Lesgeven over jodenvervolging en het Midden-Oosten kan voor leraren op de middelbare school een moeilijke situatie zijn. Je kunt in de klas te maken krijgen met antisemitische denkbeelden, vooroordelen of complottheorieën. Dat schrikt sommige leraren af om deze moeilijke onderwerpen aan te snijden. Anderen vermijden ze liever helemaal.

Organisatie Diversion helpt leraren om die moeilijke onderwerpen toch te behandelen. Directeur Kai Pattipilohy probeert met haar organisatie al jaren antisemitisme, moslimdiscriminatie en homohaat in de klas te bespreken en te bestrijden. En naar die hulp is veel vraag. "We hebben wachtlijsten. In één regio staan bijvoorbeeld al 100 klassen op de wachtlijst. Het is al 15 jaar een probleem. Leraren schrikken van dat antisemitisme." 

Joden met duivelshoorntjes

"Op lagere scholen zie je kinderen opgroeien met heftige denkbeelden", vertelt Pattipilohy. "Bijvoorbeeld dat joden met duivelshoorntjes op hun hoofd geboren worden. Dat hoor je meer op gemengde scholen. Op witte scholen heersen weer andere antisemitische denkbeelden, zoals complottheorieën over de wereldheerschappij van joden of oude clichés als 'de gierige jood'."

Kai Pattipilohy

Om dit tegen te gaan, heeft Diversion een programma waarin joodse en moslimstudenten lesgeven over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en het ontstaan van het Midden-Oosten conflict. Ze leren bijvoorbeeld hun houding ten opzichte van joden te scheiden van hun eventuele kritiek op Israël. Volgens Pattipilohy is het belangrijk dat leerlingen leren wat er gebeurd is in de Tweede Wereldoorlog. "Dat leert je over onze waarden, zoals tolerantie. Dat ontwikkelt een gevoel van burgerschap. Je moet praten over vooroordelen. We komen nog te veel verhalen tegen van leerlingen die zeggen: 'Ik heb wel in mijn proefwerk geschreven over de Holocaust, maar ik geloof het toch niet.'"

Grote issues uit het nieuws

Grote gebeurtenissen in de wereld zijn niet altijd makkelijk te behandelen voor leraren in de klas. "Zo zijn er issues in het nieuws waarover je maar niet moet praten in de klas, zoals destijds de rel met de Turkse minister in Rotterdam. Dan komen er soms zeer anti-Nederlandse denkbeelden naar boven bij leerlingen. Soms komt daar ruzie van", vertelt Pattipilohy. "Het verontrustende is dat sommige leraren bij dit soort nieuws de lat lager gaan leggen. Zo zijn sommigen al blij dat er na zo'n gebeurtenis géén ruzie in de klas komt. Vaker gebeurt het dat schooldirecties instrueren het expliciet niet over dit soort nieuws te hebben."

Het bloedbad bij de krant Charlie Hebdo is een voorbeeld van zo'n gevoelig liggend verhaal. "Toen zeiden sommige kinderen dat het niet zo gek was dat dit soort ellende gebeurde, omdat de journalisten de profeet hadden beledigd." Leraren herkenden daar de rode vlaggen, vertelt Pattipilohy. "Maar toen leerlingen aangaven empathie te voelen met studenten van Bataclan, na het bloedbad in datzelfde Parijs 'omdat ze er toen niet om hadden gevraagd', gingen de alarmbellen veel minder luid af." Pattipilohy vindt dat verontrustend.

Eyeopener

Niet altijd is het de school zelf die bij Diversion om hulp vraagt. "Soms wordt een leraar niet gesteund door de directie en de school zelf, dan is het een eenmansactie. Het zegt wel iets dat een leraar buiten zijn of haar leiding om hulp vraagt."

Een team van drie jonge 'peer-educators' probeert vervolgens in een probleemklas verandering te brengen. "Ze laten leerlingen hun vooroordelen over joden, moslims en homo's op tafel leggen. Bij het tweede bezoek blijkt dat de medewerkers met wie ze de discussie zijn aangegaan zelf joods, moslim of homo zijn. Dat is voor leerlingen een eyeopener."

Joël, Franzje en Brigitte over wat ze meemaken

audio-play
Joodse Nederlanders vertellen: 'Met een keppel op kun je in Amsterdam niet jezelf zijn'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.