De afgelopen jaren stampten ontwikkelaars het ene na het andere windpark uit de bodem van de Noordzee. Maar nu dreigt een kink in de kabel: oplopende kosten én snelle innovaties bezorgen de bouwers kopzorgen. "Er is eigenlijk te weinig terugverdientijd."
De ontwikkeling van grote windparken op de Noordzee was een van de succesverhalen van de energietransitie. Maar nu zit de sector in zwaar weer en verliezen bedrijven de animo om nieuwe windparken te bouwen. Er dreigen zelfs ontwikkelaars af te haken, terwijl de windparken een belangrijk onderdeel zijn van de plannen om de klimaatdoelen te halen.
Gestopt door kostenstijgingen
Jan Vos is voorzitter van de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), de brancheorganisatie voor bedrijven in de windsector. Hij wijst naar het Verenigd Koninkrijk als schrikbeeld. Daar trok Vattenvall deze zomer de stekker uit de aanleg van een groot windpark op zee, omdat de kosten 40 procent hoger uitvielen dan begroot.
De NWEA-voorzitter vreest voor soortgelijke problemen bij de aanleg van windparken in de Nederlandse Noordzee. Want ook hier merken ontwikkelaars de gevolgen van de hoge inflatie en renteverhogingen. Bovendien hebben de bouwbedrijven te maken met een nieuwe manier van aanbesteden.
'Het ging juist heel erg goed'
Dat ontwikkelaars dreigen af te haken is zonde, zegt Vos. Juist omdat het volgens hem de afgelopen jaren 'heel erg goed' ging. Nederlandse windparken op zee produceren nu samen meer dan 4,5 gigawattuur (GWh) aan elektriciteit. Dat komt neer op ruim 15 procent van het totale stroomverbruik van huishoudens en bedrijven in ons land.
"We hebben in 2013 met elkaar afspraken gemaakt en die doelen hebben we ook gehaald", reageert de NWEA-voorzitter. "En dat hebben we ook eigenlijk gedaan tegen een prijs die nog lager ligt dan dat we oorspronkelijk hadden gedacht." Maar paradoxaal genoeg zorgt juist het succes nu voor problemen: "De vraag naar windmolens is zo groot, dat de windmolenbouwers moeilijk aan die groeiende vraag kunnen voldoen."
Al jaren verlies draaien
Ook René Peters, energie-expert bij onafhankelijk kennisinstituut TNO, ziet dat de sector het moeilijk heeft. Zo draaien sommige ontwikkelaars al jaren verlies. Dat komt volgens hem onder andere door de vele innovaties op het gebied van windturbines, waardoor deze in snel tempo veel groter en efficiënter worden.
Dat is natuurlijk goed voor de opwekking van windenergie, maar het brengt ontwikkelaars in de problemen. Bouwers hebben hun productieprocessen namelijk ingericht op een bepaalde turbine, terwijl de volgende turbine alweer op de markt komt. "Hierdoor hebben bedrijven eigenlijk te weinig terugverdientijd", legt Peters uit.
Nieuwe fabriek bouwen
Ook bij Sif op de Maasvlakte herkennen ze dit probleem. Het bedrijf maakt funderingen voor windmolens en moet hard werken om alle innovaties in de sector bij te kunnen houden, vertelt directeur Fred van Beers. "De schoen wringt in het feit dat we eigenlijk zo snel gegroeid zijn in de afmetingen van onze producten, dat we moeite hebben om dat op een efficiënte manier bij te benen."
En dat leidt er volgens hem ertoe dat de kosten van de funderingen snel toenemen, maar ook dat de betrouwbaarheid van de leveringen mogelijk in gevaar komt. Zijn bedrijf werkt daarom nu aan de opening van een nieuwe productiehal waar grotere funderingen gebouwd kunnen worden.
Klimaatdoelen in gevaar?
Maar Sif bouwt de nieuwe fabriek met enige tegenzin, zegt de directeur. "Eigenlijk is het een beetje raar. Want als je dit bekijkt vanuit de versnelling van de energietransitie, dan hadden we eigenlijk veel liever de bestaande productie verdubbeld. Dan hadden wij ervoor kunnen zorgen dat er meer gigawatt per jaar geïnstalleerd zou worden, dan met de nieuwe fabriek die we nu aan het bouwen zijn."
Hierdoor wordt het volgens Van Beers lastiger voor Nederland om de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Ook energie-expert Peters denkt dat het een grote uitdaging wordt: "Om de klimaatdoelen te halen moet er nog echt ongeveer vier keer zoveel wind op zee worden gebouwd dan we nu hebben. En de vraag is hoeveel partijen nog geïnteresseerd zijn om te bouwen."
Geen subsidies meer
De economische omstandigheden voor de ontwikkeling van windparken op zee zijn dus uitdagend, maar voorzitter Vos van brancheorganisatie NWEA heeft ook kritiek op de rol van de overheid. "Bedrijven en overheden hebben lang goed samengewerkt, want ook de overheid wil groene energie. Maar nu zie je dat ze problemen hebben om de begroting rond te krijgen, en dat ze die rekening neerleggen bij het bedrijfsleven."
Hij wijst daarbij naar de nieuwe manier van aanbesteden, het uitgeven van zogenoemde 'tenders'. Waar ontwikkelaars jaren geleden nog subsidie kregen voor de bouw van windparken, is dat inmiddels anders. Geïnteresseerde partijen worden nu door de overheid beoordeeld op de kwaliteit die ze kunnen leveren, maar worden ook beloond als ze meer geld bieden dan hun concurrenten.
'Het gaat faliekant verkeerd'
In de praktijk zijn bedrijven hierdoor meer geld kwijt om een windpark te kunnen bouwen. "Wij zeggen daarom nu 'stop', want het gaat faliekant verkeerd", waarschuwt Vos. Als de overheid blijft vasthouden aan de nieuwe manier van aanbesteden dreigen de ontwikkelaars te stoppen. "Op deze manier gaan we onze doelstellingen niet halen."
TNO-deskundige Peters erkent het probleem. Ook hij vindt dat overheden slimmere tenders moeten uitschrijven om er zo voor te zorgen dat bedrijven in de windsector hun investeren kunnen blijven terugverdienen. Maar ook de bouwers zelf moeten aan de slag om de kosten omlaag te krijgen, benadrukt hij: "Er is zowel in de sector een beweging nodig om de kosten te verlagen, als een overheid die aantrekkelijke tenders moet maken."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.