrecht Centraal vanaf het begin goed zal werken.

Utrecht is niet de enige gemeente waar een parkeerplek voor de deur niet langer een garantie is. In de Haagse wijk de Binckhorst bijvoorbeeld zijn weinig parkeerplekken beschikbaar bij de nieuw gebouwde woontorens. Tegelijkertijd is goed ov er nog niet aanwezig.

Geen bus na 14 uur

"Er is geen trein, er is geen tram. Er is een hele onbetrouwbare busverbinding die na 14 uur eigenlijk niet meer rijdt. 's Nachts is er überhaupt geen verbinding", zegt Liesbeth van Erp van de stichting Binckhorst Bewoners.

Het bouwen van nieuwe woningen gaat in de Binckhorst door tot zeker 2040. De gemeente Den Haag heeft beloofd dat het ov er in de toekomst beter zal aansluiten op het aantal inwoners. Van Erp: "Maar in de tussentijd staan mensen wel in de kou. Daar zou een goed plan voor moeten komen."

'Bewoners voelen zich achtergesteld'

Parkeren op straat is in de Binckhorst door de enorm hoge kosten ook geen optie, vertelt bewoner Jesse Haitsma. Als eind dit jaar de tijden waarop moet worden betaald om te parkeren worden verruimd, kost dat volgens Haitsma zo'n 1.000 euro per auto per maand.

Volgens hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft Bert van Wee zullen autoluwe wijken in de toekomst steeds vaker voorkomen. "Tegelijkertijd zie je dat de ontwikkeling van het openbaar vervoer op die plekken achterblijft. Als de dienstregeling of lijnvoering niet op tijd wordt aangepast, voelen nieuwe bewoners zich al snel achtergesteld."

Bekijk ook

Niet te vroeg een station openen

Dat komt volgens Van Wee doordat vervoerders, zoals de NS of regionale organisaties, niet te vroeg een station of halte willen openen. Omdat in het begin dan maar weinig reizigers instappen en elk extra station de reis vertraagt voor anderen.

"Nieuwe bewoners willen direct goed ov, maar dat kan pas echt gaan draaien als er voldoende vraag is."

'Goede communicatie essentieel'

In de praktijk wordt vaak met algemene vuistregels gewerkt, weet Van Wee. "Als er een bepaald aantal woningen bijkomt, wordt er een buslijn of extra halte ingericht. Dat is niet altijd ideaal, maar een volledig doorgerekende planning kost ook tijd en geld."

Goede communicatie vooraf is daarom essentieel, zegt Van Wee: "Wie in een nieuwbouwproject gaat wonen waar niet voor iedereen een parkeerplek is, moet dat wél van tevoren weten. Duidelijkheid is cruciaal. Hetzelfde geldt voor de timing van het openbaar vervoer: ideale afstemming lijkt een mooie droom. Maar in de praktijk is het een kwestie van zorgvuldig plannen, faseren en politieke keuzes maken."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant