
Waarom op Bonaire de verkiezingen niet belangrijk zijn: 'Zodra politici in Den Haag zijn, worden ze vergeten'
Tijdens de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen werd op het eiland Bonaire opgeroepen om de verkiezingen te boycotten. Dat omdat politiek Den Haag te weinig naar hen zou luisteren. De opkomst - die daar altijd laag is - was nu maar 21,5 procent.
De eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn zogenaamde 'bijzondere gemeenten' van Nederland. De boycot, georganiseerd door de Bonaire Human Rights Organization, komt vooral omdat er sinds die status in 2010 weinig is gebeurd op het eiland.
'Hebben ook burgemeester, wethouders en gemeenteraad'
"Ze worden bijzondere gemeenten genoemd omdat het bestuursmodel van deze eilanden is ingericht net als dat van Nederlandse gemeenten", legt hoogleraar Koninkrijksrelaties Wouter Veenendaal uit. "Instellingen heten anders, maar ze hebben ook een burgemeester, wethouders en een gemeenteraad."
Hij benadrukt dat het wel duidelijk is dat het geen gewone gemeenten in Nederland zijn. "Bepaalde wet- en regelgeving op de eilanden mag afwijken van die van Europees Nederland." Zo zijn regelingen rondom pensioenen niet hetzelfde als in Nederland. De eilanden hebben ook geen zetel in de Tweede Kamer.
'Er wordt niet geluisterd'
Mede daardoor is er onder de inwoners van de gemeenten het gevoel dat er niet naar ze wordt geluisterd, legt Veenendaal uit.
"Er komen geregeld bewindspersonen en ambtenaren vanuit Nederland naar de eilanden om input op te halen, heel veel zelfs. Maar het gevoel van de eilandbewoners is: ze praten even met ons, stappen weer op het vliegtuig terug naar Nederland, en zodra ze in Den Haag zijn, zijn ze vergeten waarover ze het hier hebben gehad."
Tweederangsburgers in Nederland
Op Sint Eustatius wordt daarom gesproken over autonomie. "Ze kijken naar Aruba, Curaçao en Sint Maarten, autonome landen binnen het Koninkrijk. Maar zowel op Sint Eustatius als in Den Haag is de gedachte dat een eiland met slechts 3.000 tot 4.000 inwoners eigenlijk geen autonoom land kan zijn."
Volgens Veenendaal ligt de enige echte oplossing in gelijkwaardigheid voor de inwoners. "Een einde maken aan het bestaan als tweederangsburgers in Nederland, want zo wordt het heel duidelijk ervaren."
Armoede niet aangepakt
Veenendaal zegt wel dat er sinds 2010 ook positieve veranderingen zijn op het eiland. "Vooral de zorg en het onderwijs zijn sinds 2010 enorm verbeterd. Nederland heeft daar flink in geïnvesteerd."
"Tegelijkertijd is het armoedeprobleem echter niet aangepakt", zegt hij. "Mensen zien bijvoorbeeld een nieuwe gevangenis of brandweerkazerne verrijzen, maar hebben niet genoeg geld om te eten en slaan soms maaltijden over. Dat is het directe gevolg van dit beleid", legt hij uit.
Diepterecord
Terug naar de verkiezingen. De opkomst op de eilanden is volgens Veenendaal altijd al erg laag, dus deze keer is geen verrassing. "Op Bonaire is de opkomst gedaald van 23,5 procent naar 21 procent. Dat is een verzwakking, mogelijk door de boycot. Maar de opkomst blijft sowieso veel lager dan in Europese Nederlandse gemeenten. Op Saba steeg de opkomst juist iets, richting de 30 procent, maar ook dat is nog steeds erg laag."
Het meest droevigste cijfer kwam van Sint Eustatius, vertelt hij. "Daar lag de opkomst onder de 10 procent, een diepterecord dat in geen enkele Europese Nederlandse gemeente ooit is gehaald."
Signaal afgeven
Veenendaal legt uit dat de lage opkomst bij verkiezingen een manier kan zijn voor inwoners om een signaal af te geven, wat het boycot dus wil. Tegelijk kan het volgens hem komen doordat de inwoners zich niet betrokken voelen bij Nederland. "Je moet ook bedenken dat de voertaal op Saba en Sint Eustatius Engels is, en op Bonaire Papiaments."
"Mensen kunnen misschien wel Nederlands, maar er is toch een barrière om alle verkiezingsdebatten die in Nederland plaatsvinden te volgen. En die gaan natuurlijk vooral over thema's die in Europees Nederland spelen."