Ik loop door de woon- en slaapkamer, controleer nog even de badkamer en neem naast haar plaats aan de keukentafel. Of ik niets vergeten ben, vraagt ze. Nee, ik ben niets vergeten. Mijn twee tassen staan gereed in het halletje. Straks komen twee collega’s die elders koffie drinken, en dan gaat alles de auto in op weg naar Nederland. De twee maanden Berlijn zitten erop. Frau Schmidt die de woning aan mijn mij verhuurde neemt uit haar hip, klein koffertje papieren die we gezamenlijk doornemen. Ik zet mijn handtekening, en de borg van 600 euro wordt zo spoedig mogelijk op mijn rekening overgemaakt. Op de bank zit haar nieuwe aanwinst; een klein drie weken oud tekkeltje. Met grote ogen volgt hij elke handeling die ik verricht. Telkens als ik naar hem kijk moet ik lachen. Het is een koddig diertje dat alles met verwondering gade slaat. Alles is nieuw voor hem. Net zo nieuw als Berlijn voor mij twee maanden geleden was.
Op de kop af acht weken geleden betrad ik als “uitwisselingsjournalist” de nieuwsruimten van N24 en ProSieben in het hart van de stad. De collega’s waren aardig, buitengewoon aardig zelfs. Het werk daarentegen vond ik iets minder. Niet zozeer het nieuws maar de kijkcijfers staan bij hen voorop. Naast het brengen van, wat ik gemakshalve het harde nieuws noem, brengen ze uitvoerige reportages over onder meer autobeurzen, klein leed en het inmiddels wereldberoemde ijsbeertje Knut. Kranten als Bild en de Berliner Zeitung zijn helemaal leeggelopen op het knuffeldiertje, met als toppunt “Polizeischutz” voor Knut nadat een onverlaat telefonisch dreigementen had geuit..
Tijdens deze maanden heb ik de stad redelijk leren kennen. Waarschijnlijk zal ik niet snel meer de Rijksdag bezoeken. Vier maal ben ik met vrienden en collega’s de koepel gaan bezichtigen. Twee maal te veel dunkt me, maar iedereen die de hoofdstad bezoekt wil het bolwerk van de politieke macht zien, zo ook mijn bezoek. En terecht. Met jaarlijks drie miljoen bezoekers is het Berlijnse grootste toeristentrekpleister geworden. Ga voor een bezoek in ieder geval vroeg. Al rond de klok van 09.00 uur staat er doorgaans een rij van 100 meter. De wachttijd is dan ongeveer een uur. Neem een krantje mee om de tijd te doden. Het wachten is absoluut de moeite waard. Eenmaal boven zult u geen spijt hebben.
Er valt in Berlijn sowieso heel veel te zien. De stad telt een aantal prachtige musea. Alleen al op de Museeminsel in het centrum liggen vier grote musea (de vijfde gaat in 2009 open). Mocht u weinig tijd hebben dan is het Pergamon museum (Griekse en Romeinse kunst) en het Bode Museum (onder meer oude Italiaanse meesters) aan te raden. In de buurt van de Museeminsel ligt het mooie Deutsches Historisches Museum en voor wie meer tijd heeft is er in de buurt van de Potsdamer Platz, voorbij het Sony gebouw (ga er even naar binnen om iets te drinken en te genieten van de architectuur) de Gemaldegalerie. Het gebouw van buiten ziet er niet uit, maar de tentoongestelde werken zijn prachtig. Vermeer, Rembrandt, Titiaan, het hangt er allemaal.
Ik ken geen enkele wereldstad waar het leven zo relaxt is, en de restaurants zo goedkoop zijn als in Berlijn. Dat is niet alleen mijn waarneming, iedereen die mij bezocht viel het op. Uiteraard zijn er eetgelegenheden waar je voor een maaltijd meer dan 75 euro moet betalen en ongetwijfeld zijn er obers die je behandelen als uitschot, maar dat zijn uitzonderingen. Overal in de stad –ook in het centrum- kun je voor 10 a 20 euro goed eten, inclusief drank en koffie na.
Om de stad goed te leren kennen ben ik gaan fietsen. De meeste fietsverkopers verhuren rijwielen voor ongeveer 15 euro per dag. De borg bedraagt 100 euro. Ik huurde mijn fiets in de Kulturbrauerei in de Knaackstrasse. Het voordeel is dat je daar kan lenen tot 20.00 uur (op de binnenplaats van de Brauerei kun je op zomerse avonden aan brede tafels heerlijk bier drinken). Vooral het fietsen over de brede Karl Marx Allee, waar vroeger onder het toeziend oog van Ulbricht en later Honecker parades werden afgenomen, is een lust. Voor iedereen die dit liever niet doet en liever lekker lui een pilsje drinkt, zijn er de talloze terrassen in Prenzlauer Berg en in Kreuzberg. Laat boekjes zoals de Lonely Planet af en toe in de tas, loop de buurten in, doorkruis Tiergarten of prachtige parken zoals het Victoriapark in Kreuzberg of het Volkspark Friedrichshain in de gelijkgenoemde wijk en geniet. Vooral de zondagochtenden in deze wijken zijn een feestje. In veel gelegenheden bestaat de mogelijkheid om tot 16.00 uur te ontbijten, en dan heb ik het echt over groots ontbijten voor het luttele bedrag van acht euro exclusief drankjes.
Het is altijd aardig om je een beetje te weten van de stad of het land dat je bezoekt. Naast de nodige reisboeken en boekjes over Berlijn wil ik vier werken uitlichten die gaan over de recente geschiedenis van Duitsland en Berlijn: de historicus Ian Kershaw heeft het standaardwerk geschreven over Hitler, eenvoudig “Hitler” getiteld, Antony Beevor schreef een prachtig boek over de val van Berlijn, voor degenen die meer willen weten dan alleen maar het Derde Rijk is er het boek van Frits Boterman “Moderne geschiedenis van Duitsland 1800-heden” en voor mensen met minder tijd, die toch veel aan de weet willen komen is er het uitermate plezierige boek “Boze geesten van Berlijn” van oud-correspondent Philippe Remarque. Als u gaat: veel plezier.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.