Een journalist en cameraman van de Belgische zender VTM Nieuws zijn vannacht in Beiroet aangevallen door een 'woedende menigte'. Het wordt er als journalist niet makkelijker op om in het land te werken, ziet ook oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen.

Breuken in het gezicht van journalist Robin Ramaekers en een schotwond in het been van zijn cameraman Stijn De Smet. Dat is de eindstand nadat een woedende menigte zich tegen hen keerde toen zij verslag deden na een Israëlisch bombardement in het centrum van de hoofdstad.

Telefoon uit handen getrokken

Melissen noemt wat er met zijn Belgische collega's is gebeurd "een bevestiging van wat ik de hele week al vermoed wat zou kunnen gebeuren." Zelf zit hij sinds 26 september in de stad om verslag te doen van de situatie daar.

Melissen heeft zelf ook al meegemaakt dat het lastig is om zijn werk te doen in Beiroet op dit moment. "Vandaag is er nog een telefoon uit mijn handen getrokken, omdat iemand dacht dat ik hem filmde terwijl ik daar gewoon stond te bellen. Hij wilde wel zien wat het laatste beeld was dat ik had gemaakt", vertelt de oorlogsverslaggever.

Zorgen om bombardementen

Melissen merkt dat er sowieso veel weerstand is tegen mensen met camera's op dit moment. Zo willen maar weinig mensen op beeld voor zijn reportages. Een reden daarvoor is angst, noemt de journalist.

"Heel veel mensen die in opvang zitten, zijn bang dat mensen in beeld komen die misschien gezocht worden door Israël en dat Israël dan die plek gaat bombarderen. Dat soort zorgen zijn er."

Woede richting het Westen

Aan de andere kant is er ook veel frustratie en woede onder de bevolking, vooral tegen het Westen. "De mensen hier vinden vaak dat het Westen Israël steunt en dan zien ze een westerling, ook al is het maar een journalist, en reageren ze zich daarop af."

"In heel veel landen in deze regio is het concept 'onafhankelijke journalistiek' nog niet heel ver doorgevoerd", gaat hij verder. Daardoor wordt vaak gedacht dat je een land support als je daar vandaan komt. "En ook als ze dat niet denken, zien ze je toch als een gezicht van een westers land, dat het land dat hier die bommen gooit steunt."

Angst voor spionage

In deze situatie is dat dus genoeg om 'verbaal dingen naar je gegooid te krijgen', maar soms dus ook om klappen te ontvangen, vertelt Melissen. Daarnaast is er ook veel wantrouwen vanuit de bevolking. "Mensen zijn hier heel erg bezig met spionage, omdat ze in de afgelopen weken hebben gemerkt dat er natuurlijk een soort spionage is geweest."

Het zorgt ervoor dat mensen zich onveilig voelen. "Ze denken: wie kan ik nou nog vertrouwen in mijn eigen omgeving? En dat zijn dus de eigen mensen waar je misschien over kunt twijfelen. Maar ja, westerlingen zouden sowieso natuurlijk allemaal spionnen kunnen zijn. Zo wordt er vaak gedacht."

Vergelijking met 2006

In 2006 werkte Melissen ook in Libanon tijdens de oorlog. "Toen was het allemaal makkelijker", vergelijkt hij.

Daar speelt ook social media een rol in. "Dat maakt ook denk ik uit, dat mensen niet willen dat hun gezicht overal verschijnt."

'Dit is ons werk'

Melissen voelt zich niet onveilig, maar doet na de aanval op de Vlaamse journalisten wel extra voorzichtig. "Het is verstandig in ieder geval om in dit land een beetje afstand te houden van de bombardementen. Sowieso voor de bommen zelf, maar ook dus van hoe de mensen daarna erop kunnen reageren als ze een westerling zien."

Voorlopig blijft de journalist in ieder geval in het land om verslag te doen. "Wij zijn er ingevlogen. Dit is ons werk. We willen hier komen kijken wat hier gebeurt, dus ik ben niet in eerste instantie geneigd me te laten evacueren."

audio-play
Hoe het voor journalisten steeds lastiger wordt om in Libanon te werken

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.