Vorige week werd een vrouw in Zeist slachtoffer van ernstig seksueel geweldBron: ANP
Vorige week werd een vrouw in Zeist slachtoffer van ernstig seksueel geweld

Opsporen zedenverdachten moeilijker dan het lijkt, zeggen deze oud-rechercheurs: 'Camerabeeld is maar momentopname'

Drie heftige zedendelicten in een week. In Zeist, Rotterdam en Amsterdam was het de afgelopen week raak. En in alle drie de gevallen is de verdachte nog altijd voortvluchtig. Hoe kan dat? "Vraagt om heel veel menskracht en die moet er wel zijn."

In de bossen bij Zeist werd een vrouw afgelopen vrijdag slachtoffer van ernstig seksueel misbruik. In Amsterdam werd een vrouw 's nachts van het pad afgesleurd en meerdere keren geslagen. En volgens de politie was ook hier sprake van ernstig seksueel geweld, net zoals in Rotterdam waar vorige week een 14-jarig meisje in het Zuiderpark op klaarlichte dag werd aangerand.

Mijden uit angst

Drie zedenzaken in één week is uitzonderlijk, vertellen oud-rechercheurs Sander Schaepman en Irene Kersten. Maar het kan wel wat doen met het gevoel van veiligheid voor veel mensen, vertelt Kersten. "Mensen zijn wel heel bang voor wat er in een parkje kan gebeuren en helaas is dat nu dan de waarheid geworden in drie gevallen in een week."

Het kan het gevoel van angst en onzekerheid enorm versterken, beaamt ze. "Het kan tot gevolg hebben dat mensen een plek gaan vermijden. En dat vermijden betekent dan weer dat er minder sociale controle is en dat werkt dan weer averechts."

Open communicatie

Het is daarom belangrijk dat de politie zich extra laat zien op deze plekken, legt Kersten uit. "De angst van de buurtbewoners moet serieus genomen worden. De wijkagent kan zich wat vaker laten zien en het gesprek aangaan."

Want hoe de opsporing eraan toe gaat, daar kan de politie volgens Kersten maar beperkt open over zijn. "Maar als er iets nieuws te melden is, dan kan de politie er wel voor kiezen dat zo open mogelijk te communiceren."

Een klachtendelict

De opsporing van een verdachte - zedenzaak of niet - is moeilijker dan het lijkt, zeggen beide rechercheurs. Het gaat in alle drie deze gevallen om een zogeheten klachtendelict, legt Schaepman uit. "Dat betekent dat mensen het zelf moeten melden of aangifte moeten doen."

Je bent als politie van allerlei factoren afhankelijk. "De informatie die je hebt, wat voor sporen je kunt vinden. Denk aan digitale sporen, zoals camerabeelden. Maar ook getuigenverklaringen. En iemand kan zich soms snel uit de voeten maken, vertrekt naar een ander dorp, andere stad of soms zelfs een ander land."

Arbeidsintensief werk

Beide rechercheurs benadrukken dat het om arbeidsintensief werk gaat. Kersten: "Je hebt het technisch onderzoek en het tactisch onderzoek. Het eerste betekent dat er gekeken wordt naar sporen en het tactisch onderzoek betekent dat er gekeken wordt naar of er getuigen of camerabeelden zijn. Dat is een heel arbeidsintensief onderzoek."

Hoewel er tegenwoordig op veel plekken camera's hangen, wil dat niet zeggen dat al die beelden altijd bruikbaar zijn. "Een camerabeeld is maar een momentopname, het geeft je alleen zekerheid dat op dat moment de verdachte op die locatie was. Maar om de verdachte op te sporen moet je vervolgens verder kijken. Het vraagt heel veel menskracht en die moet er wel zijn", vertelt Schaepman.

Geen onwil

In 2021 berichtte EenVandaag dat veel aangiftes van zedendelicten bij de politie op de plank bleven liggen. Volgens Schaepman heeft de politie veel van geleerd en ook Kersten erkent dat de prioriteit voor zedenzaken nu hoog staat bij de politie. Maar in juni dit jaar meldde demissionair minister Van Weel van Justitie en Veiligheid nog dat de verwachting is dat de tekorten bij de politie zullen oplopen tot 300 miljoen euro in 2030.

Er is dan ook echt geen sprake van onwil, zegt Schaepman. Maar: "De mensen moeten er wel zijn. Als je naar dit jaar kijkt dan heeft de politie los van alle voetbalwedstrijden en de NAVO-top ook gewoon een rooster met elkaar te vullen. Ergens houdt het op. Niemand zal die zaken niet belangrijk vinden, maar je moet wel de mensen in dienst hebben om al dat intensieve speurwerk te doen."