Nergens in Europa zitten mensen zoveel als in Nederland. Inmiddels doen we dat meer dan 10 uur per dag. "Te weinig bewegen maakt ziek, maar beleidsmakers onderschatten het probleem nog steeds", waarschuwt bewegingsdeskundige Remo Mombarg.
"We spreken van een mondiale gezondheidscrisis, een tweede pandemie." Lector bewegingsonderwijs en jeugdsport Remo Mombarg van de Hanzehogeschool in Groningen maakt zich grote zorgen, met name over de Nederlandse situatie.
Maatschappij-ontwrichtend
"Minder dan de helft van de volwassen Nederlanders beweegt voldoende. Mensen worden ziek als ze te weinig actief zijn. Daardoor kunnen ze minder of helemaal niet meer werken en staan de zorg en andere sectoren steeds meer onder druk."
Er is sprake van een potentieel maatschappij-ontwrichtend mechanisme, denken Mombarg en veel van zijn collega's uit de zorgsector.
'Uitstekend digitaal netwerk maakt lui'
Volgens Mombarg doet de overheid te weinig om dit mechanisme te stoppen: "Mensen realiseren zich echt wel hoe belangrijk het is om gezond te leven en voldoende te bewegen, maar het is erg lastig om dit in de praktijk te brengen in een op luiheid en ongezond eten ingericht land."
Want dat wij in Nederland zo opvallend veel zitten, komt volgens Mombarg door hoe onze maatschappij is georganiseerd. "Nederland kent een uitstekend digitaal netwerk. We werken vaak thuis en kunnen alle boodschappen en producten die we maar willen hebben vanachter de computer bestellen. Vervolgens krijgen we ze tot aan de deur gebracht. Onze vrienden zien of spreken we digitaal, dus op bezoek gaan is veel minder nodig."
Individu verantwoordelijk
Decennialang werd de verantwoordelijkheid voor gezond leven bij het individu gelegd. De burger ging over zijn of haar leefstijlkeuzes. De overheid stimuleerde die keuzes hooguit met campagnes en oproepen.
Drastische stappen werden zelden gezet. Alleen minister Ab Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vormde een uitzondering toen hij in 2008 en 2009 roken in de horeca en alcoholreclames vóór 21.00 uur per wet liet verbieden.
Veel te vrijblijvend
In het preventieakkoord dat Nederland gezonder moet maken staat over bewegen: 'We stimuleren sport en bewegen in het kader van het bevorderen van de gezondheid. Bij de sportvereniging begint een gezond leven. Daarom helpen we sportverenigingen om klaar te staan Nederlanders weer aan het sporten te krijgen.'
Lector Remo Mombarg vindt dat veel te vrijblijvend. "Het sluit ook totaal niet aan bij hoe bijvoorbeeld inactieve jongeren willen bewegen. Alleen hiermee krijg je ze echt niet van de bank."
Levensbelang
Dat het in beweging krijgen van kinderen en jongeren letterlijk van levensbelang is, onderstreept ook hoogleraar leefstijl gerelateerde ziekte bij kinderen, Anita Vreugdenhil van het Maastricht UMC+. Zij probeert kinderen met overgewicht actiever te laten leven en gezondere voedselkeuzes te laten maken.
"Het moet leuk zijn voor de kinderen: wat willen ze, waar worden ze blij van? Dan houden ze het ook echt vol", zegt Vreugdenhil.
Geschokt
En dat volhouden is hard nodig: "We zien al voorstadia van ernstige ziektes bij basisschoolkinderen van onder de 12 jaar. Ze ontwikkelen nu al aandoeningen zoals diabetes type 2. Hun bloeddruk is te hoog, waardoor het risico op latere hartinfarcten toeneemt. En ook de kans om later kanker te krijgen groeit.
De artsen zagen tevens dat sommige kinderen al littekenweefsel op de lever ontwikkelden of dat er sprake was van vetlever. "We waren echt geschokt door wat we zagen. Gelukkig merken we ook dat zelfs kleine stappen deze ontwikkelingen weer kunnen omkeren."
'Geef bewegend les'
Wat moet er concreet gebeuren om Nederland in beweging te krijgen? "Er zijn al goede initiatieven: leslokalen met statafels, scholen waar jongeren hun scooters een halve kilometer verderop parkeren en dan naar school lopen", somt Mombarg op.
"Geef buiten les en koppel dat aan beweging waar het maar kan. En maak sporten minder competitief en vooral gezellig en leuk, dan doen ook meer kinderen mee. Van tafeltennis tot wandelroutes, voor alle kinderen moet er succes te beleven zijn."
Niemand verantwoordelijk
Maar het grote probleem is decentralisatie, niemand voelt zich verantwoordelijk, zegt Mombarg. De overheid moet veel meer de regie nemen, vindt hij. "We moeten een landelijk netwerk bouwen van ontwikkelplekken en living labs, daar geloof ik echt in. Daarvoor is niet alleen financiering maar ook visie en een duidelijke doelstelling nodig."
Dat kan niet een ministerie alleen oplossen, benadrukt hij. "Te weinig bewegen is een groot maatschappelijk probleem, daarvoor moet je meerdere ministeries bij elkaar roepen. VWS, maar ook de ministeries van Onderwijs, Economische en van Sociale Zaken zijn aan zet."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.