
Nederland is walhalla voor bever, daarom komt er nu landelijke aanpak: 'Gaten in de dijk van 10 meter diep'
Hij is terug van weggeweest, en goed voor de natuur: de bever. Maar de bedreigde soort vormt inmiddels een serieus probleem voor onze dijken. Zó groot, dat er nu een landelijke aanpak is gemaakt. "We hebben er een eigenwijze waterbeheerder bijgekregen."
In 1826 was er geen bever meer over in Nederland: de soort was helemaal uitgestorven. Na ruim 160 jaar, in 1988, werd het beestje teruggebracht in natuurgebied de Biesbosch. Het werd een succesverhaal: inmiddels zijn er naar schatting zeker 7.000 bevers in Nederland.
Een walhalla
Terwijl hij weg was, hebben we Nederland onbedoeld een stuk aantrekkelijker gemaakt voor de bever. "Bevers zijn uitgestorven in een tijd waarin we nog weinig gebouwd hadden. Pas daarna zijn we spoorbanen gaan aanleggen en dijken gaan ophogen. De bever heeft water nodig met een steile oever, en graaft daaronder een gang omhoog naar een droge kamer. Alles wat wij hebben aangelegd, is ideaal leefgebied voor de bever. Een walhalla", zegt Elze Polman van het Kenniscentrum Bever.
Goed nieuws voor de bever, maar slecht nieuws voor sommige belangrijke infrastructuur. Bevers zijn territoriaal, en concurrentie pikken ze niet. "Dus komen ze steeds vaker uit op plekken die eigenlijk helemaal niet geschikt zijn. En dan ontstaat er overlast", legt Polman uit.
Niet zichtbaar
"Een paar jaar geleden ontdekten we een aantal gaten in de Waaldijk, tot wel 10 meter diep en zo breed dat er een volwassen man in past", vertelt Jelmer Krom van Waterschap Rivierenland. "Dat is onze belangrijkste dijk. Als daar iets misgaat, heeft dat gevolgen voor duizenden mensen."
De schade is bovendien moeilijk op tijd te ontdekken. De bever werkt vooral 's nachts, onder water, en in dichtbegroeide gebieden. Dat valt pas op als het te laat is, en er een verzakking, zinkgat of lekkage is veroorzaakt.
Meer bevers, meer schade
"We hebben in ons waterschap 1.000 kilometer aan dijk. Een hol detecteren, uitgraven, herstellen en monitoren, dat kost gewoon geld. En veel ook", zegt Krom. Ook de Unie van Waterschappen ziet de kosten oplopen. "Hoe ver laat je dat doorgaan? Dat gesprek komt steeds meer op gang", zegt woordvoerder Rob Spit.
Kees Schep, coördinator beverbeheer bij het waterschap Rivierenland, vat het probleem samen: "Eigenlijk hebben wij al bedacht hoe Nederland eruit moet zien. En nu hebben we een nieuwe waterbeheerder erbij, die zegt: ik ga gewoon lekker mijn eigen ding doen."
Beschermde status
Waterschappen en andere betrokken organisaties vragen al langer om duidelijkheid over hoe ze met dit probleem om moeten gaan. Want wat is belangrijker: het leefgebied van de bever, of het beschermen van infrastructuur?
"De bever is een beschermd dier. Volgens de habitatrichtlijn zijn ook zijn burchten, gangen en dammen beschermd. Daar mag je niet zomaar aankomen", legt Schep uit. "Als je dat toch wilt doen, bijvoorbeeld om een dijk te repareren, moet je wel de juridische middelen hebben om dat te doen, zoals een vergunning of een protocol."
Twaalf verschillende plannen
Daar werd aan gewerkt, zegt Schep, "maar provincies mogen zelf bepalen hoe ze hun natuurbeleid vormgeven. We waren bezig met twaalf verschillende beverprotocollen, maar de bever kijkt over grenzen. Die heeft zijn territorium misschien in twee of meer provincies."
Aan die verwarring moet nu een einde komen. Vandaag presenteert het Rijk de Landelijke Beveraanpak. De belangrijkste winst: er komt één landelijk protocol voor alle beheerders, van waterschappen en Rijkswaterstaat tot ProRail. Het moet duidelijk maken welke instantie de verantwoordelijkheid heeft en welke maatregelen wel of niet mogen worden genomen.
Gaas en stenen
Daarnaast wordt het voor infrastructurele projecten in het hele land duidelijk welke preventieve maatregelen kunnen worden genomen tegen beverschade. Op een dijk, weg of talud kunnen bijvoorbeeld gaas of stenen worden gelegd om de bever buiten te houden.
Het grootste doel is schade voorkomen voordat die ontstaat. Dat moet nu gebeuren met een nieuwe risicoanalyse, monitoring en slimme inrichting van het landschap. Liever de bever verleiden ergens anders te gaan zitten, dan achteraf de schade herstellen, is de gedachte.
Samenleven
We zullen hoe dan ook moeten leren leven met de bever, vindt beverbeheerder Schep. Afschieten is verboden, en je kunt een beverfamilie niet verplaatsen, weet hij. "Als ik de bevers in dit territorium zou verwijderen, weet ik dat er binnen een jaar weer nieuwe zijn. Er zit een familie in de buurt, en elk jaar komen er jongen bij."
Gelukkig is het ook niet altijd nodig. "Deze familie hier houdt het territorium op orde, en voorkomt dat er andere jonge bevers bijkomen. Zolang deze familie geen problemen geeft, zie ik geen reden om in te grijpen. Dan heb ik liever hier grip op de zaak, dan dat er weer nieuwe bevers komen die een ander plan trekken."
'Bevers zijn net als wij'
Als we goed met de bever omgaan, kunnen we ook genieten van de voordelen, zegt beverexpert Elze Polman. "Dood hout, natte gebieden, insecten, vogels, vissen. Ze zorgen voor biodiversiteit. En water vasthouden, dat kunnen ze ook. Zeker nu met de droogte is dat eigenlijk heel welkom. Bevers zijn net als wij: harde werkers, ze leven in families en regelen hun eigen waterpeil."
Maar genieten kan alleen als je de risico's onder controle hebt. En daar zit nog een financieel vraagstuk. "Er is nu geld voor het oplossen van problemen", zegt een betrokkene bij de landelijke aanpak. "Maar voor de werkpakketten die echt nodig zijn, zoals structurele preventie en risicoanalyse, is nog niet duidelijk of het Rijk dat ook gaat betalen." Dat moet nog blijken, zeggen betrokkenen.