Verkenner, informateur en straks misschien minister-president. Oud-minister Ronald Plasterk (PvdA) stond niet op de kieslijst, toch speculeren velen dat hij de nieuwe premier wordt. Kennen we die situatie al in Nederland? "We keren terug naar traditie."
Als Ronald Plasterk - zoals het gerucht gaat - de nieuwe premier wordt, hebben we een premier die niet op de kieslijst stond en dus zonder mandaat van de kiezer is gekozen. Politiek verslaggever Leendert Beekman van BNR zei daar vanmorgen dat we die situatie nog niet kennen in Nederland. Maar dat klopt niet, vertellen experts.
'Terug naar traditie'
"Zeggen dat iets nooit is voorgekomen, is denk ik het gevaarlijkste wat je kan doen als journalist. Dat is namelijk nooit waar. Het is altijd wel voorgekomen", vertelt parlementair historicus Simon Otjes.
"Sterker nog: voor 1973 was het heel gewoon dat de Nederlandse premier niet per se een eigen electoraal mandaat had", vertelt hij. "Er zijn allerlei premiers die niet gekozen waren. In die zin keren we eigenlijk terug naar een traditie."
In de geschiedenis
De afgelopen 40 jaar zijn we eraan gewend geraakt dat de grootste partij de premier levert, vertelt emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis Carla van Baalen. "Dat is sinds 1986 pas het geval met achtereenvolgend Lubbers, Kok, Balkenende en Rutte. Daardoor denken we misschien dat we de minister-president kiezen."
We moeten dan ook een stuk terug in de geschiedenis om voorbeelden te zien waarbij dit niet het geval was. "Bijvoorbeeld in 1959, toen werd De Quay premier en die was niet gekozen. Die was commissaris van de Koningin in Brabant en werd door zijn partij opgetrommeld om premier te worden."
Premierschap als inzet
In 1972 werd het premierschap voor het eerste de 'inzet' van de verkiezingen gemaakt, vertelt Otjes. "Dat was de eerste keer - en daarna in 1977 nog sterker - dat 'kies de minister-president' de leus was, terwijl het daarvoor veel gebruikelijker was dat er gekeken werd wie van mogelijke premiers het zou kunnen worden, maar dat het niet zo was dat de winnaar van de verkiezingen daar aanspraak op had."
"Het is dus een relatief nieuwe en sociaaldemocratische uitvinding", laat Otjes weten. Sinds die tijd leek het dus vanzelfsprekend dat de lijsttrekker van de grootste partij de premier werd.
Niet verbonden aan formerende partij
Plasterk is in dit geval niet verbonden aan een van de formerende partijen, en dat maakt dit wel een bijzondere situatie, vertelt Van Baalen. "Zeker gelet op het feit dat we al zolang minister-presidenten kennen die aan een partij gelinkt zijn."
Een voorbeeld dat de hoogleraar noemt is Cort van der Linden. "En dat is meer dan 100 jaar geleden. Liberaal was zijn politieke kleur, maar hij was niet van een politieke partij. Je weet dan natuurlijk wel waar je iemand in het politieke spectrum kan plaatsen, maar het is geen vereiste dat diegene lid is van een partij."
Niet bijzonder
Wie de minister-president ook wordt, het gaat dus anders dan we de afgelopen 40 jaar gewend waren. Maar het is niet zo alsof het nooit eerder is gebeurd.
"Een premier van buitenaf is alleen bijzonder als je tijdshorizon niet verder dan veertig jaar teruggaat", zegt Otjes.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.