Ooit werd in Nederland op grote schaal riet gesneden om het te gebruiken als dakbedekking, maar tegenwoordig komt het meeste riet uit China. Wouter Slors is een van de weinige rietsnijders die ons land nog telt. "Het is 6 dagen in de week knallen."
De eerste 3 maanden van het jaar trekt de rietsnijder uit Muiderberg met een kleine trekker en machine de rietvelden rond het Naardermeer in. "Ik vind het leukste dat je naar buiten gaat en dat je 's avonds een soort buit hebt", vertelt Slors.
Flinke inspanning
Midden in de winter moet hij oogsten: 10 uur lang, 6 dagen in de week. En dat is niet voor iedereen weggelegd, weet Slors. "Er gaan wel vrijwilligers of mensen uit de buurt mee, en die vinden het over het algemeen erg zwaar."
De rietsnijder erkent dat het een flinke klus is. "Het is geen eitje." En dat komt opvallend genoeg niet alleen door het oogsten zelf, maar vooral door de ondergrond. "Het is drassig en als je daar een inspanning op moet leveren, dan heb je dat er voortdurend ook nog bij."
'Ik denk nooit in euro's'
Rietsnijders maken lange dagen en het is fysiek zwaar werk, maar volgens Slors heeft het ambacht ook wel iets meditatiefs. "Het is ook repeterend werk, dus je moet wel door je eigen hoofd entertained worden."
En dan moet je wel een zeker plezier in je werk hebben, iets waar Slors maar weinig moeite voor hoeft te doen. "Het is wel een plek waar je werkelijk op je gemak bent. Ik denk nooit in euro's als ik bezig ben."
'Mensen worden steeds slapper'
Ondanks zijn liefde voor het vak, ziet Slors ook dat het beroep van rietsnijder in Nederland met uitsterven bedreigd wordt. "Het is 6 dagen in de week knallen", vertelt hij.
Maar ook de fysieke kant van het werk speelt volgens hem een rol. "Mensen worden steeds slapper eigenlijk. Ook mensen van 40 zijn gewoon echt slap", stelt hij. "Men denkt automatisch in machines. Dus dat je zelf met je handen nog ergens aan zit, dat doen mensen niet zo gauw."
Geen opvolger
Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar die zware fysieke kant van het werk is tegelijkertijd ook wat vrijwilligers trekt tijdens de oogst. Een van zijn meer bekende helpers is minister Ernst Kuipers. "Gewoon stoom afblazen met een paar collega's", vertelt Slors over de minister. "Maar op het moment heeft hij natuurlijk wel iets om handen."
Als de rietsnijder ermee stopt, staat er geen opvolger klaar, maar dat is volgens hem "geen enkel probleem". "Je kunt je wél afvragen of je steeds meer in een land gaat wonen waar je alles van ver haalt." Daarmee doelt hij op het verplaatsen van de industrie naar het buitenland.
Riet uit het buitenland
Slors wijst erop dat er in Nederland verschillende regels zijn als het aankomt op natuurbeheer. "Je moet rekening houden met vogels, je moet rekening houden met planten, met maaidata, dus dat is afgestemd."
"Maar als je riet in Kazachstan koopt, zijn er natuurlijk minder principes daar. Misschien dat daar wel hele populaties worden weggemaaid. Dat weet natuurlijk niemand, het interesseert ook niemand. Dat is natuurlijk de droevige kant van de zaak. Dat zou je als een soort verantwoordelijkheid kunnen zien."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.