Alles wat er te winnen viel, heeft hij gewonnen. Toch keert drievoudig wereldkampioen kickboksen Remy Bonjasky terug de ring in. Op zijn 41ste maakt hij aanstaande zondag zijn comeback tegen Melvin Manhoef.
Dat hebben we eerder gehoord. Terug naar 1980, toen de legendarische bokser Muhammad Ali (ook met drie wereldtitels op zak) na een kort pensioen de bokshandschoenen weer aantrok. Hij nam het op tegen toenmalig wereldkampioen Larry Holmes.
Sting like a bee
Het liep uit op een totale vernedering voor de oude, afgetakelde Ali. “Desastreus was het,” zegt oud-bokscommentator Jan van den Berghe. “Hij werd vernederd tot en met. Een vernedering die uniek is in het boksen.” Ali kreeg klap na klap van Holmes. “Hij had die partij nooit mogen boksen.”
Volgens Van den Berghe was Holmes op het moment dat hij het tegen Ali opnam evenwaardig aan Ali in zijn hoogtijdagen. Mensen in het publiek, bewonderaars van Ali, keken naar het gevecht met tranen in de ogen, weet Van den Berghe. “Voor iedereen die Ali had zien dansen in de ring was het een vreselijke afgang.” Van de beroemde uitspraak van Ali, ‘float like a butterfly and sting like a bee’, was niks terug te zien.
Monument
Uiteindelijk bleek het gevecht voor bijna niemand leuk. Zelfs niet voor zijn tegenstander Larry Holmes. “Hij kreeg tranen in zijn ogen. Hij heeft een monument verwoest.” Holmes zei zelf over het gevecht dat hij Ali nooit pijn heeft willen doen: “Ik wilde hem alleen hard genoeg slaan om hem te laten stoppen.” Maar Ali gaf niet op.
Ali zou van tevoren al door velen zijn gewaarschuwd volgens Van den Berghe. “Muhammad, dit mag je niet doen, je gaat jezelf belachelijk maken.” Maar Ali was er niet gevoelig voor. “Het drama van boksers is dat ze altijd één wedstrijd te veel vechten”, zegt de oud-commentator.
Mythe
Daarvoor zijn volgens Van den Berghe twee oorzaken. Ten eerste is er het eergevoel van grote sportlui. “Ze hebben een mythe over zichzelf dat ze onoverwinnelijk zijn. Ze vergeten gewoon dat ze ooit verloren hebben.” Ali moest en zou nog eens laten zien dat hij superman was. Ten tweede speelt geld een grote rol. Met wedstrijden valt er namelijk veel te verdienen, zeker in deze tijd. “Boksers kregen altijd al veel betaald, maar op een bepaald moment zijn die bedragen echt gigantisch geworden.” Boksers krijgen tegenwoordig soms wel tot vijf miljoen dollar per minuut.
Jan van den Berghe is oud-bokscommentator en auteur van het boek "De artistieke uppercut".
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.