"Ga niet met de bulldozer over mensen heen om windmolens te plaatsen", adviseert lector energietransitie Martien Visser. Ondanks dat windmolens een thema zijn in de verkiezingsstrijd, is haast niet nodig: het opwekken van groene energie gaat al goed.
Want de doelstellingen voor het opwekken van groene energie over 10 jaar, zijn volgens de berekeningen van Visser nu al gehaald. "Eigenlijk is het een van de successen van het klimaatbeleid, dat we nu al zover zijn, als we in 2030 proberen te zijn", zegt de lector Energietransitie van de Hanzehogeschool in Groningen en beheerder van een database van energiegegevens.
Doel 'eigenlijk al bereikt'
Bij het klimaatakkoord is afgesproken dat héél Nederland in 2030 minstens 35 TWh opwekt aan groene elektriciteit met windmolens en zonneparken. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat ervan uit dat dit grotendeels gaat lukken, maar houdt nog wel een slag om de arm: projecten kunnen in de loop van de tijd namelijk nog wegvallen.
Maar volgens Visser is die slag om de arm niet nodig. Hij gaat uit van recentere berekeningen die laten zien dat het doel eigenlijk al is bereikt. Tussen het moment van subsidieverstrekking en de daadwerkelijke bouw zit vertraging, maar 'met bestaande windmolens plus wat in de pijplijn, zit kom je nu al in de buurt van de 35 TWh', legt hij uit.
Rustig aandoen om draagvlak te vergroten
Volgens Visser hoeft er dan ook geen haast gemaakt te worden met besluiten nemen over alle nieuwe plannen. De deadline voor alle gemeenten in Nederland is 1 juli, maar die datum zou volgens de energiedeskundige niet heilig moeten zijn.
"Ik denk dat je beter wat rustig aan kunt doen", zegt Visser. "Vooral om draagvlak te behouden en te vergroten, dat is beter dan dat we nu met gloeiende haast zaken in gang zetten. De grote druk is dus wat mij betreft een beetje van de ketel." Dat betekent volgens hem niet dat er helemaal geen besluiten genomen moeten worden, maar in een iets lager tempo.
Werk aan de winkel
Zorgen voor draagvlak is dus het toverwoord, want doordrukken leidt volgens Visser juist tot weerstand. "Ik heb dat hier in de buurt gezien in Drenthe. Je kunt bij wijze van spreken wel met een bulldozer toch zaken voor mekaar krijgen en windparken realiseren, maar de lust van de bevolking om verder te gaan wordt toch een stuk minder."
"Juist daarom is het belangrijk om op een goede manier met elkaar naar de bouw van windmolens te kijken", legt hij uit. "Waar zijn de mogelijkheden en hoe doen we dat zo zorgvuldig mogelijk?"
Geen stop
Helemaal stoppen met de bouw van windmolens wil Visser niet. Het doel van 2030 waar nu over wordt gesproken is slechts een tussenstap. "Een pas op de plaats maken vind ik niet zo'n goed idee, want de energietransitie gaat door."
"Laten we ons succes vieren dat we dit hebben gehaald en laten we zorgvuldig verder gaan in het pad richting 2050", vervolgt hij. "Dan moet onder andere de elektriciteitsvoorziening en de hele energievoorziening CO2-vrij zijn."
Onderdeel van de verkiezingscampagne
Politici anticiperen in de verkiezingsstrijd op het afbrokkelende draagvlak. Zo noemde noemde premier en VVD-lijsttrekker Mark Rutte in het RTL-verkiezingsdebat de weerstand tegen de molens in IJburg als voorbeeld.
D66-partijleider Sigrid Kaag zei in een uitzending van NPO Radio1 dat haar voorkeur naar windmolens op zee uitgaat en GroenLinks wil juist dat mensen meeprofiteren om zo het draagvlak te verbeteren.
Meewind en tegenwind
Dat er weerstand bestaat en zorgen leven, ziet ook VVD-wethouder Louis Koopman. Hij is als voorzitter van de stuurgroep Regionale Energie Strategie (RES) Twente verantwoordelijk voor een van de 30 regio's waar plannen voor windmolens worden gemaakt.
In meer tijd nemen voor de besluiten, zoals Martien Visser voorstelt, gelooft hij niet. Wel vind hij het belangrijk om de noodzaak van windmolens en zonnevelden uit te leggen. "Willen we met z'n allen in een leefbare wereld blijven wonen, in een leefbare regio Twente die overloopt van natuurschoon? Willen we dat overeind houden, dan moeten we die stappen maken."
'Toon wat meer commitment
Naar zijn idee is er een hele grote groep inwoners, die wel achter de plannen staan, maar zich niet roeren. "De stem van de milde meerderheid, die wordt niet of veel te weinig gehoord", zegt hij.
Hij voelt zich door de woorden van Rutte niet in de steek gelaten. "We moeten wel dichter bij elkaar gaan staan. We hebben ook als regio's tegen het Rijk en de minister gezegd: toon wat meer commitment. We hebben ambities neergelegd die hoger zijn dan oorspronkelijk verwacht. We willen wel vanuit de regio, maar dan hebben we het rijk ook nodig om de stappen te zetten die voor ons belangrijk zijn."
'Daad bij het woord voegen'
Intussen werd afgelopen zaterdag werd op het Museumplein in Amsterdam door enkele honderden mensen geprotesteerd om aandacht te vragen voor de bezwaren tegen de komst van nog meer windmolens.
De demonstranten zien de berekeningen van de Groningse lector als een argument om het tij te keren. "We willen het bij de landelijke politiek neerleggen, want die hebben de mond vol, dat ze wind op zee willen zetten. Wij willen graag zien dat ze daar nu de daad bij het woord voegen", vertelt Joost de Groot van Windalarm Amsterdam.
Windmolens op zee
Martien Visser denkt ook dat meer windmolens op zee een goed idee is. "Ik denk dat dat ook beter is voor het energiesysteem. Voor de stabiliteit. Behalve dat de molens uit het zicht zijn op zee, waait het op zee ook veel vaker en veel langer. En dat betekent dat je een stabiel productiepatroon hebt."
Toch betekent het volgens hem niet dat er geen molens op land meer nodig zijn. "Er zijn veel gemeenten die energieneutraal willen worden. En dat red je niet met zonnepanelen op het dak van een sporthal."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.