Kurhaus en pier van Scheveningen in zwaar weer

Het was ooit een mondaine badplaats waar de elite  op afkwam, waar sterren als Marlene Dietrich en Edith Piaf optraden en het residentie orkest bezoekers van heinde en ver trok. Vandaag de dag lijkt er weinig meer van de glorie van weleer over.

De pier is failliet en het Kurhaus verkeeert in financiële problemen; de huur is al een paar maanden niet betaald. Waarom en wat ging er mis met deze ooit zo populaire badplaats? Valt het nog in ere te herstellen?

EenVandaag spreekt hierover met de curator van de pier, die uitlegt waarom deze failliet is en wat de oorzaak van de financiële problemen bij het Kurhaus zijn. Ook gaan we een stap terug in de tijd bij het Muzee Scheveningen, waar directeur Paul de Kievit ons meeneemt naar de glorietijd van het Kurhaus. Verder legt strandtenthouder Marlou Rook uit wat zij merken van de teloorgang van de ooit zo populaire badplaats.

Bekijk op www.youtube.com

Pier Scheveningen te koop
De wachttijden voor geestelijke gezondheidszorg zijn langBron: Pexels
De wachttijden voor geestelijke gezondheidszorg zijn lang

Waarom zijn de wachttijden zo lang en hoe kunnen ze worden verkort? En andere vragen over de ggz beantwoord

Doe mee

Het aantal Nederlanders dat medicijnen slikt voor ADHD is in 20 jaar tijd verviervoudigd. Zij zoeken ook vaker hulp in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), maar daar zijn al jaren lange wachttijden. We vroegen wat jullie hierover wilden weten.

Jullie vragen worden beantwoord door Floortje Scheepers, psychiater en hoogleraar Innovatie in de ggz (UMC Utrecht), en door Xander Koolman, die als gezondheidseconoom (Vrije Universiteit Amsterdam) onderzoek deed naar de registratie van wachttijden in de ggz.

1. Wat zijn volgens jullie de belangrijkste oorzaken van de lange wachttijden voor de ggz? Zijn we te makkelijk hulp gaan zoeken, of heeft het meer te maken met een tekort aan psychologen, of met bezuinigingen?

"Wachttijden komen door personele krapte aan de ene kant en een groeiende, onuitputtelijke vraag aan de andere kant", begint Scheepers. "1 op de 4 volwassenen ervaart psychische problemen in zijn leven, maar daar is de capaciteit in de ggz bij lange na niet toereikend voor. Toch zie je dat mensen met steeds lichtere klachten óók de ggz opzoeken, waar zij vroeger misschien nog hulp zochten bij de dominee of in hun gemeenschap."

Ook Koolman benoemt deze scheefgroei: "Er zijn meer mensen die recht hebben op zorg - gekeken naar de criteria waar zij aan voldoen - dan dat er personeel en plekken zijn om die zorg te verlenen. Er is dus een continue overvraag." In 2024 ontvingen bijna 1,6 miljoen Nederlanders geestelijke gezondheidszorg. Voor zover bekend waren er op 1 oktober 2024, de laatste peildatum van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), 108.878 wachtplekken in de ggz.

Zorgaanbieders en hulpverleners hebben ook bepaalde voorkeuren, ziet Koolman. "Voor type patiënten, voor regio's, voor zorguren. Dat kun je ze niet kwalijk nemen en mag ook; zorgverleners mogen zich specialiseren in een bepaalde patiëntengroep. Maar als jij dan toevallig niet tot die voorkeursgroep behoort, dan wordt het een stuk lastiger voor jou om zorg krijgen." Het een heeft ook met het ander te maken, benadrukt hij: "Doordát meer mensen recht hebben op zorg dan dat er gegeven kan worden, kunnen zorgverleners ook selecteren wie zij behandelen en wie niet."

En dan is er nog de organisatie van de ggz, benoemt Scheepers. "De ggz is heel ingewikkeld ingericht met allerlei loketten en poliklinieken en labels. Daardoor staan mensen soms op de wachtlijst voor het ene loket, maar worden ze - daar eenmaal aangekomen - doorverwezen naar een volgend loket. De efficiëntie is ver te zoeken, en daar komt nog bij dat de financiering ook geen prikkel geeft om dit aan te pakken", zegt ze. "Alles bij elkaar kom je zo tot een perfect storm waar we in vastzitten en waaruit het heel moeilijk is om ons los te wringen."

Wat was het nieuws over ADHD?

2. Hoe kan het dat er meer diagnoses worden gesteld? Was het vroeger minder makkelijk te herkennen dat mensen een neurodivers brein hebben?

"Dat heeft ermee te maken dat diagnoses in de ggz per definitie 'rekbaar' zijn", antwoordt Scheepers. "Een longontsteking of een gebroken been kun je aanwijzen. Maar het is minder duidelijk hoe je bijvoorbeeld symptomen als 'een slechte concentratie' kunt aantonen."

Ook worden diagnoses steeds verder opgerekt. "De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving bracht onlangs een advies uit over de diagnose-expansie waarin onder andere staat dat grenzen in de ggz worden opgerekt", vertelt ze verder. "Vaak zie je dat een diagnose eerst alleen gegeven werd aan een hele 'ernstige' groep mensen die aan alle criteria voldoen, maar dat naarmate de tijd verstrijkt steeds meer mensen zich gaan herkennen in de symptomen en ook mensen met mildere klachten in aanmerking komen voor zo'n diagnose".

"Daarbij wordt de samenleving steeds complexer en geïndividualiseerder, waardoor mensen bijvoorbeeld sneller vastlopen op school of in hun werk en dan denken dat er iets mis met ze is", gaat ze verder. "Maar in een samenleving zijn er natuurlijk verschillen tussen mensen: niet iedereen is goed in sport, niet iedereen kan zich goed concentreren. Alleen zijn we dat laatste steeds meer gaan medicaliseren."

"Het is ingewikkeld dat er natuurlijk altijd mensen heel positief zijn over medicatie, bij wie het erg helpt. Maar op de lange termijn staat de effectiviteit van medicatie bij stoornissen als ADHD best ter discussie. Als je kritisch over dat medicijngebruik bent, lijkt het alleen alsof je mensen niet serieus neemt, dat is niet de bedoeling. Wel moet je je afvragen wie met medicatie geholpen kan worden en wie net zo veel of meer heeft aan andere hulp of veranderingen in de omgeving."

Bron: Eigen foto's
Floortje Scheepers en Xander Koolman

3. Zou het niet logisch zijn dat bepaalde diagnoses met meer prioriteit worden behandeld dan anderen?

"Ja, het vervelende is dat door de toename in diagnoses een steeds grotere groep een beroep doet op de zorg", zegt Scheepers. "De groei in de ggz komt vooral door de groep mensen met mildere problemen. De groep met ernstig psychiatrische aandoeningen is de afgelopen 20 à 30 jaar redelijk constant gebleven in grootte. Maar juist die mensen met complexere klachten die heel erg vastlopen op allerlei levensterreinen, kunnen door de groei moeilijker de juiste zorg krijgen."

Er is geen duidelijke richtlijn waarmee bepaald kan worden wie prioriteit krijgt op een wachtlijst voor de ggz, vertelt Scheepers. "Natuurlijk is er wel een crisisdienst voor noodgevallen, maar verder komt iedereen die via een huisarts of psycholoog wordt doorverwezen ergens op een wachtlijst te staan, onafhankelijk van de ernst of de problemen die je hebt."

"Ik vermoed dat er wel huisartsen zijn die in hun doorverwijzing enige prioriteit aangeven, en er zijn tegenwoordig ook zorgverzekeraars die bemiddelen als iemand al lang op een wachtlijst staat, maar dan nog moet je maar net ergens terecht kunnen bij een zorgaanbieder. Zeker voor wie complexe problemen heeft zijn er minder plekken."

4. Leidt de huidige financieringsstructuur tot wachttijden omdat instellingen complexe cliënten mijden?

"Zeker, de financieringsstructuur helpt niet mee", antwoordt Scheepers. "Of iemand nou ernstige of mildere problematiek heeft: een zorgaanbieder in de specialistische ggz krijgt voor een uur hetzelfde bedrag. Je krijgt geen toeslag voor complexere problemen."

"Ggz-instellingen beginnen wel steeds meer transdiagnostisch te werken, waarbij labels niet langer leidend zijn. Maar als je bijvoorbeeld autisme hebt en óók depressief bent, dan kost dat voor een zorgaanbieder toch meer tijd, spanning en overleggen, dan de zorg voor iemand met een enkelvoudige problematiek."

Gezondheidseconoom Koolman legt uit welke rol zorgverzekeraars hierin kunnen spelen: "Zij proberen met hun inkoopgedrag ruimte te creëren op plekken die volgens hen het meest urgent zijn. Dat zijn meestal plekken voor mensen met complexe problemen. Maar de zorgverzekeraars lopen er tegenaan dat ze weliswaar iets meer geld kunnen besteden aan de inkoop van bepaalde zorgplekken, maar dat zij andere zorgplekken niet mogen weigeren."

"Zorgverzekeraars hebben namelijk een zorgplicht. Mensen die een diagnose hebben gekregen, hebben dus recht op zorg, en die zorg moeten de zorgverzekeraars gewoon betalen", verklaart hij. "De discussie wordt gevoerd over het felbevochten artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeraars vinden dat zij daarin te weinig ruimte krijgen om aan te sturen op de meest urgente zorgplekken, terwijl zij wel een zorgplicht voor iedereen hebben."

5. Zijn de wachtlijsten ergens in te zien, of waarom is er niet gewoon één wachtlijst?

"De wachtlijsten worden niet goed bijgehouden, heb ik in eigen onderzoek aangetoond", vertelt Koolman. De helft van de zorgaanbieders in de ggz maakte volgens dat onderzoek in de periode juni 2023 tot juli 2024 fouten bij het aanleveren van informatie over de wachttijden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). "We zagen dat sommige zorgaanbieders geen data aanleveren, of juist te veel. Er zaten enorme overschattingen in de data, en ook wezenlijke onderschattingen."

"Er is daardoor veel onduidelijkheid over het totaal aan precieze wachtplekken en wachttijd. Maar alle partijen bevestigen dat met name patiënten die wat meer en complexere zorg nodig hebben, niet terecht kunnen", zegt Koolman.

Zorgaanbieders zijn overigens wel verplicht hun wachttijden op hun website te vermelden, of te verwijzen naar kiezenindeggz.nl. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ziet hierop toe. De NZa is bezig met het ontwikkelen van een openbaar dashboard dat actuele ggz-wachttijdgegevens op één plek samenbrengt. Het streeft ernaar dat dashboard in het najaar van 2025 te publiceren.

Koolman zag in de registratie van wachtplekken ook dat er gemeten werd per regio. "Eén wachtlijst per verzekeraar zou eigenlijk beter werken. Je zou dan niet meer kunnen kiezen of je terechtkomt bij hulpverlener A, B of C, maar het kan best fijn zijn om dit aan de zorgverzekeraar over te laten, zodat zij meer kunnen schuiven in de wachtplekken", zegt hij. "Alleen is er veel weerstand over het delen van medische informatie met zorgverzekeraars. Die informatie zouden zij nodig hebben om een passende zorgaanbieder te zoeken, maar vooral hulpverleners en soms ook patiënten zelf willen die informatie niet delen met zorgverzekaars."

6. Hoe kunnen we de wachttijden in de ggz verkorten?

"Er zijn meerdere routes", zegt Koolman, "maar je moet in ieder geval iets met de vrijheid die zorgaanbieders hebben om eigen patiënten te kiezen. Er zijn nu groepen aan wie zij de voorkeur geven, terwijl andere groepen de ggz eigenlijk harder nodig hebben. Om dit te veranderen zou je artikel 13 kunnen aanpassen, zodat zorgverzekeraars meer kunnen sturen op het creëren van ruimte daar waar de urgentie het hoogste is. Maar dat is een soort politieke impasse: hierover is het kabinet met gezondheidsminister Edith Schippers destijds - in 2014 - bijna gevallen, dus dit is een impopulaire verandering om opnieuw op tafel te leggen."

"Je kunt ook zeggen: er is simpelweg te weinig geld om iedereen in de ggz te behandelen, dus de overheid moet meer geld uittrekken. Dat is een optie. Maar Nederland geeft al relatief veel uit aan geestelijke gezondheidszorg vergeleken met andere landen, dus dat extra geld zal er waarschijnlijk niet komen," zegt Koolman. "Een andere mogelijkheid is dat zorgverzekeraars niet meer het volledige bedrag vergoeden, maar bijvoorbeeld nog maar 75 procent. De overige 25 procent zou dan voor rekening van de burger komen. Daarmee los je het kostenprobleem op, maar het is natuurlijk geen populaire maatregel."

Hoogleraar Innovatie in de ggz Scheepers pleit voor een andere kijk op de ggz en mentale problemen. "Als we in Nederland de ggz willen veranderen, dan moet daar een andere mindset aan ten grondslag liggen. Dat we met elkaar bedenken: hoe kijken wij nou naar mentale problemen? Als je vanuit de huidige medische bril blijft kijken, dan kun je het systeem wel wijzigen maar dan verandert er niet echt iets."

"Een quick fix met medicatie is verleidelijk, maar het zou goed zijn als gezocht wordt naar de juiste vormen van hulp door te kijken naar hoe iemand functioneert en zijn of haar leven kan leiden. Als iemand nooit langer dan twee maanden een baan kan vasthouden, of constant in tien sloten tegelijk loopt of geen relaties kan onderhouden, dan moet je doorvragen waar die onrust vandaan komt. Of die inderdaad komt door een stoornis zoals ADHD, of dat er misschien iets anders speelt. Dan hoef je geen recept voor Ritalin uit te schrijven."

"In Nederland hebben wij de meeste psychiaters per hoofd van de bevolking", vervolgt Scheepers. "Maar er zijn genoeg andere landen waar anders wordt omgegaan met mentale problemen. In Triëst in Italië bijvoorbeeld zijn ze radicaal anders gaan kijken naar wat mensen nodig hebben bij mentale problemen, en zijn ze uitgekomen op een relationele aanpak: veel hulp wordt daar geboden in communities en in relatie tot anderen."

7. Wat voor advies krijgen mensen die voorlopig niet bij de ggz terecht kunnen?

Een woordvoerder van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) laat weten dat zij meerdere onderzoeken hebben gedaan of zorgverzekeraars het uiterste doen om hun verzekerden aan zorg te helpen. "Vanuit hun zorgplicht moeten zij ervoor zorgen dat verzekerden op tijd en binnen een redelijke reisafstand zorg uit het basispakket krijgen als zij dit nodig hebben. Als verzekerden toch lang moeten wachten op zorg, kunnen zij bij hun zorgverzekeraar terecht voor zorgbemiddeling. De zorgverzekeraar bekijkt dan waar iemand snel(er) terecht kan, koopt extra zorg in of laat een verzekerde naar een ongecontracteerde zorgaanbieder gaan, zonder dat er moet worden bijbetaald.

"Daarnaast is samenwerking met het sociaal domein en gemeenten van groot belang: niet alle hulpvragen horen thuis in de ggz. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van het verkennend gesprek en mentale gezondheidsnetwerken."

"Er zijn steeds meer plekken aan het ontstaan waar mensen op een laagdrempelige manier hulp kunnen krijgen", licht hoogleraar Scheepers dit toe. "Voor het Integraal Zorgakkoord worden nu in allerlei regio's verkennende gesprekken gevoerd om een soort triage tussen de hulpvraag en de ggz in te stellen. Dat gebeurt in bijvoorbeeld gezondheidscentra en kan leiden tot een verwijzing naar groepen met lotgenoten. Dat is goed, want sommige mensen hebben meer baat bij contact met lotgenoten of hulp van iemand in het sociale domein, en hebben niet per se de ggz nodig."