De journalistiek is te links, politici in Den Haag beslissen alles in achterkamertjes en Nederlandse rechters zijn partijdig. Voor wie er zo over denkt is er nieuws: De Nederlandse democratie verkeert in een goede staat en internationaal doen we het heel goed.
De rechtspraak is onafhankelijk, de journalistiek is divers en kritisch en er zijn weinig drempels voor politieke partijen om in het parlement te komen, zijn enkele conclusies uit een omvangrijk onderzoek van de denktank IDEA (Institute for Democracy and Electoral Assistence). De organisatie onderzocht de ontwikkeling van rechtsstaat in 155 landen over de periode 1975-2015.
Slechte score directe democratie
Alleen als het gaat om directe democratie, zoals het referendum, scoort Nederland heel slecht. Op dat terrein doen Oost-Europese landen het veel beter. Zwitserland steekt met kop en schouders boven alle Europese landen uit.
Democratie is meer dan verkiezingen, vindt de Belgische oud-premier Yves Leterme, die de scepter zwaait over IDEA. "Legitimiteit is ook afhankelijk van de permanente betrokkenheid van burgers", zegt hij tijdens de presentatie van het rapport in Den Haag. Maar het nieuwe kabinet schaft het raadgevend referendum al weer af. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) zei gisteren in de Tweede Kamer dat er betere manieren zijn om burgers bij de democratie te betrekken. "Het referendum heeft niet alleen de politiek niet gebracht wat we ervan vonden, maar heeft ook de mensen in Nederland niet gebracht wat ze ervan hadden gehoopt."
'Te vroeg om conclusies te trekken over referendum'
Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de universiteit Leiden, vindt het veel te vroeg om deze conclusie te trekken. "We zijn niet gewend aan een referendum. Tot nu toe hebben politici de verkiezingsstrijd op weg naar een referendum verkeerd aangepakt. Ze zagen dat als een vlakke touretappe waar je aan het eind vlamt. Terwijl het een Formule 1 –wedstrijd is waar je van begin tot eind je best moet doen. Dan pas kun je winnen."
Hij is voorstander van een referendum, omdat je bepaalde kwalen van de democratie kunt genezen. "Burgers gaan bijvoorbeeld in 2012 naar de stembus en de regering neemt in 2014 een beslissing. De wereld kan in twee jaar tijd erg veranderen. Bovendien heeft over die beslissing niets in verkiezingsprogramma’s gestaan dus de politiek weet niet wat de bevolking vindt."
Als voorbeeld noemt hij het besluit om de dividendbelasting af te schaffen. "In geen enkel verkiezingsprogramma staat deze maatregel", zegt hij. "Misschien vindt de meerderheid van de bevolking dit een dom plan, maar je kunt ook juist steun krijgen, dan werkt het als Haarlemmerolie."
Het laatste referendum in Nederland was de stemming over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne op 6 april 2016. Het kabinet hoeft niet naar de beslissing van de kiezer te luisteren, omdat het raadgevend referendum in Nederland een niet-bindend karakter heeft.
Volgend jaar volgt een referendum over de sleepwet, formeel de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De wet geeft de veiligheidsdiensten ruimere toegang tot telefoon- en internetgegevens van burgers. Ongeruste burgers vrezen dat de wet grote gevolgen heeft voor de privacy en bewegingsvrijheid van burgers.
CDA-leider Sybrand Buma kondigde vorige maand al aan dat het kabinet een eventueel nee tegen de aangenomen wet op de Inlichtingen en veiligheidsdiensten zal negeren.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.