12 jaar werkervaring heeft ze als leerkracht. Toch komt Simone uit Suriname niet aan het werk in Nederland, terwijl hier een groot lerarentekort is. Ze zou niets liever willen dan voor de klas staan, maar de huidige regelgeving maakt dat bijna onmogelijk.

Vanwege familieomstandigheden verhuisden Simone* (34) en haar 6-jarige dochter in februari van dit jaar vanuit Suriname naar Nederland. Ze zat krap bij kas, had zelfs haar auto verkocht om een vliegticket te betalen en hoopte hier snel aan de slag te kunnen als docent. Maar dat liep anders, met als gevolg dat ze geen woning kan betalen en bij de voedselbank loopt.

Kleine kans op een baan

"Ik heb het via een uitzendbureau geprobeerd, een flex-uitzendbureau, een detacheringsbureau", somt Simone op. "Ik kreeg veel positieve reacties, ik liep mee op verschillende scholen, maar kreeg steeds te horen dat ze me niet konden helpen om een werk- en verblijfsvergunning aan te vragen."

Om in Nederland te mogen werken moeten mensen als Simone een werk- en verblijfsvergunning aanvragen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Maar de kans dat zo'n aanvraag slaagt is heel klein, zegt algemeen coördinator Maarten Goezinnen van het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt (ROS).

Minimaal 3500 euro per maand

Hoe dat komt? "Het belangrijkste onderscheid dat wordt gemaakt is of iemand uit de Europese Unie komt of niet. Iemand uit Polen of Portugal kan hier zonder veel problemen naartoe komen", legt hij uit. "Maar als je van buiten de EU komt, moet je al in het land van herkomst een werkgever vinden die je een arbeidscontract wil aanbieden. Dat contract moet vervolgens aan allerlei voorwaarden voldoen. Zo moet het een jaarcontract zijn en het salaris minimaal 3500 euro per maand. Veel werkgevers kunnen niet aan die voorwaarden voldoen".

Scholen willen hun handen er vaak niet aan branden, merkt Simone. "Ik krijg vaak te horen: het heeft geen zin om een werk- en verblijfsvergunning aan te vragen, want de IND keurt het toch af. Aan de schooldirecteuren zelf ligt het niet, want zij zeggen: als het aan mij ligt mag je zo in dienst."

Topman uit Singapore

Volgens Goezinnen van het ROS is de regelgeving bedacht om het voor bedrijven makkelijker te maken hoogopgeleide krachten uit het buitenland te halen. "Daar staan bedrijven echt om te springen. Die bedrijven betalen natuurlijk veel hogere salarissen dan bijvoorbeeld het onderwijs of de zorg."

Het is logisch en nodig dat er wet- en regelgeving is zodat niet iedereen in Nederland kan komen werken, benadrukt Goezinnen. "Maar er zou meer ruimte mogen komen voor middelbaar opgeleide buitenlandse werknemers: mensen in de bouw, mensen in de zorg. We zien dat de huidige regelgeving eigenlijk alleen geschikt is voor een bedrijf als Philips, dat een topman uit Singapore wil halen. Dat gebeurt ook aan de lopende band. Terwijl je vraag en aanbod op de arbeidsmarkt veel logischer bij elkaar zou kunnen brengen."

Leraren zonder opleiding voor de klas

Ondertussen merkt Simone vanuit haar omgeving dat de vraag in het Nederlandse onderwijssysteem groot is. "Ik heb nichtjes hier die allemaal klagen. Eentje gaat met een hbo-opleiding beginnen en eentje doet havo 5. Ze zeggen allemaal: we hebben leerkrachten voor de klas die geen lerarenopleiding hebben genoten."

Het frustreert Simone: "Die doen gewoon een boek open en lezen eruit. De leerlingen snappen er allemaal niks van, maar ze zetten die mensen gewoon voor de klas omdat ze de Nederlandse nationaliteit bezitten. Dan maakt het niet uit of ze er kaas van gegeten hebben."

Speciale band met Nederland

Volgens de huidige regelgeving is het wel mogelijk om leerkrachten uit andere EU-landen te halen. "Maar om eerlijk te zijn, denk ik: je gaat landen benaderen binnen de Europese Unie, maar die mensen spreken helemaal geen Nederlands. Je moet dan zoveel investeren in iemand, want diegene moet dan je taal nog leren en zich op allerlei gebieden aanpassen", zegt Simone.

"We zijn in Suriname zo lang een kolonie geweest van Nederland", vervolgt ze. "Nederlands is onze moedertaal. Dus ik weet niet waarom het zo moeilijk gemaakt wordt voor leerkrachten die uit Suriname komen. We hebben een speciale band met Nederland. Waarom willen ze ons niet?"

'Onderwijs is verdienmodel geworden'

Goezinnen zou met zijn stichting ROS graag zien dat de IND de huidige procedures en werkwijze heroverweegt. "We begrijpen heel goed dat je als overheid niet kan tolereren dat iedereen van over de hele wereld naar Nederland kan komen. Daar moet je wet- en regelgeving voor afspreken", vindt hij.

"Maar het onderwijssysteem is ook ingericht op buitenlandse studenten. Dat is ronduit een verdienmodel geworden waar we niet meer zonder kunnen. En toch maken we het voor bepaalde groepen enorm moeilijk."

Krapteberoepen

Goezinnen vindt dat de IND gevallen veel meer per persoon zou moeten bekijken en maatwerk zou moeten leveren. Daarbij zouden ze volgens hem kunnen werken met de lijst van zogeheten 'krapteberoepen' - een lijst die het UWV nu al met regelmaat publiceert. "Wie hebben we hier hard nodig en wie niet? Kijk naar de markt van vraag en aanbod en waar in Nederland dringend behoefte aan is. Spreek af met studenten dat ze hier mogen studeren als het gaat over een sector waar de nood hoog is."

"De problemen zijn zo groot dat het met Nederlands personeel bijna niet op te vangen is", zegt Goezinnen. "De lijst met krapteberoepen gebruiken om buitenlandse werknemers te selecteren lijkt me dus een logisch idee. Grote tekorten in het onderwijs, de bouw of in de kinderopvang zouden zo opgelost kunnen worden."

Teruggaan geen optie

Voor Simone bestaat het dagelijks leven nu uit onzekerheid. "Ik weet niet hoe verder, want voor mij is teruggaan geen optie", vertelt ze. "Waar haal ik het geld vandaan om een ticket terug te betalen? En als ik al terug kan gaan, sta ik op straat met mijn kind. Want ik heb geen woning meer daar, ik heb geen baan. Ik heb niks."

Met voedselpakketten van de voedselbank houden Simone en haar dochter op dit moment het hoofd boven water, qua verblijf pendelen ze tussen Rotterdam en Amsterdam bij verschillende familieleden en kennissen. "Maar iedereen heeft het moeilijk de laatste tijd, dus je wil je niet te lang opdringen."

Dochter biedt troost

Het moeilijkste vindt Simone dat haar jonge dochter onbedoeld toch veel meekrijgt van haar problemen.

"Als moeder probeer ik sterk te blijven, maar er zijn momenten dat de tranen gewoon komen", vertelt ze. "Mijn dochter merkt de situatie als ik helemaal verdrietig ben. Ze probeert me dan te troosten. Dan zegt ze 'Mama, het komt allemaal goed. Je gaat gewoon werk vinden."

* Om haar vergunningaanvraag niet te verstoren, wil Simone alleen anoniem haar verhaal te doen. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.