
Teler Gert verrast door proef met minder gif in lelieteelt: 'Moet je eens kijken wat we kunnen'
Na 3 jaar experimenteren op proefvelden is duidelijk geworden dat lelieteelt met veel minder chemische middelen kan. Dit blijkt uit onderzoek van Duurzame Bollenteelt Drenthe. "Ik ben wel verrast door de uitkomst", vertelt deelnemend lelieteler Gert.
De lelie is van nature een kwetsbare plant, gevoelig voor schimmels, virussen en luizen. Een kleine aantasting kan al leiden tot flinke schade. Toch laat de proef in Drenthe, waar in totaal 8 telers aan meededen, zien dat het mogelijk is om het gebruik van bestrijdingsmiddelen flink te verlagen. De totale milieubelasting daalde met 58 procent.
'Verrast door de uitkomst'
Gert Veninga uit Hijken, is een van de lelietelers die deelnam aan de proef. "Ik ben wel verrast door de uitkomst", vertelt hij. Hij vindt het belangrijk om te laten zien dat de sector bezig is om het op een andere manier te doen.
De deelname aan het onderzoek heeft Veninga doen nadenken over of het gebruik van chemische middelen wel altijd nodig is. "Dat je vaker nadenkt over of die standaardhandeling die we vroeger gebruikten, en die sommigen misschien zelfs van hun opa geleerd hebben, of die nou altijd nodig zijn? En moet dat ook elke week? Of kan het met een ander middel?", zegt hij.
Weerbaardere lelies en slimme technieken
Een belangrijk hulpmiddel bij de nieuwe methode is het gebruik van weerstations en voorspellingssystemen op het veld. Daarmee kunnen telers beter inschatten of spuiten nodig is. En zo ja, of dat ook met een milder middel kan. Daarnaast speelt de keuze van het lelieras ook een grote rol, legt projectleider Ben Seubring uit.
"De ene soort is veel sterker dan de andere. Door bewust te kiezen voor weerbaardere rassen kun je veel winst boeken." Ook bodemkwaliteit helpt mee. "Als je aan het begin al zorgt voor een gezonde bodem en de inzet van biostimulanten of meststoffen, maak je de plant sterker. Daardoor heb je uiteindelijk minder chemie nodig."
Nieuwe 'mindset'
Bij de nieuwe manier van telen gebeurt een gedeelte van de onkruidbestrijding met machines en met de hand. Maar ook dat kost heel wat geld. Kan het dan nog wel of wordt de lelie straks onbetaalbaar? "Ik weet eigenlijk zeker dat het economisch haalbaar is", zegt teler Veninga.
Volgens hem is het vooral een andere mindset die nodig is. "En dat we ook eerst kijken van wat is er wel nodig, wat is er niet nodig? En dan doen we het op die manier. Want de kwaliteit van de lelies die we produceren van die leliebol, die staat steeds voorop."
Op het juiste moment
De uitkomsten van de proef komen op een moment dat de druk op de bollensector toeneemt. In gemeenten als Westerveld, waar de proef is gedaan, leidt het gebruik van bestrijdingsmiddelen al jaren tot zorgen. Omwonenden, artsen en natuurorganisaties waarschuwen voor mogelijke gezondheidseffecten, zoals een verhoogde kans op parkinson of bepaalde vormen van kanker.
In april dit jaar oordeelde de Raad van State dat siertelers in sommige gevallen een natuurvergunning nodig hebben vanwege de risico's voor Natura 2000-gebieden. Tegelijk ontbreekt het volgens critici aan handhaving.
'Moet je eens kijken wat we kunnen'
De proef is nu afgerond en Veninga hoopt dat ze tijdens de presentatie van de resultaten gisteren, waar ook bewoners bij aanwezig waren, hebben kunnen laten zien dat het met minder chemische middelen kan. Ook de andere deelnemende telers uit de proef zijn enthousiast, maar Veninga ziet ook andere collega's uit Drenthe die het op een duurzamere manier willen doen.
"Een totaal van 19 is vorig jaar al bij elkaar geweest waarbij wij konden laten zien: moet je eens kijken wat we kunnen. Laten we het samen op een andere manier gaan doen", vertelt hij. De groep van 19 telers heeft de ambitie om binnen 3 jaar dezelfde milieu-impact te hebben als de gangbare landbouw.