Een paar dagen houden we het vol als we in een oorlog terechtkomen. Dat zegt voorzitter van de Nederlandse Officieren Vereniging, Niels van Woensel. Volgens hem en andere experts is er jarenlang veel te veel bezuinigd op defensie. "Dit moet echt anders."
"Nederland is uitermate kwetsbaar", zegt defensie-expert Peter Wijninga: "Onze luchtverdediging is niet op orde en dat is een groot probleem." Maar in feite hebben we van alles te weinig, vervolgt hij. Oorlog voeren is daardoor niet mogelijk. En dat geldt ook voor snel inzetbaar zijn. "Daar heb je een andere bedrijfsvoering voor nodig."
Lastige keuzes
De landmacht verkeert in een tweestrijd, vertelt Wijninga. Doordat er zoveel tekorten zijn moeten er keuzes worden gemaakt, maar dat is nog niet makkelijk: investeren in zware of lichte industrie?
"Als je in lichte industrie zou investeren, zoals de luchtmobiele brigade, heb je het zware spul niet nodig en ben je sneller inzetbaar. Maar daar heeft de landmacht afgelopen jaren niet op ingezet, dus dat zou een grote koerswijziging moeten zijn."
Weinig slagkracht
Die tekorten bij defensie komen door grote bezuinigingen op de logistieke ondersteuning, zoals brandstof voor voertuigen. "Die logistieke ondersteuning bepaalt voor een groot deel je slagkracht. Juist dat hebben we weggeorganiseerd de laatste 30 jaar", zegt Wijninga.
De oorzaak is de centralisatie van defensie, legt hij uit. "Het beleid kwam van boven en dat heeft ons in een slechte staat gebracht. Daardoor moeten we heel veel dingen doen met weinig mensen. Qua arbeidsvoorwaarden is er niet veel verbeterd. Daardoor is de huidige malaise ontstaan."
'Regering heeft verzaakt'
Het betekent volgens Wijninga niet dat de Nederlandse krijgsmacht niets kan, maar wel dat ze het niet lang volhouden. Voorzitter van de Nederlandse Officieren Vereniging (NOV), Niels van Woensel, bevestigt dat.
"Ik hoop dat we het dan 3 dagen volhouden. Heel lang heeft de overheid niet ingezien waar ze mee bezig was. Zo kan het niet verder. De regering heeft verzaakt door te bezuinigen."
NAVO-norm
Door de oorlog in Oekraïne beseffen we in Nederland pas hoe onveilig we zijn, volgens Van Woensel. "Een goede krijgsmacht is belangrijk voor onze eigen veiligheid. Mensen voelen zich onveilig in hun eigen land en zien de dreiging van de oorlog in Oekraïne."
De regering heeft nu wel spijt van die bezuinigingen, zegt hij. Daarom bekijkt ze nu de mogelijkheden om de NAVO-norm van 2 procent te bereiken. Die norm bepaalt hoeveel van het Binnenlands Bruto Product (BBP) van een land aan defensie wordt uitgegeven.
Wat oude oorlogen ons leren over de oorlog in Oekraïne- uitlegvideo
Langdurig traject
Maar, zegt defensie-expert Wijninga, het behalen van de Navo-norm is maar een richtlijn en geen doel op zich: "Het gaat erom wat we nodig hebben, we moeten een langdurig traject aangaan met investeringen in mens en materieel om weer boven water te komen als krijgsmacht. En als het betekent dat het die 2 procent wordt is dat zo, maar dat kan ook meevallen."
Wat willen we? Wat hebben we daarvoor nodig en hoeveel gaat dat kosten? Daar moet de regering naar kijken, zegt Wijninga. Volgens hem is dat in Navo-verband, omdat je dan keuzes kunt maken en kunt kijken wie wat kan doen. "We moeten ons weer veilig voelen."
'Size matters'
Om de krijgsmacht weer up-to-date te krijgen, is het volgens Wijninga belangrijk om te beginnen met het werven van personeel. Defensie moet zich als een aantrekkelijke werkgever presenteren.
"De salarissen moeten omhoog en er moeten investeringen worden gedaan om te laten zien dat we de krijgsmacht serieus nemen. Size matters, dus de krijgsmacht moet meer mankracht en slagkracht krijgen."
Tank terug
Van Woensel van de NOV ziet graag dat de tank terugkomt en dat munitievoorraden worden aangevuld: "De NAVO vraagt meer slagkracht bij de landmacht en bij de marine en marechaussee moet de kwantiteit omhoog: integreren met middelen in de lucht en op zee. Daarnaast moeten de voorraden worden opgehoogd, want investeren in materieel duurt jaren."
Defensie-expert Wijninga vindt het vooral belangrijk dat de bedrijfsvoering wordt aangepast, zodat er sneller gereageerd kan worden als het misgaat: "Dat betekent dat we bevoegdheden moeten decentraliseren en onderdelen zelfstandig moeten maken, zodat we die snel kunnen inzetten. Je moet snel reageren om een crisis af te wenden en dat kunnen we nu niet." De landmacht heeft volgens Wijninga nu weken nodig om zich voor te bereiden. Dan is het nog de vraag of je genoeg eenheden hebt en dat vergt enorm veel tijd.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.