Zeden- en geweldsdelinquenten worden regelmatig veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de slachtoffers en/of nabestaanden. Maar de daders betalen die schadevergoedingen lang niet altijd. Het kost de overheid jaarlijks zo’n 3,1 miljoen euro.
Om nu te voorkomen dat slachtoffers ook nog jarenlang moeten procederen om de vergoedingen te krijgen, is recent de “voorschotregeling voor zeden- en geweldmisdrijven” in het leven geroepen. De overheid keert het volledige bedrag uit aan de slachtoffers als de dader een opgelegde schadevergoeding na acht maanden niet of deels heeft betaald. Vervolgens probeert de staat dat alsnog te verhalen op de dader, want maar deels lukt.
3,1 miljoen euro
Want nu blijkt uit onderzoek van CEBEON dat in 35% van de gevallen niet lukt. In geld uitgedrukt, kost het de overheid jaarlijks gemiddeld 3,1 miljoen kost, zo constateert het onderzoeksbureau. Opvallend is verder dat hoe hoger de opgelegde schadevergoeding, hoe kleiner de kans dat het bedrag ook daadwerkelijk wordt betaald door de dader.
Bij opgelegde schadevergoeding tot 1000 euro wordt 5% niet betaald. Bij de hoogste schadevergoedingscategorie is percentage niet-inbare vergoedingen gestegen naar 90%.
Meer aandacht voor slachtoffer
De maatregel past in een trend om het slachtoffer meer tegemoet te komen in het strafrecht. Zo is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafrecht.
En Minister Dekker heeft recent aangegeven de positie van slachtoffers verder te willen versterken. Zo wil hij dat de voorschotregeling, die nu dus alleen geldt voor zeden- en geweldsdelicten, ook gaat gelden voor overtredingen.
Lees hier het volledige rapport:
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.