Door de hevige regenval dit voorjaar konden boeren hun gewassen pas laat inzaaien. Daardoor zijn ze ook pas later klaar voor de oogst. Terwijl ze zich wel moeten houden aan de vastgestelde deadline om te oogsten. "Laat het vakmanschap bij de boer."
Door de huidige wetgeving moeten veel aardappelsoorten al voor 1 oktober uit de grond, terwijl de meeste piepers op dat moment nog niet volgroeid zijn. Boeren willen af van de zogenoemde 'kalenderlandbouw' en zelf beslissen wanneer ze oogsten.
'Regels voelen onrechtvaardig'
"De weersextremen nemen toe, waardoor het steeds lastiger wordt om gewassen te telen", vertelt Evelien Drenth. Zij is beleidsadviseur bij de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) en werkt in het akkerbouwbedrijf van haar familie in Groningen. Volgens Drenth willen veel boeren af van wat 'kalenderlandbouw' wordt genoemd.
"De regels die er nu zijn voelen onrechtvaardig, want wij als boeren zijn afhankelijk van het weer. Maar we worden in principe wel afgestraft als we niet oogsten voor 1 oktober." Dat geeft de boeren stress en ze voelen zich daardoor onbegrepen. "Wij ervaren kalenderlandbouw als enorm frustrerend."
Bekijk ook
Kalenderlandbouw tegen stikstof
Al jaren komt er in Nederland te veel stikstof in het oppervlakte- en grondwater terecht. Dit is schadelijk voor de natuur, water- en bodemkwaliteit en de gezondheid van de mens. Daarom moet het stikstofgehalte in de bodem omlaag.
Hiervoor heeft de overheid beleid ingesteld, waarbij boeren op vaste data moeten oogsten, zoals 1 oktober geldt voor aardappelen. Na deze datum moet er namelijk een 'vanggewas' worden ingezaaid, zoals gras of wintertarwe. Dat houdt stikstof vast, zodat het niet in de bodem en het grondwater terechtkomt. Als boeren zich niet houden aan deze regels, mogen ze in het nieuwe jaar minder mest gebruiken.
'Natuur laat zich niet sturen'
De boeren hebben door het veranderende weer grote zorgen over hun oogsten. Om die reden heeft landbouwminister Femke Wiersma de boeren dit jaar 3 weken uitstel gegeven voor het binnenhalen van hun oogst. Maar dat is niet genoeg, vinden de boeren.
"Wij werken dagelijks met de natuur en moeten altijd rekening houden met weersomstandigheden. Dat is niet te vangen in een kalender, de natuur laat zich niet sturen", zegt Drenth. "We begrijpen niet waarom de minister de kalenderlandbouw aanhoudt. We willen er zo snel mogelijk vanaf."
Bekijk ook
Regels nodig
Boeren binnen de akkerbouwsector begrijpen dat er regels nodig zijn om het stikstofgehalte in de bodem te minimaliseren. "Wij vinden ook dat er zo min mogelijk stikstof in het water terecht moet komen. Maar wij denken dat het op een andere manier beter kan, namelijk door na de oogst de hoeveelheid stikstof in de bodem te meten", vertelt Drenth.
Dat meten kan bijvoorbeeld met een robot die tot 90 centimeter diep grondmonsters uit de bodem haalt. Deze zogenaamde meetrobot is bevestigd achter een soort minitrekker en wordt nu getest door kenniscentrum BO Akkerbouw. Het is de bedoeling dat die over een jaar op grote schaal kan worden ingezet.
Preciezer en op grotere schaal meten
Directeur André Hoogendijk van BO Akkerbouw is enthousiast over de robot. "Als de aardappels van het land zijn, gaan wij met de minitrekkers het land op om monsters te nemen. Die gaan vervolgens naar het lab, waarna we uitslag krijgen over de hoeveel stikstof er nog in de grond zit", vertelt hij.
Nu gebeurt het meten handmatig, maar dat is niet erg nauwkeurig. Door deze robot in te zetten, kan het meten preciezer en op grotere schaal worden uitgevoerd.
Verantwoordelijkheid ligt bij de boer
Als deze meetrobot wordt ingezet ligt de verantwoordelijkheid meer bij de boer zelf. "Deze stikstofmetingen kunnen boeren inzicht bieden in de hoeveelheid stikstof in hun grond", vertelt Hoogendijk. "Ze moeten er zelf voor zorgen dat er na de oogst niet te veel stikstof in de bodem achterblijft. Zodat het niet terecht kan komen in het grondwater. Op welke dag ze exact zaaien of oogsten, maakt dan niet meer uit."
Dat vindt ook landbouwkundige en onderzoeker aan de Universiteit Wageningen Wijnand Sukkel. Daarbij snapt hij de kritiek op de landbouwkalender. "Het hoeft niet precies 1 oktober te zijn, ik denk dat het flexibiliteit vraagt en de datum waarop geoogst wordt afhankelijk is van de weersomstandigheden dat jaar."
'Overheid is ook laks geweest'
De sector moet volgens hem niet alleen naar de overheid wijzen, maar ook zelf verantwoordelijkheid nemen. "Boeren en de landbouwsector in het algemeen hebben eigenlijk nog onvoldoende gedaan aan de uitspoeling van stikstof", zegt Sukkel.
"Ook de overheid is daar wat laks in geweest", legt hij uit. "Die is altijd erg toegeeflijk richting de boeren geweest, waardoor we nog steeds niet kunnen voldoen aan onze verplichtingen richting de Europese Unie wat betreft schoon grondwater."
Bekijk ook
'Iedereen moet zich aanpassen'
Sukkel denkt dat boeren op zoek moeten naar aardappelsoorten die eerder geoogst kunnen worden voor de voedselindustrie, bijvoorbeeld voor friet. "Uiteindelijk is het ook ten gunste van de industrie zelf, omdat ze door klimaatverandering in de problemen komen met hun leveringszekerheid."
"Daarom moeten boeren samen met de afnemers kijken naar een iets andere teeltwijze met vroegere rassen", zegt Sukkel. Drenth vindt ook dat het niet alleen een vraagstuk is voor de boeren, maar voor de hele aardappelketen. "Die vroege rassen kunnen voor een deel van de boeren een uitkomst zijn, maar dat kan alleen als de hele industrie meebeweegt. Iedereen moet zich aanpassen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.