Om te voorkomen dat zaaddonoren te veel kinderen verwekken, zoals Jonathan deed, moet het landelijke en internationale beleid worden aangepast. Die oproep doen belangengroepen: "Buiten de klinieken om kunnen mensen van alles met elkaar afspreken."
Jonathan, een 41-jarige Nederlander die wereldwijd honderden kinderen heeft verwekt, staat binnenkort voor de rechter. Een van de moeders van zijn kinderen heeft samen met Stichting Donorkind een kort geding aangespannen. Ze willen dat de rechter de man verbiedt om meer kinderen te verwekken.
Te veel kinderen verwerkt
"We starten deze zaak tegen Jonathan omdat hij zich op heel veel plekken als donor aanbiedt en dat zulke grote aantallen kinderen oplevert dat dat voor zowel de moeders als voor de kinderen mentale problemen oplevert", vertelt voorzitter Ties van der Meer van Stichting Donorkind.
"Jonathan is verschillende keren aangesproken door moeders met de vraag of hij wil stoppen, maar tot nu toe heeft hij daar geen gehoor aan gegeven. De zaak is een laatste redmiddel." De zaaddonor biedt zijn sperma zowel via spermabanken als via het internet aan.
Dwangsom geëist
In het kort geding vragen de moeder en Stichting Donorkind de rechter Jonathan een dwangsom op te leggen als hij zich toch blijft aanbieden als spermadonor. Dat geldt ook wanneer hij ingaat op verzoeken van 'wensouders'.
Daarnaast eisen ze dat Jonathan een overzicht maakt van alle kinderen die door hem verwekt zijn. Tot slot willen ze dat de spermabanken die nog zaad van de man hebben opgeslagen dit vernietigen.
Lastig voor donorkinderen
Ouders die erachter komen dat hun zaaddonor zoveel kinderen heeft verwekt, voelen zich voorgelogen en soms zelfs misbruikt, weet Van der Meer. "En als hun kinderen ouder worden krijgen ze veel lastige opvoedvragen op hun bordje. Hoe ga ik hiermee om? Hoe verhoud ik me tot al die halfbroertjes en -zusjes, en tot de donor?"
Ook bij de donorkinderen zelf kan het problemen veroorzaken. Voor hen is het bijvoorbeeld moeilijk om met zo'n grote groep halfbroers- en zussen relaties aan te gaan, terwijl ze dat wel belangrijk vinden.
Niet officieel geregistreerd
Op dit moment is het nog zo dat, als je buiten een kliniek om een donor regelt, je nergens officieel hoeft vast te leggen wie die donor is. Om te voorkomen dat iets soortgelijks als met Jonathan opnieuw gebeurt, moet dat systeem veranderen, vindt Van der Meer.
"Nationaal gezien zouden we naast het register dat er nu is voor klinieken ook een register moeten hebben waarin ouders die zelf een donor vinden deze kunnen laten opnemen", stelt de voorzitter van Stichting Donorkind voor.
Centraal register nodig
Ook directeur-bestuurder Ellen Giepmans van Fiom, een stichting die gespecialiseerd is in onder andere afstammingsvragen, maakt zich zorgen over het gebrek aan regels in het particuliere circuit. "Buiten de klinieken om kunnen mensen van alles met elkaar afspreken."
Daarom pleit ook Fiom voor een centraal register waar privépersonen kunnen registeren dat ze gebruik hebben gemaakt van een zaaddonor.
Stoppen met buitenlands sperma
Naast een nieuw nationaal register zou er volgens Van der Meer en Giepmans ook een internationale registratie moeten komen. "Of Nederlandse klinieken moeten stoppen met het gebruik van sperma uit het buitenland, óf er moet met de donor die aan een Nederlandse ouder doneert worden afgesproken dat hij wereldwijd niet meer dan 12 vrouwen bevrucht. Dat is het Nederlandse maximum", zegt Van der Meer.
Daarvoor is wel een wetswijziging nodig, die ervoor zorgt dat klinieken ook (internationaal) verplicht worden om gegevens over donoren uit te wisselen.
Nog geen wettelijke grondslag
Een woordvoerder van het CIBG, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Volksgezondheid, laat in een reactie weten dat er momenteel geen wettelijke grondslag is om het aantal nakomelingen van donoren bij te houden. "Wel krijgen we deze grondslag met een aankomende wetswijziging van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting."
Het wetsvoorstel wordt momenteel behandeld door de Tweede Kamer, zegt de woordvoerder. "Met de wetswijziging wordt het initiatief genomen tot een landelijke registratie van donoren bij de SDKB (Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, red.) die voorkomt dat de donor ingezet wordt bij meer dan 12 vrouwen."
Richtlijn voor beroepsgroep
Er is daarnaast in 2018 een richtlijn opgesteld door de beroepsgroep die stelt dat donoren bij niet meer dan 12 gezinnen ingezet worden, benadrukt de woordvoerder an het CIBG.
"Daarin staat dat zolang de SDKB het maximum van donoren niet landelijk bijhoudt, de klinieken aan donoren vragen een contract te ondertekenen waarbij zij verklaren dat zij voor slechts 1 spermabank actief zullen zijn. Ook wordt de donor gevraagd of hij zich wil onthouden van het aanbieden van sperma via andere kanalen, zoals bijvoorbeeld via het internet."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.