'Er moest perspectief komen', wekenlang hoorde je het overal. Na de vorige persconferentie hadden we het even, maar de versoepelingen gaan tóch niet door. Heeft het dan wel zin? "Perspectief bieden is heel goed. Dit keer was het alleen onder voorbehoud."
Het klonk zo mooi: vanaf 31 maart zouden terrassen misschien open kunnen, konden studenten een dag per week naar college en zouden er meer mogelijkheden zijn voor winkels. Maar, zo zeiden premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge ook, het moest dan wel meezitten met de coronabesmettingen. Dat is nu dus niet zo.
'Voorwaarden waren duidelijk'
Toch is het volgens sociaal psycholoog Frenk Van Harreveld altijd beter om wel perspectief te bieden: "De voorwaardelijkheid is nu alleen aan veel mensen voorbijgegaan." Dat mensen teleurgesteld zijn is begrijpelijk, zegt hij. "Maar volgens mij is het punt van die voorwaarden vrij duidelijk gemaakt. Dus wiens schuld is het dan dat je teleurgesteld bent? Het beeld ontstaat dat de overheid ons een gezellige zomer verplicht is, maar dat is natuurlijk niet zo."
Van Harreveld doet samen met collega's aan de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar de psychologische achtergronden van het naleven van de gedragsregels rondom corona. Was het niet beter geweest als de overheid geen 'valse beloften' had gedaan? "Dat denk ik niet. Niet weten waar je aan toe bent, is niet wenselijk."
Vanavond nieuwe persconferentie
Om 19.00 uur vanavond is er een nieuwe corona-persconferentie. Toch is al grotendeels bekend wat premier Rutte en minister De Jonge gaan vertellen: de maatregelen worden verlengd en versoepelingen die eerder mogelijk leken, gaan niet door. Ook de avondklok wordt verlengd, al gaat deze waarschijnlijk wel een uur later in: niet om 21.00 uur, maar om 22.00 uur.
Hoe concreter, hoe beter
Uit onderzoek blijkt namelijk dat mensen niet goed om kunnen gaan met onvoorspelbaarheid. Perspectief bieden is dus altijd beter, zegt de sociaal psycholoog: "Maar als daar voorwaarden aan zitten, is het wel goed om daar zo concreet mogelijk over te zijn. Zeg dus niet: 'Als het gunstig is', maar bijvoorbeeld: 'Als de besmettingen een week onder de 4000 blijven, dan kunnen we dit doen."
Door het zo concreet mogelijk te maken, krijgen mensen meer het gevoel dat ze controle hebben op het beleid. "Dat landt nog niet genoeg, dat wij hier allemaal zelf controle over hebben. Nu is het beeld ontstaan dat dit iets is wat de overheid ons aandoet."
Waar is de SIRE-campagne?
Dat het beleid voortkomt uit ons gedrag is iets dat we moeten blijven onthouden, zegt Van Harreveld. "Wij hebben ons niet goed aan de regels gehouden en daarom gebeurt dit. In plaats van naar de overheid te wijzen, kan je ook naar jezelf en de mensen om je heen kijken. Wat moeten wij eigenlijk anders doen?"
De overheid had daar wel een betere rol in kunnen spelen, denkt hij. "We krijgen vooral cijfers te horen, maar cijfers zeggen weinig. Je wilt juist de focus leggen op ons individuele gedrag. Waar is bijvoorbeeld de SIRE-campagne die laat zien welk effect dat heeft? Dat vraag ik me het hele jaar al af."
Met Chantal Janzen op de bank
Naast zo'n campagne is een goede manier om iemands gedrag te beïnvloeden, er iets positiefs tegenover zetten. "Je wilt eigenlijk het gevoel krijgen dat, als jij je aan de regels houdt, je bij de juiste groep hoort. Maar dan moet die groep wel een duidelijk gezicht hebben, bijvoorbeeld met bekende ambassadeurs. Laat Chantal Janzen maar zien dat ze weer alleen thuiszit op zaterdagavond."
"Je wil een soort beweging creëren: bij die groep horen is leuk, want daar zitten mensen bij die jij ook leuk vindt. Dat werkt." Toch realiseert Van Harreveld zich dat het bijna onmogelijk is om zoiets nog te bereiken. "Het is gewoon laat om dat gevoel van verbondenheid rond een gezamenlijk doel nog te creëren. Dat had heel erg veel beter gekund."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.