Amateurarcheologen Gerben en Martin hebben in Twente 'een voor Nederland unieke' opgraving uit de zevende eeuw gedaan. De opgegraven sieraden, gouden en zilveren voorwerpen worden donderdag voor het eerst getoond in Rijksmuseum Twenthe in Enschede.

Het was toeval dat amateurarcheoloog Gerben ten Buuren en Martin van der Beek in april 2019 een bijzondere vondst deden in natuurgebied Springendal in Noordoost-Twente. "Eigenlijk hadden we op dat moment geen plekje om te zoeken, omdat de akkers waren ingezaaid", zegt Gerben.

Tremissis

"Een hele lange tijd vonden we niks, totdat Martin iets vond wat wel bijzonder was", vertelt Gerben, die in het dagelijks leven metaalbewerker is. "Een gouden muntje, een tremissis."

Zo'n munt komt uit de Merovingische periode, ergens tussen de zesde en zevende eeuw. "We moesten allebei even goed kijken, maar ik herkende het kruisje dat erop stond", zegt Gerben. "We zeiden 'wow' tegen elkaar. We hadden hier helemaal niks verwacht."

Gouden munten en sieraden

De amateurarcheologen besloten om verder te zoeken. Een maand later vonden ze nog eenzelfde soort munt. "Dan weet je dat het geen toeval is", zegt Gerben. "Dat is spannend. Toen we verder liepen, vonden we nog veel meer. Gouden munten en sieraden, allemaal uit de Merovingische periode."

In eerste instantie vertelden ze niemand over hun vondst. "Je wilt dat niet direct aan de grote klok hangen", zegt hij. "Uiteindelijk hadden we tien tot vijftien stukken goud gevonden. Dat is leuk, maar ook heel belangrijk om te melden."

Niet verwacht

Gerben en Martin belden naar Portable Antiquities of the Netherlands (PAN), een project van de Vrije Universiteit in Amsterdam dat particuliere archeologische vondsten vastlegt en in kaart brengt. Zij namen op hun beurt contact op met de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed.

"We stonden er wel van te kijken", vertelt archeoloog Jan-Willem de Kort van de Rijksdienst. "Het is heel bijzonder omdat we dit soort vondsten niet op deze plek hadden verwacht."

Gerben ten Buuren en Jan-Willem de Kort

Verplicht om te melden

"Het is knap van Gerben en Martin dat zij dit al die tijd stil hebben gehouden", zegt De Kort. "Mensen zijn verplicht om te bellen als ze iets hebben gevonden. Vaak doen ze dat pas als ze denken dat ze zelf niks meer kunnen vinden."

De wetenschappers van de VU en de Rijksdienst startten een eigen opgraving op het terrein van Staatsbosbeheer. "Tot een centimeter of 10 vonden we niks meer, omdat de metaaldetector dat meestal allemaal al heeft gevonden. Toen we verder gingen graven, kwamen we nieuwe vondsten tegen." De vindplaats was mogelijk een offerplaats.

Historische waarde

Hoeveel de schat waard is, is niet zeker. Het gaat om een paar gram goud, vertelt De Kort. "De vondst heeft vooral een historische waarde." Gerben en Martin zien niet veel van de échte waarde terug, omdat zij alleen iets terugkrijgen voor wat zij zelf hebben gevonden.

"De helft is voor de vinder en de helft voor de grondeigenaar", vertelt Gerben. "Maar ik ben een 'happy man'. De historische waarde is het allerbelangrijkst."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.