Het is misschien wel het meestgebruikte woord van het afgelopen politieke jaar in Den Haag: crisis. Van de coronacrisis, waar afgelopen maart eindelijk een einde aan kwam, tot de koopkrachtcrisis die nog altijd woedt. We blikken terug met Joost Vullings.

"De enige crisis die we dit jaar afsloten is de coronacrisis. Voor de rest was het een aaneenschakeling van grote problemen. De politiek liep daardoor permanent achter de feiten aan."

'Te lang weggekeken'

De inval van Rusland in Oekraïne deed politici in heel Europa naar adem happen. Voor het eerst sinds een hele lange tijd vond er een oorlog plaats op het eigen continent. De gevolgen waren (en zijn) enorm: er kwam een grote stroom vluchtelingen op gang, de energieprijzen gingen door het dak en de koopkracht nam af. "Deze crises zijn het kabinet overkomen", zegt Vullings.

Maar er spelen ook crises waarbij het kabinet wel degelijk in de spiegel moet kijken, vervolgt hij. "Zoals de stikstof- en de klimaatcrisis. Daar heeft het kabinet - en de kabinetten daarvoor - veel te lang weggekeken."

Emoties beheersbaar

De stikstofcrisis maakt veel los, zo werd afgelopen zomer nog eens pijnlijk duidelijk. Honderden boeren gingen met traktor en al de straat op en nog altijd zijn door het hele land omgekeerde vlaggen te zien. Maar de boosheid van een paar maanden terug lijkt iets gezakt sinds stikstofbemiddelaar Johan Remkes zijn rapport inleverde in oktober.

"Dat was het moment waarop de emoties langzamerhand beheersbaar werden, onder de polderdeken gesmoord", zegt Vullings. Remkes heeft vooral rust gebracht, ziet hij. "Hij kreeg voor elkaar wat de politiek tot dan toe niet was gelukt, hij zorgde dat de boeren zich gehoord en gerespecteerd voelden."

In 2022 kreeg het kabinet-Rutte IV de ene na de andere crisis voor de kiezen. We vatten het roerige jaar voor je samen.

Omikron als gamechanger

Een crisis die inmiddels iets langer gelden is, maar waar nog veel mensen aan terugdenken is de coronacrisis. Het is niet voor niets dat leden van het Opiniepanel het afschaffen van de coronamaatregelen nomineerden als een van de vijf politieke momenten van 2022.

Vullings begrijpt dat wel: "Het afschaffen van die maatregelen was een besluit dat alle Nederlanders raakte. Na een periode van 2 jaar met grote onzekerheden over onze gezondheid(zorg) en vrijheidsbeperkende maatregelen leken we eindelijk verder te kunnen, ondanks dat er op dat moment veel besmettingen plaatsvonden. Dat maakte het ook spannend, iedereen vroeg zich af of het écht afgelopen was. En gelukkig: omikron is een gamechanger gebleken."

Erkenning institutioneel racisme

Maar politiek gezien gebeurden ook dingen die niet direct met crises te maken hadden. Zo erkende de Belastingdienst dat er binnen de organisatie sprake was van institutioneel racisme, wat onder andere had geleid tot de toeslagenaffaire. Die erkenning is volgens panelleden een belangrijk moment in het afgelopen politieke jaar.

"Het is een terechte erkenning van iets waarvan iedereen die het volgde wel wist dat het fout zat", zegt Vullings. Waarom het dan toch pas afgelopen jaar werd uitgesproken? "Voor het ministerie is het heel pijnlijk om toe te moeten geven dat er grote fouten zijn gemaakt door de eigen ambtenaren. Politiek en ambtenarij zijn niet goed in het toegeven van fouten en oprechte excuses maken."

Panelleden vertellen welke momenten in het afgelopen politieke jaar hen het meeste zijn bijgebleven.

De druppel

En toen gebeurde er nog iets wat veel losmaakte bij mensen, zowel binnen de Tweede Kamer als daarbuiten: het kabinet dat de Kamer verliet na insinuaties van FVD-voorman Thierry Baudet richting Sigrid Kaag (D66) over dat zij gerekruteerd zou kunnen zijn door de geheime dienst, vanwege haar studie aan een Britse universiteit.

"Aan die opmerking waren al vele andere incidenten vooraf gegaan, dit was de druppel voor het kabinet", vertelt Vullings. "Het vertrekken van het kabinet uit de Kamer maakte veel los. Iedereen vond er iets van. Er was een groep mensen die het goed vond dat het kabinet een streep trok. Maar er waren ook mensen die het niet vonden kunnen, een belediging van de Tweede Kamer en ontwijken van het politieke debat, vonden zij."

Anti-D66-sentiment

Na het voorval tussen Baudet en Bergkamp kreeg Kamervoorzitter Vera Bergkamp veel kritiek. Ze zou kabinets- en Kamerleden niet genoeg in bescherming nemen. En het gebeurde dit jaar vaker dat mensen vonden dat Bergkamp haar werk niet goed deed. Bijvoorbeeld toen het nieuws over mogelijk grensoverschrijdend gedrag van oud-Kamervoorzitter Khadija Arib lekte naar de pers.

"De kwestie werd geframed als een strijd tussen Arib en Bergkamp. Daardoor ging het ineens vooral over de positie van voorzitter Bergkamp van D66. De affaire-Arib was daar een soort katalysator voor. PVV'ers die eerder harde kritiek hadden gehad op Arib vanwege haar dubbele paspoort, schaarden zich nu ineens achter haar en vooral tégen D66. Het werd gezien als een kans D66 een hak te zetten."

Dit jaar daalde het vertrouwen in het kabinet en de Tweede Kamer tot een dieptepunt. Politici wordt verweten dat ze meer bezig zijn met zichzelf dan met de problemen in het land.

'Politiek vooral met zichzelf bezig'

Al met al is het vertrouwen in het het kabinet (19 procent) en in de Tweede Kamer (35 procent) aan het einde van dit jaar nog altijd ronduit laag. In de ogen van veel leden van het Opiniepanel toonden landelijke politici te weinig daadkracht, lef en durf terwijl dat juist in een jaar vol crises zo nodig was.

"De politiek is vooral met zichzelf bezig. Het probleemoplossend vermogen van de politiek is stuk", concludeert Vullings. "Dat heeft er ook mee te maken dat er 20 jaar achtereenvolgens is bezuinigd op de overheid, veel diensten hangen daardoor in de touwen met gebrekkige ict en te weinig mensen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.