Na het ontbijt niet je jas aantrekken en op de fiets naar school, maar de boeken op tafel en les krijgen van je ouders. Voor de kinderen van ruim 400 gezinnen is dat de dagelijkse gang van zaken: zij krijgen thuisonderwijs.
Het aantal gezinnen dat zelf les geeft is groeiend, in 2001 waren dat er nog 94, in 2012 429. Maar staatssecretaris Dekker van Onderwijs wil thuisonderwijs verbieden en werkt aan een wetsvoorstel daartoe.
In de Leerplichtwet staat dat alle kinderen naar school moeten, behalve als ze vrijstelling krijgen. Dat kunnen ouders aanvragen op basis van religie. Als er in de buurt geen school te vinden is die hun geloof serieus neemt, schrijven zij een brief naar de leerplichtambtenaar. Als deze aanvraag goed onderbouwd is, wordt de vrijstelling gegeven. Maar nu wil Dekker daar dus vanaf en wil dat alle kinderen gewoon naar school gaan.
"Ik ben ervan overtuigd dat het recht op onderwijs het beste gegarandeerd kan worden als alle kinderen naar school gaan. Op deze manier krijgen kinderen een brede sociaal-emotionele ontwikkeling. Door de omgang met leeftijdsgenoten en volwassenen leren zij al op jonge leeftijd dat zij onderdeel uitmaken van een bredere maatschappij."
Mariska van Bruggen uit Rotterdam geeft haar drie kinderen ook thuis les. Zij vond geen geschikte school in de buurt waar zij zich qua geloof prettig bij voelde, dus besloot ze Ot (12 jaar), Tije (8 jaar) en Noortje (6 jaar) zelf onderwijs te geven. Zij vindt dat ze dat gewoon moet kunnen blijven doen.
Sjoerd Karsten, hoogleraar onderwijsvernieuwing, vindt ook dat thuisonderwijs niet afgeschaft moet worden, maar dat er wel meer toezicht op moet komen. Als ouders die vrijstelling krijgen, zijn er namelijk geen eisen waar het lesprogramma aan moet voldoen. Carry Roozemond, voorzitter van de branchevereniging van leerplichtambtenaren Ingrado, pleit wel voor afschaffing van thuisonderwijs.