Het medisch beroepsgeheim staat ter discussie. Het is bedoeld om patiënten te beschermen, maar dat heeft ook een keerzijde. Door er minder rigide mee om te gaan, kunnen misdrijven worden voorkomen en sneller worden opgelost.
De vraag is wat er zwaarder moet wegen: het recht op privacy, of de veiligheid van de samenleving. Bij bekende verdachten als Thijs H. en Michael P. ontstaat er meteen discussie over. En er is nu een petitie gestart om wetgeving rondom het medisch beroepsgeheim aan te passen.
Van cruciaal belang
"Voor wettig en overtuigend bewijs ontbreekt soms nog een stuk. En dat kan dan net in de medische dossiers liggen. Hiermee kan veel leed worden voorkomen." Dat zegt voorzitter Jan Struijs van de Nederlandse Politiebond. Alleen al om die reden is de bond er voorstander van dat inzage makkelijker wordt. De voorzitter noemt het zelfs van cruciaal belang voor de waarheidsvinding en opsporing.
Misdaadjournalist Peter R. de Vries praat uit eigen ervaring. "Ik heb het in een aantal zaken meegemaakt. Levensdelicten waarbij het van cruciaal belang was wat een medicus over bepaalde gedragingen en gebeurtenissen kon vertellen. Als er dan botweg wordt gezegd: 'We kunnen daar niets over vertellen vanwege medisch beroepsgeheim', dan is dat frustrerend."
Hoogste goed
Volgens voorzitter Elnathan Prinsen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie is het op dit moment al goed geregeld. Hij vindt het beroepsgeheim het hoogste goed. "Dat dateert al van ver voor Christus. Wat jou als dokter in vertrouwen is verteld, vertel je niet door." Iedereen moet volgens hem alles tegen een dokter kunnen zeggen, zonder zich zorgen te maken om privacy. "Dat dient een breder maatschappelijk belang."
Maar volgens De Vries denken veel medici dat ze onder geen enkele omstandigheid het beroepsgeheim mogen doorbreken. "Het punt is juist dat de wet hier best een aantal uitzonderingen op geeft." Als voorbeeld noemt hij de bebloede kleding van Thijs H., toen hij zich meldde bij een kliniek. "Hier waren alle omstandigheden aanwezig om het beroepsgeheim te doorbreken."
Bang voor maatregelen medisch tuchtcollege
Struijs zegt dat artsen soms wel willen meewerken, uit gewetensnood, maar bang zijn voor wraak van patiënten of maatregelen van het medisch tuchtcollege. Daardoor kunnen ze hun baan kwijtraken. De Nederlandse Politiebond wil een discussie binnen de beroepsgroep. "Het is het uur U, omdat met die 80.000 meldingen van verwarde personen de tijden zo zijn veranderd."
Prinsen is het daar niet mee eens. "Als een hulpverlener denkt dat er een seriemoordenaar in zijn kliniek zit, dan moet hij het medisch beroepsgeheim zelfs doorbreken om nieuw gevaar te voorkomen. Op het niet schenden van je beroepsgeheim in zo'n geval kun je ook tuchtrechtelijk worden aangesproken."
Politiek wil aanpassingen
Toch denken ook politieke partijen dat het anders moet. CDA-Tweede Kamerlid Joba van den Berg vindt dat de beroepsgroep het protocol moet aanpassen. "Het is nog maar iets meer dan 10 jaar geleden dat er bij seksueel misbruik en kindermishandeling aanpassingen zijn gedaan en er een meldrecht is gekomen." De arts voelt zich volgens haar dan vrijer om eerder aan de bel te trekken.
VVD en PvdA hebben in juni een motie ingediend. VVD-Tweede Kamerlid Hayke Veldman wil dat het kabinet een betere gegevensuitwisseling tussen GGZ, politie en justitie organiseert. "Dat betekent dat, als het nodig is, het geheim dat er nu op een medische dossier zit, moet worden opgeheven. Het gaat dan bijvoorbeeld om opsporing door politie, zodat voorkomen kan worden dat er meer slachtoffers vallen."
Taak van politie en rechter
Prinsen vindt het niet wenselijk dat een psychiater het beroepsgeheim schendt voor waarheidsvinding en opsporing van verdachten. "Daar moet de politie zich mee bezig houden. Dat is niet onze taak." Thijs H. kwam met bloed op zijn kleren de kliniek binnen. Moet je dat dan melden? Prinsen denkt van niet. "Het zou anders zijn als hij had geroepen dat hij iemand ging vermoorden."
Volgens hem zouden personen als Thijs H. zich niet meer bij een kliniek melden als ze weten dat de politie meteen gebeld wordt. "Zou de maatschappij dan veiliger af zijn geweest?" En dan is er volgens Prinsen altijd nog de rechter om te laten toetsen of de hulpverlener de juiste keuze heeft gemaakt. "Op het moment dat de rechter denkt dat een dossier absoluut noodzakelijk is voor een onderzoek, kan hij dat vorderen en dat gebeurt ook."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.