Directeur Ad Geerdink van het Westfries Museum in Hoorn zegt dat de in 2005 gestolen schilderijen in handen zijn van corrupte personen tot diep in de Oekraïense politieke top. Het gaat om 24 schilderijen van Nederlandse schilders en zeventig stukken zilverwerk.
(Foto: Conservator Karel de Jong toont in 2005 een lege lijst van een gestolen schilderij)
De werken zouden op dit moment in handen zijn van een Oekraïense ultranationalistische gevechtsmilitie, meldt de Telegraaf. Aanvankelijk wilde de militie de kunstwerken voor vijftig miljoen euro verkopen aan het Hoornse museum. Dat is volgens roofkunstonderzoeker Arthur Brand 'een volstrekt onrealistisch bedrag'. De huidige marktwaarde is volgens Brand 500.000 euro.
Roofkunstonderzoeker Arthur Brand zegt dat de Oekraïners de gestolen doeken nu over de hele wereld te koop aanbieden. Brand: 'de Oekraïners weigeren het museum als rechtmatige eigenaar te zien'.
Ook de gemeente Hoorn bevestigt dat er 'serieuze signalen zijn dat de huidige bezitters van de roofkunst deze proberen te verkopen aan anderen'. De gemeente heeft contact opgenomen met het ministerie van Buitenlandse Zaken om een diplomatieke uitweg te vinden.
De kunstwerken zijn al tien jaar spoorloos. Tot januari 2014. Een rechercheur ontdekte toen een van de doeken op een website in Oekraïne. Volgens Geerdink ging het om een foto van het schilderij Rebecca en Eliëzer van Jan Linsen.
In EenVandaag een gesprek met Joris Kila, expert op het gebied van gestolen cultureel erfgoed. Ook spreken we met de Oekraïense ambassadeur Olexander Horin en met oud-directeur van het Westfries Museum Ruud Spruit.
Welke werken zijn in 2005 gestolen? Bekijk een overzicht op de site van het Westfries Museum
Terugkijken: item uit 2008 over kunstroof uit Westfries Museum
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.