Nederland werkt mee aan de grootste radiotelescopen ter wereld. Astrofysicus Jason Hessels beantwoordt vragen over radiogolven, buitenaards leven en een 'gekke wetenschap'.
Nederland bouwt mee aan 's werelds grootste radiotelescopen. De twee megatelescopen komen, zodra ze af zijn, in Australische en de Zuid Afrikaanse woestijnen te staan. Zeven vragen aan Jason Hessels astrofysicus bij Astron, het Nederlands Instituut voor Radioastronomie en hoofddocent sterrenkunde bij de Universiteit van Amsterdam.
Moet u dan straks naar Australië of Zuid-Afrika verhuizen?
Ik kan overal inloggen. Zelfs een slappe internetverbinding in de trein is eigenlijk al genoeg om te kijken hoe de planeten ervoor staan. We hadden de grootste radiotelescoop van de wereld al in Drenthe. Elke generatie brengt een steeds beter model. Deze nieuwe wordt tien keer zo sterk als die in Drenthe, maar die in Drenthe heeft nog een betere resolutie en een unieke kijk op de noordelijk halfrond."
Op welke vragen hopen jullie een antwoord te vinden?
Een van de belangrijkste is om de geboorte van de eerste sterren te kunnen zien en uitrekenen. Ook willen we toetsen of de relativiteitstheorie van Einstein nog steeds staat, of dat 'ie op de schop moet. We willen de hele geschiedenis van het heelal te weten komen, en met zulke grote telescopen kan dat steeds beter. Dit zou een enorme stap voorwaarts zijn.
Gaan we dan eindelijk eens leven vinden op andere planeten?
We komen met deze telescopen een stukje dichterbij het antwoord. We kunnen in ieder geval beter inzicht krijgen in de omstandigheden waarin leven kan bestaan in de ruimte. Maar dat is anders dan leven op planeten opsporen. Met deze telescoop kunnen we dus de kans op leven in de ruimte berekenen.
Je moet onderscheid maken tussen leven in de vorm van bijvoorbeeld bacteriën op een planeet en echt contact met aliens zoals je in een film ziet. Wel heb je heel veel factoren waaraan je leven kunt aflezen: massa, temperatuur, water, of bijvoorbeeld straling van andere sterren.
Wat is bijzonder aan astrofysica?
We onderzoeken iets wat heel ver weg is. We moeten tot conclusies komen op basis van heel indirecte gegevens zoals licht en straling. Stel, je moet iemand beschrijven die op 100 meter afstand staat. Dat is lastig. Je hebt een verrekijker nodig en je hebt weinig gegevens. Je kan die persoon niet aanraken, aanspreken, voelen, ruiken. etcetera. Dat maakt het een gekke wetenschap. We hebben weinig gegevens, alleen maar licht en straling die lang geleden uitgezonden is. Wat je ziet kan allang niet meer bestaan.
Het bijzondere is dat we al zoveel te weten zijn gekomen met die karige data, maar we kunnen nooit echt gevoel hebben bij wat we uitrekenen. We bestuderen zulke grote voorwerpen of sterren dat je voorstellingsvermogen ernstig tekort schiet. Je kunt je eenvoudigweg niet voorstellen hoe groot bijvoorbeeld de zon is. We hebben alleen wis- en natuurkunde om zulke grootheden uit te drukken.
Wat is het verschil tussen licht- en radiotelescopen?
Deze nieuwe telescopen werken met radiogolven. Licht dat we met onze ogen kunnen zien heeft een veel kortere golflengte. We doen sinds duizenden jaren al metingen met optisch licht. Maar het universum is dus ook met radiolicht zichtbaar. Pas 100 jaar weten we over radiogolven. Radar in de tweede wereldoorlog heeft ons geleerd hoe we de techniek kunnen verbeteren. Radiogolven zijn gemaakt als geladen deeltjes versneld zijn in het heelal.
We kunnen heel veel leren van radiogolven: b.v. over zwarte gaten en neutronensterren. Radiolicht en optisch licht maken samen de puzzel veel meer compleet. Als je het bijvoorbeeld hebt over boodschappen van andere planeten, dat meet je eerder met radiogolven dan met licht. Met optisch licht kunnen we de planeet zelf vinden, met radiogolven leren we vooral meer over de omgeving van de planeet.
Waar droomt u zelf over?
Ik droom ervan om een fundamenteel nieuw of ander object in de ruimte te ontdekken, eentje die ik nu niet zelf kan bedenken. En dat dit enorme invloed gaat hebben op de wetenschap.
Hoe vindt u iets echt nieuws in de ruimte?
Dit is hoe het vaak gaat: er is een onderzoeksvraag en vervolgens komen wetenschappers uit bij een heel andere conclusie. Neem bijvoorbeeld de beroemde Hubble telescoop, deze was origineel gebouwd om de grootte van het heelal te meten. De bijvangst was dat men vond dat het heelal steeds meer uitdijt. Maar dat was niet de originele onderzoeksvraag.
Heel af en toe kom je iets onverwachts tegen. Wel moet je noest doorwerken; dan vind je onderweg misschien iets anders dan wat je oorspronkelijk zocht.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.