Door aangepaste Pride is er dit jaar te weinig aandacht voor lhbti+-acceptatie, vindt helft van de gemeenschap

De helft (47 procent) van de lhbti+'ers heeft het gevoel dat er dit jaar onvoldoende aandacht is voor de acceptatie van hun gemeenschap nu veel Pride-evenementen zijn afgelast.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 3.500 lhbti+'ers in aanloop naar Pride Amsterdam. Vanwege de uitbraak van het coronavirus kunnen Pride-evenementen door heel het land niet of in aangepaste vorm doorgaan. Zo vindt de 'corona-editie' van Pride Amsterdam dit jaar vooral online plaats.

Corona-editie

Volgens de deelnemers aan het onderzoek is er door het afgelasten van Pride-evenementen minder zichtbaarheid voor de LHBTI-gemeenschap in het publieke leven: "En dat is juist belangrijk op weg naar maatschappelijke acceptatie", schrijft een deelnemer.

Iemand anders zegt: "De gevestigde momenten waarop er normaal gesproken stil wordt gestaan bij de acceptatie van de community zijn door de coronacrisis weggevallen. Weinig niet-lhbti+'ers zullen van de alternatieve activiteiten weten, terwijl het belangrijk is om de bewustwording bij iedereen levend te houden."

'Aandacht belangrijk, corona of niet'

Volgens een derde (34 procent) is er dit jaar wel voldoende aandacht voor de acceptatie van lhbti+'ers in Nederland. "Het hangt lang niet alleen af van Pride-evenementen. In de media en online wordt er regelmatig over gesproken", zegt iemand.

Een andere deelnemer: "Er zijn misschien geen grote feestelijke evenementen, maar ik vind het juist goed dat de alternatieve activiteiten dit jaar meer focussen op de strijd om gelijke rechten en acceptatie. Zo is de Pride ooit ontstaan. Die aandacht blijft belangrijk, corona of niet."

Werk aan de winkel

De meeste lhbti+'ers in het onderzoek (62 procent) vinden dat het over het algemeen goed gesteld is met de acceptatie van hun gemeenschap in Nederland. Wel zien velen ruimte voor verbetering. Volgens hen is ons land vooral op papier lhbti+-vriendelijk, maar lopen velen tegen een samenleving aan die niet altijd even tolerant is.

"Acceptatie gaat veel verder dan het homohuwelijk of je geslacht kunnen aanpassen in je paspoort. Er worden nog regelmatig lhbti+'ers gediscrimineerd, gepest of mishandeld. En zolang 'homo' nog een scheldwoord is, zijn we er nog niet", stelt een deelnemer.

Gedrag aanpassen

Net als in het onderzoek vorig jaar zijn er veel lhbti+-deelnemers die hun gedrag aanpassen om negatieve reacties over seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken te voorkomen. De helft (52 procent) geeft aan dat het afgelopen jaar te hebben gedaan.

Zo schrijven sommigen dat ze terughoudend zijn in het tonen van affectie naar hun partner toe: "We lopen weinig hand in hand en kijken om ons heen voor we een kus geven, omdat we vaak opmerkingen naar ons hoofd geslingerd krijgen."

Ook zijn er deelnemers die zich bewust anders kleden dan ze zouden willen: "Als ik me 'vrouwelijk' kleed, word ik nageroepen of uitgescholden op straat. Dat is enorm vernederend en vermijd ik liever. Dus ik laat soms bepaalde kledingstukken in de kast hangen."

Negatief gedrag

Vier op de tien lhbti+-deelnemers in het onderzoek (40 procent) hadden het afgelopen jaar te maken met negatief gedrag vanwege hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken. Volgens deze groep ging het vooral over vervelende opmerkingen of grappen (78 procent), maar ook uitgescholden of nageroepen worden (51 procent). Een aantal werd ook slachtoffer van bedreiging of geweld.

Het percentage ligt ongeveer gelijk aan een jaar geleden. Toen gaf 37 procent aan te maken te hebben gehad met negatief gedrag.