Op zondag 30 januari 1972 vond in het Noord-Ierse Londonderry een drama plaats: 14 jongens en mannen werden tijdens een demonstratie door Britse soldaten doodgeschoten. Dit weekend wordt 50 jaar Bloody Sunday herdacht.
"Het was een hele rustige, kalme mars. Er werd gezongen", herinnert voormalig VK-correspondent Peter Brusse zich. Er werd gedemonstreerd tegen de opsluiting, zonder enige vorm van proces, van voornamelijk katholieke Ieren in Noord-Ierland. Er waren al langer spanningen tussen de protestanten en de katholieken. Volgens Brusse werden katholieken gediscrimineerd. Zo zaten ze niet in de gemeenteraad en kregen geen woningen.
Pastoor met witte zakdoek
De Britten hadden de demonstratie op die zondag 30 januari 1972 verboden, maar zo'n 15.000 mensen gingen toch de straat op. Legertrucks versperden de weg naar het centrum van Derry. Na schermutselingen openden militairen het vuur op de menigte.
"Ik was net terug uit Noord-Ierland. Ik zag op de televisie de eerste reportages en ik herinner me een pastoor die met een witte zakdoek met bloed liep en riep: 'niet schieten, niet schieten'", vertelt Brusse. "Toen ooggetuigen riepen dat de Britten hadden geschoten dacht ik: 'het lijkt wel oorlog, hier is iets heel ergs gebeurd.'"
Kentering
Er kwam een onderzoek dat de soldaten vrijpleitte. Ze hadden uit zelfverdediging geschoten en waren hoogstens een beetje roekeloos geweest, was het oordeel. De katholieke Ieren waren woedend en er braken grote ongeregeldheden uit. Zo werd de Britse ambassade in Dublin in brand gestoken.
Volgens Peter Brusse betekende Bloody Sunday een kentering in het conflict. Toen hij later terugging naar Noord-Ierland trof hij 'woede, haat en verbijstering' aan. "Het vredelievende dat er was, was eigenlijk verdwenen. Vanaf dat moment werd de IRA heel populair", vertelt de oud-correspondent. Pas in 1998 kwam er met het Goede Vrijdagakkoord een eind aan het geweld, in het Engels aangeduid als The Troubles.
Nieuw onderzoek
Het vredesakkoord betekende ook dat er een nieuw onderzoek kwam naar de gebeurtenissen op 30 januari 1972. Maar liefst 12 jaar duurde het onderzoek.
De onderzoekers kwamen tot een heel andere conclusie dan hun voorgangers. "Zij zeiden dat het niet te verdedigen is wat toen is gebeurd. Alle militairen hebben gelogen", zegt Brusse.
Excuses Britse regering
De toenmalige Britse premier David Cameron bood in 2010 in het parlement excuses aan.
"Er is geen twijfel mogelijk: het was onterecht en niet te rechtvaardigen, het was fout", zei Cameron.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.