
De een revalideert in Doorn, de ander helpt in Charkov: leven van Oekraïense vrienden Vlad en Andrii totaal verscheurd
Tot in de late uurtjes draaien op de beste feestjes: dj's en boezemvrienden Andrii en Vlad leefden in Charkov het leven dat ze wilden. Maar de oorlog veranderde alles. De een is vrijwilliger in de oorlog in Oekraïne, de ander woont in Nederland.
Voor haar serie My Generation @ War zocht EenVandaag-verslaggever Simone Timmer Andrii en Vlad op, om te laten zien hoe een hele generatie jongeren te maken krijgt met de impact van de oorlog. De twee vertellen wat ze sinds de oorlog begon meemaken.
Horrorfilm
Naar eigen zeggen waren ze de best betaalde dj's van Charkov, Andrii en Vlad. Het publiek opzwepen, draaien en tot in de late uurtjes feesten.
Maar dan, op 24 februari 2022, valt Rusland Oekraïne binnen. Het Oekraïense leger heeft hulp nodig van burgers. Andrii meldt zich aan en daarom besluit Vlad ook mee te doen. Al snel verandert het leven dat ze hadden in een ware horrorfilm als ze op 1 maart 2022 betrokken raken bij een raketinslag.
Alles is veranderd
De 23-jarige Vlad raakt zwaargewond bij de inslag en revalideert nu in Doorn, 2.500 kilometer van zijn boezemvriend en soort van broer Andrii. Waar Vlad eerder vuur in z'n ogen had, is hij nu heel vlak. Hij oogt emotioneel gezien haast verlamd, terwijl er zoveel emoties door hem heen zijn gegaan het afgelopen jaar. "Alles is anders geworden", vertelt hij.
En daar kan Andrii over meepraten. Hij zit nog steeds in Charkov, raakte niet gewond. Maar wat hij in die 10 minuten meemaakte, raakt hij niet meer kwijt. Of ja, delen van wat er is gebeurd, is hij kwijt. Omdat het allemaal zo snel ging en zo heftig was, toen hij samen met Vlad en veel anderen binnen in het gebouw was.
De raketinslag
"We voelden een enorme klap", vertelt Andrii. "We hadden niet meteen door dat het een inslag was. Het was alsof je een dreun kreeg van een bokser. Je bent verdoofd, je snapt niet wat er gebeurt. Je bent doof, gedesoriënteerd."
Het gebouw waar de raket op viel, had veel glas en spiegels. "Alles zat meteen onder het bloed." Veel militairen raakten gewond. "Overal lagen militairen met gruwelijke snijwonden. Het was afgrijselijk", vertelt hij.
'Gezicht aan flarden'
In Doorn vertelt Vlad dat hij nog altijd iemand op z'n netvlies heeft staan. "Een man met ernstige verwondingen. Hij liep met z'n gezicht in zijn handen. Zijn gezicht was helemaal aan flarden", vertel hij.
Beiden jongens kunnen nog lopen en helpen gewonde militairen op weg naar buiten. Totdat een tweede raket inslaat. Ze komen onder het puin terecht. Vlad wordt uitgegraven en blijkt zwaar gewond te zijn. Hij ziet de botten uit zijn lichaam steken. "En ik voelde dat er iets mis was met mijn rug." Op een kapotte deur en met gordijnen wordt hij naar buiten gedragen.
Botbreuken
In het ziekenhuis blijkt Vlad 25 botbreuken te hebben, 12 gebroken ribben, 2 gebroken benen en 5 gebroken ruggenwervels. "En er was nog iets gebroken, maar ik weet niet meer wat."
De vrienden zien elkaar weken niet en het weerzien maakt bij Andrii erg veel los. "Ik was blij, maar had ook zo'n medelijden met hem." En het maakt hem kwaad, zo ontzettend kwaad. "Ik voelde me zo machteloos."
Schuldgevoel
Dat was toen. Nu is het vooral het gemis. Andrii is nog steeds vrijwilliger in Charkov en Vlad woont in Doorn, om te revalideren. "Hij is als een jonger broertje voor mij. Ik heb hem alles geleerd, we woonden samen en waren altijd samen", vertelt Andrii.
"Hij is me zo dierbaar." En schuldig voelt Andrii zich ook. "Want hij heeft zich aangemeld omdat ik me heb aangemeld."
Vooruitgang
Vlad wordt overgebracht naar het UMC in Utrecht en revalideert in Doorn, waar veel meer Oekraïense militairen zitten. In Nederland krijgt Vlad meerdere operaties en er komen er nog twee aan. Eerst werd hij vol gestopt met ijzeren platen en schroeven, maar die kunnen er nu beetje bij beetje weer uit.
Hij heeft enorme littekens op z'n benen en lang loopt hij rond met pinnen in z'n benen. Hij is 25 kilo afgevallen, omdat hij alleen maar in bed kon liggen. Maar er is vooruitgang. Zijn ene been is gevoelloos, maar hij loopt, werkt en revalideert.
'Ons leven is gestolen'
Andrii voelt nu vooral haat. "Vroeger was ik helemaal niet zo, ik respecteerde iedereen. Maar ze hebben ons leven gestolen. En ze hebben Vlad van mij afgepakt. Hij hoort bij mij. Ze hebben een deel van mij afgepakt." Andrii en Vlad bellen bijna elke dag met elkaar.
Of ze ooit nog weer samen als dj-duo optreden? Vlad weet het niet. "Er is nu een leven voor de explosie en er is een leven daarna." Andrii draait weleens weer in Charkov, ter ontspanning. "Of we weer samen zullen draaien? We hadden zulke grootste plannen, maar de lat ligt nu veel lager." Inmiddels hebben de twee elkaar in Nederland even ontmoet. Andreii wist het land uit te komen, wat eigenlijk niet mag, en reed 2500 kilometer om zijn boezemvriend te bezoeken.
Verslaggever Simone Timmer van EenVandaag is samen met cameraman Roel van Hees naar Oekraïne gegaan om ongefilterd vast te leggen hoe jongeren ineens middenin een oorlog leven. Op ieder hun eigen manier houden zich staande.
Hun serie My Generation @ War is vanaf 12 juli om 21.00 uur te zien bij AVROTROS op NPO 3, of vanaf 11 juli te streamen op NPO Start.

30 jaar na val Srebrenica schreven Midheta en Dženan een brief aan hun vermoorde vaders: 'Ergens denk ik dat hij het meekrijgt'
Het is 30 jaar geleden dat het Bosnisch-Servische leger Srebrenica innam en genocide pleegde. 8.372 moslimmannen en -jongens werden vermoord, onder wie de vaders van Midheta en Dženan. Zij leven nog elke dag met de gevolgen van het verlies.
"Mijn lieve babe. Ze hebben je geregistreerd onder de naam Z.J.5-6", schreef Midheta Husejnović in een brief aan haar vader. "Mijn dromen zijn gebroken als een stuk glas in 1.000 scherven. Een grote wond die tot op de dag van vandaag nog steeds pijn doet. Ik zal je nooit zien."
1,5 jaar oud
Ook Dženan Halilovic schreef een brief aan zijn vader. "Mijn liefste papa. Jij was en bent mijn vader, en ik was jouw zoon. Ik was nog maar 1,5 jaar oud toen jij op 16 januari 1993 uit mijn leven werd gerukt."
De brieven van Midheta en Dženan zijn onderdeel van het boek 'Dragi moji - Mijn Liefste' van Mustafa Hadziibrahimović. Hij verzamelde 44 brieven als een manier om de genocide te herdenken. Ze werden geschreven door mensen die verbonden zijn met Srebrenica: overlevenden, nabestaanden, gevluchte Bosniërs en jonge mensen met Bosnische roots.
Belangrijk om te schrijven
"Je gaat terug in de tijd, het zijn open wonden die je niet wil zien. Voor veel mensen is het moeilijk om erover te praten", zegt Hadziibrahimović over de genocide. "In de vorm van een brief is het een opluchting dat ze hun gevoelens kunnen uiten."
Midheta herkent zich daarin. "Voor mij was het heel belangrijk om deze brief te schrijven, zodat mijn kinderen kunnen lezen over hun opa. Wat er met hem is gebeurd en waarom." In 1995, 2 dagen na de val van de Bosnische stad Srebrenica werd hij vermoord.
Een plek geven
"De mensen moeten weten dat dit niet vergeten mag worden", vindt ze. De brief is voor haar een manier om zijn verhaal een plek te geven. "In onze familie praten we er niet heel veel over. Alleen rond 11 juli (de dag dat Srebrenica werd ingenomen door Bosnisch-Servische troepen, red.) is het wat emotioneler."
Maar, vervolgt ze: "Er wordt niet echt specifiek gesproken over die dagen. Daarom vind ik het belangrijk dat deze brief er is, omdat het in het algemeen niet vergeten mag worden."
Na het uiteenvallen van Joegoslavië in de jaren 90 laaiden etnische conflicten op. Srebrenica werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot veilige enclave voor duizenden Bosnische moslims. Maar in juli 1995 viel het Bosnisch-Servische leger onder leiding van Ratko Mladić toch de enclave binnen.
Onder toeziend oog van het Nederlandse infanteriebataljon Dutchbat werden duizenden vluchtelingen en 8.372 moslimmannen en -jongens vermoord. Het is de grootste genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.
Dichtbij huis
"Het is geen ver-van-ons-bedshow", zegt nabestaande Dženan. "Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis, waar we aandacht voor moeten blijven hebben. Het is op nota bene 1.800 kilometer van Nederland vandaan."
Dženans vader was commandant van de militaire politie in Srebrenica. Ook voor hem betekende het schrijven van de brief een stukje verwerking. "Ik blijf hem herdenken. Ik blijf het hebben over de slachtoffers van Srebrenica."
'Ik denk dat hij het meekrijgt'
Het voelt goed dat hij gericht aan persoon heeft geschreven, vertelt hij. "Alsof hij het kan lezen. Ergens denk ik ook wel dat hij het meekrijgt." Hij en zijn vader lijken op elkaar als twee druppels water, vertelt Dženan.
"Het geeft me echt het gevoel van: wauw, ik ben de man die er niet meer is. Aan de andere kant is het ook heel confronterend. Met name voor mijn moeder, mijn broer, mijn oma, en voor andere familieleden die het heel zwaar hebben als ze mij zien. Omdat ik zoveel op hem lijk."
Opnieuw begraven
In haar brief schreef Midheta onder andere over het begraven van haar vader. Hij werd in twee stukken gevonden. "In 2010 werd mijn moeder gebeld dat de onderkant van zijn lichaam was gevonden. Hij had de trainingsbroek aan die ze naar hem had opgestuurd. Pas 12 jaar later werd zijn bovenkant gevonden."
Hij werd opnieuw begraven. "Alle delen werden bij elkaar gezet en daar maakten een lichaam van. Verschrikkelijk, vindt Midheta het. "Je hebt zoveel pijn. Ten eerste heb je als kind al zoveel vragen: waar is hij? Waarom hebben andere kinderen wel een papa en ik niet? En dan krijg je zo'n telefoontje en ik was toen pas 17 jaar oud, dat de onderkant was gevonden. Probeer dat maar eens te verwerken."
Nooit meer thuisgekomen
Ze heeft nog een paar voorwerpen van hem, die zijn teruggevonden in de zak van de trainingsbroek. Een sigarettendoosje, een identiteitsbewijs en een paar sleutels. "Ik heb iets tastbaars van m'n vader. Dat is echt belangrijk voor mij. De sleutels van zijn huis had hij op zak, hoogstwaarschijnlijk met de gedachte dat hij ooit terug zou komen naar huis. Maar ja, dat is er nooit van gekomen."
Tot op de dag vandaag beseft ze niet helemaal dat ook de bovenkant is gevonden, vertelt ze. "Hij heeft hopelijk zijn rust nu kunnen vinden. Maar het gemis is er en wordt nog steeds met de dag erger."
Veilig naar Nederland
Ook voor Dženan blijft het onduidelijk hoe zijn vader precies is omgekomen. "Er wordt nu gedacht dat het komt door een handgranaat." Hij heeft zijn vader nooit bewust meegemaakt, omdat hij al vroeg samen met zijn moeder en oma Bosnië ontvluchtte. "6 maanden nadat ik geboren werd, begon de oorlog en toen waren onze wegen eigenlijk al gescheiden."
"Toen de oorlog net begon, hoorde hij al dat het niet goed ging. Dus hij wilde in ieder geval zorgen dat wij een veilig onderkomen hadden. Hij heeft ervoor gezorgd dat we veilig naar Nederland konden komen."
Pijnlijke geschiedenis
De Hoge Raad, de hoogste rechter in ons land, oordeelde dat Nederland voor een klein deel verantwoordelijk is voor de dood van 350 moslimmannen in Srebrenica, omdat Dutchbat ze niet kon beschermen. Onder de tienduizenden Bosniërs in Nederland wordt over de pijnlijke geschiedenis nauwelijks gesproken. Het is té recent en té pijnlijk, vertelt ook Midheta.
"Ik ben niet heel spraakzaam en ik denk dat veel mensen uit de Bosnische gemeenschap dat hebben. Ik denk dat ze dan teruggaan naar de gebeurtenis en dat dat heel moeilijk is." Ze vertelt over haar eigen moeder: "Als ik haar iets vraag, dan krijg ik een heel kort of geen antwoord. Dat vind ik jammer, want je wil wel antwoorden natuurlijk. Maar aan de andere kant wil je haar ook niet pijn doen of verdrietig zien. En dat is bij de meeste meeste mensen van ons."
Onderwijs verbeteren
Mede daarom vinden zowel Midheta als Dženan dat het onderwijs over Srebrenica verbeterd moet worden. "Als ik voor mezelf spreek en ik kijk naar mijn eigen middelbare schooltijd. Ik mis dan het stukje Srebrenica in de les, dan denk ik: wacht even, heb ik hier iets gemist?" vertelt Dženan.
"We het hebben over een land in Europa waar duizenden mannen en jongens zijn vermoord die bescherming zochten bij de Verenigde Naties, en waar de Nederlandse blauwhelmen ook onderdeel van waren. Ik denk dat we dat we daar wel echt met z'n allen aandacht aan moeten besteden, en dat we bij de scholen moeten beginnen."