Jongeren met een taakstraf kunnen in Nederland op steeds minder plekken hun straf uitvoeren. Volgens de Raad voor de Kinderbescherming duurt het in sommige gevallen soms maanden voordat zij ergens geplaatst kunnen worden.
Door corona zijn steeds meer locaties gesloten waar normaal veel jongeren een taakstraf uitvoeren, zoals kinderboerderijen, verzorgingshuizen en kringloopwinkels. Daarnaast daalt het aantal begeleiders die toezien op het vervullen van de straf al een paar jaar, zegt Jeanette Lankhuijzen van de Raad voor de Kinderbescherming. "Een aantal projecten zijn de afgelopen jaren afgehaakt. Enerzijds door bezuinigingen en reorganisaties, anderzijds omdat de doelgroep wat zwaarder is geworden. We merken dat onze jongeren vaak meer bagage, meer problemen hebben, waardoor het ook moeilijker is om die jongeren te begeleiden."
Negatieve uitwerking door gevangenis
Een taakstraf is vaak een middel om jongeren nog op het rechte pad te houden, zegt jongerenwerker Peter de Zwaan uit de Haagse Schilderswijk. Hij begeleidt jongeren met een taakstraf en weet ook dat de gevangenis in veel gevallen een negatieve uitwerking heeft op jongeren.
"Vaak komen ze daar in situaties waar ze misschien wijzer worden dan dat je ze wil hebben", legt hij uit. "Jongeren staan aan het begin van hun leven en ik denk dat je meer leert van een taakstraf dan achter de tralies te zitten voor een bepaalde periode."
Verschillende soorten taakstraffen
Taakstraffen van maximaal 240 uur worden opgelegd voor een grote verscheidenheid aan overtredingen en misdrijven, uiteenlopend van langdurig spijbelen tot inbraken en mishandeling. Jaarlijks worden er zo'n zesduizend taakstraffen aan jeugdigen opgelegd. De Raad voor de Kinderbescherming is verantwoordelijk voor de plaatsing van deze minderjarigen. Wie zijn taakstraf niet naar behoren vervult, moet alsnog de cel in.
De taakstraf via de Raad voor de Kinderbescherming is dan ook zwaarder dan de straf die via bij Bureau Halt wordt afgedaan. Jongeren vervullen bij Bureau Halt een straf voor lichtere vergrijpen. En straffen bij Bureau Halt leiden ook niet tot een strafblad-aantekening.
Geen tegenzin
Niet ver van jeugdcentrum Samson, de plek waar de Zwaan werkt, worden elke dag zo'n vijfhonderd tassen met eten ingepakt. In Eetcafe Kenitra zijn vrijwilligers tijdens Ramadan bezig om voedsel uit te delen aan diegene die dat nodig hebben. Sinds vorig jaar helpen daar ook jongeren bij die een taakstraf hebben.
Fahid Akachar van MEHR Welzijn is taakstrafbegeleider en vertelt hoe de samenwerking met de gestrafte jongeren gaat. "Aan het begin is het altijd even wennen, maar ik heb nagenoeg geen jongeren gezien die hier met tegenzin kwamen. Je houdt jongeren ook een spiegel voor, waarbij de jongeren zien dat ze tot veel meer in staat zijn dan alleen het slechte pad op gaan."
Lastige puzzel
Namens de Raad voor de Kinderbescherming voert Jeanette Lankhuijzen veel intakegesprekken met jongeren. "Het plaatsen van jongeren is vaak maatwerk. Om het te laten slagen zoek je naar plekken die passen bij de opleiding van de jongeren, vaardigheden of talenten."
"Nu veel plekken door Corona gesloten zijn, maakt dat de puzzel ook lastiger. De problemen spelen zeker niet alleen in de Randstad, maar ook in Friesland en Drenthe." Wat de puzzel nog ingewikkelder maakt is dat deze plekken geen winstoogmerk mogen hebben.
Lange wachttijden
Doordat een aantal plekken beperkt is, groeit de wachttijd voor het uitvoeren van een taakstraf. Dat is problematisch, zegt Lankhuijzen. "Wachtlijsten zijn nu veel langer. Eigenlijk wil je ze direct aan het werk zetten, lik op stuk beleid werkt bij jongeren het beste."
"Te lang wachten leidt er toe dat ze zich minder beseffen wat ze hebben gedaan", vertelt zij. "Later straffen zorgt er ook voor dat het effect niet zo groot meer is." Om het tekort aan geschikte plekken op te lossen heeft de Raad voor de Kinderbescherming recent een campagne opgestart.
Gevoel geven dat ze er toe doen
Begeleiders Akachar en De Zwaan zijn trots op hun werk als begeleider. Het overgrote meerendeel van de jongeren vervult zonder problemen hun straf en, zo zeggen beiden, je houdt de jongeren op een cruciaal moment in hun leven een spiegel voor. "De meeste voelen wel; ik moet hier iets mee. De meesten grijpen deze kans ook met beide handen aan. Juist deze groep kun je ook echt nog bewegen om er nog iets van te maken zegt begeleider Peter de Zwaan.
Fahid Akachar vindt het belangrijk om deze jongeren het gevoel te geven dat ze er toe doen. "Je investeert in iemand, geeft ze zelfvertrouwen. Je laat ze zien dat ze niet afgeschreven zijn en dat ze een bijdrage kunnen leveren. Dan zie je iemand groeien. Dat is positief voor de maatschappij, iemand opsluiten levert niet zoveel op."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.