Door de coronacrisis lijken complottheorieën vaste voet aan de grond te krijgen in onze samenleving. En ook de Tweede Kamer blijkt niet immuun. Een gevaarlijke ontwikkeling, waarschuwt expert Jelle van Buuren: "Dit tast op termijn onze instituties aan."
Complottheorieën bereiken niet alleen in de maatschappij steeds vaker de oppervlakte, inmiddels worden ook in de Tweede Kamer door politici vragen gesteld over verhalen die evident niet waar zijn. En zo geven zij willens en wetens zuurstof aan zulke ideeën.
Wantrouwen sterke voedingsbodem
Het bestaan van een schaduwmacht, het verhaal dat we zouden worden aangestuurd door 'reptielen' of het gerucht dat er bewust gerommeld zou zijn met de coronavaccins. Het is een greep uit de vele complottheorieën die de laatste jaren de ronde doen.
Universitair docent Complotdenken Jelle van Buren van de Universiteit Leiden kijkt er niet van op. Hij ziet dat het toenemende wantrouwen in de samenleving tegen de overheid een sterke voedingsbodem vormt voor zulke theorieën.
'Verspreiden is electoraal gunstig'
Er zijn namelijk een hoop mensen die vatbaar zijn voor dit soort ideeën, legt de expert uit. "Uit verschillende onderzoeken blijkt dat, afhankelijk van het soort complottheorie, 5 tot 15 procent van de bevolking daar geloof aan hecht."
Dat verklaart volgens hem waarom sommige politieke partijen actief complottheorieën verspreiden. "Het is electoraal gunstig. Je bereikt er een bepaald gedeelte van de bevolking mee die zeer weinig vertrouwen meer heeft in de autoriteiten."
Nepnieuws over Jaap van Dissel
En zo komen verhalen die duidelijk nepnieuws zijn ook in de Tweede Kamer terecht. Een voorbeeld hiervan was het bericht dat RIVM-directeur Jaap van Dissel zich voor 750.000 euro zou hebben laten omkopen door testorganisatie Stichting Open Nederland.
Het bankafschrift dat de verdachtmaking van Van Dissel moest onderbouwen, bleek aan alle kanten nep te zijn: zo bestond het rekeningnummer helemaal niet en ook de postcode klopte niet.
'Mijn taak om vragen te stellen'
Ondertussen had Tweede Kamerlid Wybren van Haga al Kamervragen gesteld over de 'omkoping' van de RIVM-baas, wat dus een valse beschuldiging was. Toch vindt hij achteraf niet dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden van nepnieuws.
"Als ik 100 procent zeker geweten had dat dat bericht niet klopte, had ik die Kamervragen niet gesteld", zegt Van Haga nu. "Maar het is mijn taak om vragen te stellen aan de minister en die moet deze vervolgens beantwoorden."
Wetsvoorstel in de maak
Volt-fractievoorzitter Laurens Dassen vindt dat Van Haga zich er veel te gemakkelijk van afmaakt: "Ik vind het echt kwalijk en een schande dat dit op deze manier is gebeurd. Dat je iemand zomaar voor corrupt uitmaakt."
Dassen wil daarom dat Kamerleden die dit soort verdachtmakingen het parlement doen worden aangepakt. "Ik vind dat hier tegen moet worden opgetreden." Het kabinet is met met een wetsvoorstel bezig dat dit volgens hem mogelijk moet maken.
'We moeten invloed niet onderschatten'
Universitair docent Van Buuren benadrukt dat we de invloed die complottheorieën hebben op de maatschappij en op de politiek zeker niet moeten onderschatten.
"Als je voortdurend bepaalde verhalen blijft verspreiden dat alles fake is en dat we niet meer in een democratie leven, dan heeft dat op lange termijn effect op de legitimiteit van onze instituties", waarschuwt hij. "En ook op het vertrouwen dat we als mensen onderling in elkaar hebben."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.