In 1988 en 1990 pleegden leden van IRA verschillende aanslagen in Roermond. Uiteindelijk werden ze niet vervolgd. Nu verschijnt er een dramaserie over de aanslagen en nasleep ervan.
De aanslag in 1988 door het Irish Republican Army (IRA) in Roermond was gericht op Britse soldaten die er een café bezochten. Een jaar later beschoot IRA vier Australische toeristen in de Limburgse stad. Een vergisaanslag, bleek later. Met de première van The Spectacular op het Nederlands Filmfestival in zicht rijst de vraag waarom de vervolging en berechting van de aanslagplegers zo moeizaam verliep.
Politiek spel
Producent van de vierdelige serie Pieter Kuijpers baseerde de serie over de aanslagen onder andere op informatie van voormalig hoofd van het internationale inlichtingenteam Cees Verhaeren. Hij leidde het onderzoek in de jaren 90.
Er doet een verhaal de ronde dat er een informant van een van de geheime diensten tussen de terroristen zou hebben gezeten, zegt Kuijpers. "Maar als dat zo is, waarom zijn de aanslagen dan niet voorkomen? Waarschijnlijk omdat er grotere belangen speelden. Dat politieke spel laten we zien." Hij benadrukt dat het verhaal is gefictionaliseerd.
Terrorisme niet in wet
Oud-hoofd van het internationale inlichtingenteam Cees Verhaeren is zwaar teleurgesteld over het feit dat zijn team de daders nooit heeft kunnen veroordelen, vertelt hij. Zijn verklaring is dat in de tijd dat de aanslagen plaatsvonden terrorisme niet als misdrijf in het Wetboek van Strafrecht stond.
"Dat is gewijzigd na de moord op Theo van Gogh. Sindsdien zijn er artikelen in opgenomen die een terroristisch misdrijf strafbaar maken." Ook voorbereidingen en het verzamelen van inlichtingen om een terroristisch misdrijf te plegen vallen daar nu onder, weet Verhaeren. Hij is ervan overtuigd dat de daders nu, 30 jaar later, niet vrijgesproken zouden worden.
Vrijspraak
De advocaten van de IRA-verdachten hebben de zaak heel juridisch-technisch benaderd en niet zozeer politiek gemotiveerd, zegt Verhaeren. "Dat leidde uiteindelijk tot vrijspraak."
Verhaeren constateert dat het onderzoek en de internationale samenwerking met inlichtingendiensten uiterst moeizaam verliep. "Later concludeerden onderzoeksjournalisten dat de betrokkenheid van de inlichtingendiensten met de strijd in Noord-Ierland groot was. Er speelden veel belangen. Er waren vredesbesprekingen op gang gekomen tussen IRA en Britse regering."
IRA geïnfiltreerd
Verhaeren vertelt dat de IRA tot op het hoogste niveau was geïnfiltreerd. De Britse geheime diensten wisten dat de IRA hier op het vasteland aanslagen pleegde, dat is volgens hem een feit. Hij maakt wel onderscheid tussen de Britse geheime dienst (MI5 en MI6) en de Nederlandse Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD).
"Ik werkte nauw samen met Binnenlandse Veiligheidsdienst. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer zij hadden geweten van een voorgenomen aanslag, dat ze die informatie wel hadden prijsgegeven. In dat geval hadden we mogelijkerwijs die aanslagen kunnen voorkomen."
Slagader van inlichtingendiensten
Maar de Britse geheime diensten hadden in zijn ogen, zoals Kuijpers ook al aanstipte, andere belangen. "MI5 en MI6 hebben een wettelijke plicht om hun bronnen te beschermen. Die willen ze niet prijsgeven. Infiltranten zijn de slagader van inlichtingendiensten."
"De waarde van de inlichtingendiensten is rechtstreeks evenredig aan de waarde van de informatie die ze verstrekken: dat is dus het voorkomen van de aanslagen. Maar het is gebleken in Noord-Ierland dat ze soms ook aanslagen lieten doorgaan om belangrijke bronnen te beschermen, die misschien grotere aanslagen kunnen voorkomen."
Onderhandelingsstrategie
Ook de IRA handelde volgens Cees Verhaeren vanuit een onderhandelingsstrategie. "Er waren inmiddels vredesbesprekingen op gang gekomen tussen IRA en Britse regering, De IRA denkt dan, wij gaan niet meteen stoppen met aanslagen ook al zitten we aan tafel met Britse overheid, we laten ze nog even doorgaan om een drukmiddel bij onderhandelingen te hebben."
"Want zij zeggen, als jullie akkoord gaan met onze voorwaarden, dan stoppen wij de aanslagen. Daarom hadden zij belang dat de aanslagen op het vasteland doorgingen. Als ze de aanslagen ook in Noord-Ierland zouden plegen, dan zou hun eigen achterban, daartegen in opstand komen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.