Dat ASML een belangrijk bedrijf voor Nederland is, is algemeen bekend. Op het gebied van werkgelegenheid, maar zeker ook op het gebied van innovatie. Van alle Nederlandse bedrijven investeren ze het meeste in wetenschappelijk onderzoek.
Executive vice president technology van ASML, Jos Benschop, vertelt dat het bedrijf al jaren 15 procent van hun omzet uitgeeft aan 'research & development' (R&D). Doordat hun omzet is gegroeid, is daarmee ook hun uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek flink gegroeid. Het bedrijf gaf hier in 2023 2,8 miljard aan uit.
'Is onze rol te groot?'
Met deze uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek is ASML met afstand de grootste private investeerder in wetenschappelijk onderzoek.
Nummer 2, Philips, geeft 'slechts' 700 miljoen uit aan onderzoek. Dat is vier keer minder dan ASML. Nu vraagt ASML zich af: is onze rol in wetenschappelijk onderzoek niet te groot?
Zorgelijke ontwikkeling
Onderzoeker bij TNO Marcel De Heide vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat ASML er zo bovenuit stijgt. Hij ziet een steeds grotere concentratie van uitgaven aan R&D bij steeds minder bedrijven.
"De top 3 wordt steeds belangrijker, maar het is belangrijk om een bredere basis te hebben. Wij maken wel eens het grapje dat je niet alleen een A-SML, maar ook een B-SML, C-SML en D- SML nodig hebt in Nederland", zegt hij.
Van 300 naar 14.000 mensen
Maar dat ASML zoveel uitgeeft aan onderzoek noemt Benschop juist logisch aangezien het bedrijf in een sector zit waar de ontwikkelingen steeds sneller gaan, en je alleen bij kan blijven door te investeren in kennis.
Die urgentie zie je ook terug in het bedrijf zelf, vertelt hij. "Toen ik 28 jaar geleden begon, waren er 300 mensen bezig met R&D, vandaag de dag zijn dat er 14.000."
Nederland, kennisland
ASML geeft nu 70 procent van hun uitgaven aan R&D uit in Nederland. De reden: "We willen met de beste samenwerken", zegt Benschop. "En dat is nu gelukkig voor een groot deel in Nederland."
"Het is daarom heel belangrijk dat we blijven investeren in onze kennisbasis. De academische wereld en bezuinigingen daarop zouden op de lange termijn weleens tegen Nederland kunnen werken", vertelt Benschop.
Concurrentievermogen neemt af
De Heide kan zich hier ergens wel in vinden. "Het is natuurlijk geweldig dat we die grote spelers hebben in Nederland", zegt hij. "Maar", voegt hij toe, "die basis in Nederland van die uitgaven is heel erg smal."
"Stel dat het misgaat bij dat bedrijf zelf of in die sector en die R&D uitgaven zouden wegvallen bij de grote bedrijven, dan nemen die uitgaven ineens schrikbarend af." En dat zou betekenen dat het concurrentievermogen uiteindelijk afneemt, legt De Heide uit.
Innovatiekracht
Volgens hem verliezen we dan ons vermogen om die nieuwe en slimme producten te produceren waarmee Nederland in de toekomst geld moeten gaan verdienen. Daarom is het belangrijk dat die basis zo veel mogelijk wordt verbreed, weet de onderzoeker.
Benschop deelt deze zorgen over de toekomst. "Ik denk dat het voor Nederland heel belangrijk is dat er een gezond ecosysteem is met grote en kleine spelers die allemaal investeren in onze onderzoeken en innovatie."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.