Er lijkt maar geen eind te komen aan de discussie over de tijdelijke verhuizing van de Tweede Kamer. Een nieuw rapport, in opdracht van het bestuur van de Kamer, stelt dat verhuizen niet nodig is. Sterker nog: het is goedkoper om dat niet te doen.

De historische gebouwen aan het Binnenhof moeten hoognodig opgeknapt worden, omdat er sprake is van achterstallig onderhoud, waardoor brandgevaar ontstaat. Zo moet er nieuwe elektrische bedrading komen en moet de ventilatie verbeterd worden.

Nieuwe plek is al verbouwd

In 2015 heeft het kabinet besloten dat de Binnenhof-bewoners tijdelijk moeten verhuizen, zodat de renovatie in één keer uitgevoerd kan worden. Dat zou het efficiëntst en het goedkoopst zijn. Totale kosten: 475 miljoen euro.

Niemand verheugde zich op de verhuizing, maar het was nu eenmaal noodzakelijk. Het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken, een stukje verderop in Den Haag, werd voor 161 miljoen euro verbouwd. Vanaf de zomer van dit jaar zou dat dan voor 5,5 jaar de werkplek van de Tweede Kamerleden worden.

Het gebouw van het voormalig ministerie van Buitenlandse Zaken

90 miljoen goedkoper om te blijven zitten

En toen ontstonden de problemen. Ten eerste werd door de stikstofproblematiek de verhuizing met een jaar uitgesteld. Vervolgens kwam de coronacrisis en vroeg Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib zich af of het nieuwe onderkomen wel coronaproof was. Verantwoordelijk staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Raymond Knops, liet onderzoek doen: met enige aanpassingen kan er veilig gewerkt worden in het nieuwe gebouw.

Maar de weerstand tegen de tijdelijke verhuizing groeide en daarom liet de Tweede Kamer zelf nog een keer onderzoeken of het toch niet mogelijk is om tijdens de renovatie aan het Binnenhof te blijven werken. Dat rapport ligt er nu en wat blijkt: het kan, het duurt niet veel langer en is meer dan 90 miljoen euro goedkoper.

De nieuwe plenaire zaal in het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken waar tijdelijk de Tweede Kamer wordt ingericht.

Geldverspilling dreigt

Nu is er dus een patstelling ontstaan tussen aan de ene kant de 'huurbaas' van het Binnenhof, het ministerie van Binnenlandse Zaken, en de 'huurder', de Tweede Kamer. En de tijd dringt, want om volgend jaar zomer, zoals gepland, te verhuizen naar het tijdelijke onderkomen, moet de Kamer er het liefst nog voor het kerstreces over debatteren. Maar dat gaat niet meer gebeuren.

Politiek commentator Joost Vullings, zelf al jarenlang werkzaam op het Binnenhof, is verbaasd over de wending in de voortdurende Binnenhof-soap: "In 2015 is na vele onderzoeken, dikke stapels rapporten en talloze debatten besloten: we doen de renovatie in één keer en we verhuizen tijdelijk naar een ander gebouw. Dat reserveparlement is nu klaar, heeft 161 miljoen euro gekost en nu lijkt de Tweede Kamer vlak voor de verhuizing erop terug te komen. Dat is toch wel wonderlijk en verspilling van belastinggeld dreigt." Het Rijksvastgoedbedrijf heeft in een tijdlijn weergegeven hoe de renovatie van het Binnenhof in zijn werk zal gaan.

Luisteren

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.