Tunesië wordt vaak gezien als het enige lichtpuntje van de Arabische Lente. Het heeft een democratisch gekozen regering, er is vrijheid van meningsuiting, en conflicten worden er politiek opgelost. Toch werd vorige week de herdenking van de ommekeer in Tunesië vooral een dag van massaal protest. Tegen bezuinigingen, tegen corruptie en tegen het uitblijven van verandering. Loopt het Tunesische succesverhaal ten einde?
Na maandenlange protesten werd de voormalige president Ben Ali in januari 2011 afgezet. Het dictatoriale Tunesië wordt een democratie en het land wordt gezien als enige succesverhaal van de Arabische Lente. Maar zeven jaar na het begin van de Arabische Lente in Tunesië opnieuw onrustig in het land. Duizenden mensen zijn sinds begin januari de straat op gegaan en roepen dezelfde slogan als in 2011: ‘Werk, vrijheid en waardigheid’.
Nog steeds de doelen niet bereikt
Ondertussen zijn er al negen regeringen geweest sinds 2011 en zijn Tunesiërs nog altijd ontevreden. Want, zoals een Tunesische sportleraar in Amsterdam Mounir Lagha zegt: "Met vrijheid en democratie koop je geen brood". Onder leiding van een jeugdbeweging Fech Nestanew (Waarop wachten we?) gaan Tunesiërs weer de straat op.
Henda Channaoui, een van de oprichters van de beweging legt uit waarom er nu weer wordt geprotesteerd. "We hebben nog steeds niet de doelen bereikt waar we zeven jaar geleden op hoopten. We hebben een economische crisis die alle sectoren treft en vooral de jongeren, de middenklasse en de armen moeten hier de prijs voor betalen. We willen echte vrijheid, een echte democratie en respect. "
Scheurtjes in het 'succesverhaal' van de Arabische Lente?
Volgens Carolien Roelants, Midden-Oostenredacteur voor NRC Handelsblad, is het succesverhaal van Tunesië niet helemaal meer wat het was. "Als er 800 mensen gearresteerd zijn tijdens de demonstraties de laatste weken, zijn dat er wel heel veel voor een land dat zegt democratisch te zijn. Ze hebben nog steeds een autoritair bestuur."
De protesten hebben als voornaamste doel om aangekondigde bezuinigingen terug te trekken. "Maar zelfs als de protesten hun doel bereiken om die bezuinigingen niet meer door te voeren, blijft de economie van het land in de slop."
"Geen terugkeer Tunesië naar dictatuur"
Mounir Lagha is toch nog wat positiever over de toekomst van Tunesië. Hij woont sinds 1995 in Nederland maar heeft dagelijks contact met zijn vrienden en familie. Hij merkt dat de bevolking het moeilijk heeft omdat de economische omstandigheden nu misschien nog wel moeilijker zijn dan onder dictator Ben Ali, maar hij denkt absoluut niet dat het land ooit terugkeert naar een dictatuur.
"Daarvoor hebben we een te grote stap gezet. Tunesië is een land van beschaafde mensen, en die willen de democratie houden, het is alleen moeilijk geduld te hebben als de economie zo tegen zit." Volgens Mounir is er wel degelijk vertrouwen in de regering, en hij hoopt dat deze regering de tijd krijgt om economische hervormingen te realiseren.
"Als de mensen maar zien dat we stapje voor stapje ons land kunnen heropbouwen. En als we maar met elkaar en de regering in gesprek blijven, ook al zijn er soms protesten. Europa zou juist moeten investeren in Tunesië want dan investeren ze eigenlijk ook in zich zelf. Als jongeren in Tunesië die hoog opgeleid zijn geen kansen krijgen daar, willen ze of naar Europa, of komen in de verleiding om te radicaliseren. Maar het enige wat ze nodig hebben is perspectief."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.