
Ieder kind naar een 'gewone' basisschool in 2035? Dit moet volgens experts nog gebeuren om 'inclusief onderwijs' succesvol te maken
Als kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan, is dat goed voor hun resultaten én sociale ontwikkeling, zeggen experts. Het kabinet wil daarom in 2035 het inclusief onderwijs hebben ingevoerd. De vraag is hoe reëel die ambitie is.
Het gebeurt nu al in ruim zestig klassen dat kinderen met een beperking naar een reguliere basisschool gaan.
Aangepast lokaal in de eigen buurt
"Daar krijgen kinderen met een beperking onderwijs en (medische) zorg op maat", vertelt programmamanager 'Samen naar School' Maartje van Boekel bij de Stichting het Gehandicapte Kind.
"Ze hebben een aangepast lokaal, in hun eigen buurt. Dat is fijn voor ouders. Ze kunnen hun kind zelf wegbrengen. Het hoeft niet met een taxibusje naar een school ver weg. En het krijgt de kans om vriendjes te maken in de eigen buurt", legt Maartje van Boekel uit.
'Goed voor sociale ontwikkeling'
De eerste 'Samen naar School'-klas ontstond in 2006 op initiatief van een groep ouders, vertelt Van Boekel. "Wij willen dat er voor 2027 zo'n honderd klassen zijn, want het werkt. Het heeft een meerwaarde voor kinderen met een beperking, maar ook voor kinderen zonder een beperking. Die zien dat elk kind anders is. Zo leren ze elkaar begrijpen. Het is goed voor hun sociale ontwikkeling."
Soms kunnen kinderen uit zo'n speciale klas zelfs naar een reguliere klas met hun begeleider. Daar sluiten ze dan aan bij de activiteiten en leermomenten, zodat ze zich aan deze leerlingen optrekken. Als dat te veel wordt, gaat het kind terug naar de 'Samen naar School'-klas.
Helemaal niet naar school
Omgekeerd geldt voor kinderen uit reguliere klassen dat het fijn kan zijn om aan te haken bij de 'Samen naar School'-klas, zegt Van Boekel. "Daar kunnen ze oefenen met lezen, samen knutselen of tot rust komen. Deze dagelijkse contacten zorgen ervoor dat de leerlingen elkaar beter leren kennen en pestgedrag wordt voorkomen", volgens de programmamanager.
Het kabinet streeft ernaar dat in 2035 de meeste scholen de overgang naar inclusief onderwijs hebben gemaakt. Temeer omdat meer dan 10.000 kinderen met een beperking nu helemaal niet naar school gaan en er enorme wachtlijsten bestaan voor het speciaal onderwijs.
Extra ondersteuning nodig
Volgens Van Boekel komt dat doordat de reguliere scholen nu nog te weinig maatwerk kunnen bieden aan leerlingen met een 'rugzakje' die extra ondersteuning nodig hebben. Het passend onderwijs voldoet dus niet. Vandaar dat ouders uitwijken naar gespecialiseerd onderwijs. "Inclusief onderwijs is de verbeterde vorm van passend onderwijs", zegt Van Boekel.
Om de ambitie van het kabinet waar te maken moet er nog veel gebeuren, volgens directeur-bestuurder Alain van de Haar van de Sectorraad GO, de koepel voor gespecialiseerd onderwijs. Hij staat achter de plannen voor het inclusief onderwijs, maar ziet nog wel grote obstakels. "Eerst moet het hele systeem omgegooid worden. Onderwijs en jeugdzorg moeten veel meer gaan samenwerken. Misschien moet het zelfs één systeem worden om echt stappen te kunnen maken."
Kleinere klassen
Hij wijst erop dat de klassen in het reguliere onderwijs verkleind moeten worden en dat er per klas eigenlijk dubbele bezetting nodig is. "De pedagogische en didactische kant van het onderwijs moeten goed georganiseerd gaan worden. En niet zoals nu dat er achttien verschillende partijen om één leerling bezig zijn", zegt hij.
"Als er één systeem ontstaat, kunnen al de controle- en overlegsystemen vervallen en komen er een flink aantal fte's en middelen vrij. Als die allemaal in en rondom de klas aan het werk gaan, durf ik te voorspellen dat inclusief onderwijs mogelijk is."
'Enige manier'
Ook Van Boekel ziet dat er nog veel nodig is om die ambitie waar te maken. Er zijn voldoende financiële middelen nodig, leraren moeten hiertoe toegerust zijn en er is een mindshift nodig in het hele onderwijsveld. Je moet als school echt willen dat elk kind welkom is.
"Maar het moet echt lukken, omdat het de enige manier is om te werken aan een inclusieve samenleving", concludeert Van Boekel.
Druk weg bij leraren
"En op het moment dat in de inclusieve school ook zorgmedewerkers aanwezig zijn, dan haalt dat een heleboel druk bij de leraren weg. Dus inclusief onderwijs biedt ook een oplossing voor het lerarentekort en hoge werkdruk."
Van Boekel verwacht dat op termijn speciaal onderwijs niet meer nodig is. "Uiteindelijk willen we wel dat al het onderwijs inclusief is. Je kan daar ruimtes organiseren die minder prikkelgevoelig zijn, waardoor alle kinderen daar ook echt terechtkunnen."
Duidelijke doelen
Op 21 mei is er een Tweede Kamerdebat over inclusief onderwijs. Van de Haar hoopt dat de politiek wel duidelijke doelen gaat stellen: "Er moeten harde aantallen worden genoemd, anders kan de ambitie van de overheid niet gehaald worden."
Van Boekel hoopt dat er onder politici eindelijk het besef komt dat je inclusief onderwijs in wet- en regelgeving moet verankeren. "Want alle kinderen hebben recht op onderwijs. Hiertoe is de overheid ook verplicht met de ratificering van diverse VN-verdragen. Het is de enige manier om de realisering van inclusief onderwijs daadwerkelijk in gang te zetten."