Het is een totaal surrealistisch beeld wat ik zie als ik om kwart over 12 op Koninginnedag Apeldoorn binnenrij. Talloze mensen in feestelijke oranje kleding die met bedrukte gezichten verslagen langs de kant van de weg zitten. Politiemensen die wegen afzetten, maar niet goed lijken te weten waarom. Muziekkorpsen die met teneergeslagen hoofden afdruipen. Onwillekeurig moet ik denken aan de televisiebeelden vlak na de aanslagen van 11 september in New York. Maar dit is Apeldoorn op 30 april, Koninginnedag. Het ongeloof op de gezichten van de mensen is echter hetzelfde.

Als ik bij het kruispunt aankom waar zich het drama heeft voltrokken staan er nog mensen die getuige waren van wat er gebeurde. Alsof ze de plek niet los kunnen laten. Achter provisorisch opgetrokken schermen worden nog steeds mensen gereanimeerd. Er staat een tiental ambulances, waarvan 1 met de deur open. Er wordt juist een slachtoffer naar binnen gedragen. Mijn collega Simone Timmer staat aan de andere kant van het kruispunt. Ik kan haar telefonisch niet bereiken, want het hele telefoonnetwerk ligt plat in Apeldoorn. Zij is de hele week al de burgemeester van Apeldoorn aan het volgen in al zijn voorbereidingen voor deze dag. Dit stond echter niet in de draaiboeken.

Ik spreek met ooggetuigen. Ze dachten nog een fractie van een seconde aan een act, iets met kanonnen en poppen die door de lucht vlogen. Maar al snel zagen ze dat het mensen waren, meters de lucht ingeslingerd. Het gebeurde allemaal in een paar seconden, met veel lawaai en geschreeuw. Daarna grote stilte om langzaam in te kunnen laten dalen wat er was gebeurd. Later die dag kom ik een fotograaf tegen van persbureau Meter. Hij kijkt in een hoekje van het hotel waar de pers zich verzamelt naar de foto's die hij heeft gemaakt. Voor het eerst zie ik het bloed. De lichamen op straat. Een kind met bebloed hoofd op de armen van zijn wegrennende vader. Ze kijken recht in de camera. De fotograaf kijkt ernaar alsof hij amper kan geloven dat hij zelf de foto's heeft genomen. Hij is niet de enige die zichtbaar aangedaan is. Even verderop bij de satellietwagens van de omroepen zie ik collega's huilen. Ze stonden vooraan toen de auto op de mensen inreed. En ook journalisten zien zoiets niet iedere dag, een camera schermt niet je emoties af.

De volgende dag ben ik terug in Apeldoorn. De sfeer is er nog steeds één van ongeloof en verdriet. Bij het kruispunt van het drama wordt het steeds drukker. Mensen komen terug alsof ze willen controleren of ze het niet allemaal hebben gedroomd. Er zijn mensen met bloemen. Eén vrouw met een bosje bloemen in haar hand wordt het allemaal wat teveel, ze valt luid snikkend in de armen van haar man. Er staan vrienden van de dansgroepleden uit Almere, waarvan 1 lid bij het drama is overleden en anderen in het ziekenhuis liggen. Ook bij de kerk is het druk. De mensen willen op de één of andere manier hun medeleven uiten aan de nabestaanden van de zeven doden, door een kaarsje aan te steken, door hun naam in een boek te schrijven. Als ik 's avonds Apeldoorn uitrij zie ik een man op een oranje hoogwerker vlaggetjes weghalen. Even verderop wordt de kermis afgebroken. Het lijken op dit moment haast overbodige handelingen. Want iedereen hier kan het voelen: in Apeldoorn viert men even geen feest.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.