
79 procent van de Overijsselaars vindt dat paasvuren moeten blijven
Het is bijna pasen en dan zijn er op veel plekken paasvuren. Een deel van die vuren wordt dit jaar verboden vanwege de droogte. We vroegen inwoners van Overijssel, een provincie met veel van deze paasvuren, of ze niet helemaal verboden moeten worden.
De uitslag is duidelijk; paasvuren mogen van de Overijsselaars niet verboden worden. Een ruime meerderheid (79 procent) zegt dat de vuren moeten blijven bestaan. De paasvuren zijn een eeuwenoude traditie en die is belangrijk, zeggen de meesten. 18 procent vindt wel dat de tijd rijp is om een einde te maken aan de traditie.
'Milieu geen reden'
Dat de vuren slecht zouden zijn voor het milieu en de gezondheid, is voor velen geen reden om de vuren dan maar af te schaffen: "Dit is maar eens per jaar, dus zo erg kan het niet zijn," aldus een deelnemer.
Voor anderen wegen het belang van de traditie en de plek op de Unesco-lijst (paasvuren zijn Immaterieel Cultureel Erfgoed) op tegen de schade. De plek op de Unesco-lijst maakt officieel verbieden in de praktijk bovendien heel lastig.
'Dat Randstedelingen geen vuren kunnen bouwen, zegt niks over Tukkers'
En voor wie denkt dat de paasvuren vergeleken kunnen worden met het vreugdevuur waarmee het op nieuwjaarsdag in Scheveningen fout ging - de Overijsselaars willen daar niets van weten. Iemand zegt: "Als echte Tukker houden wij vast aan de traditie en branden we geen pallets op zoals in Scheveningen. Er wordt niks verspild, daar kunnen ze in Den Haag nog wat van leren."
Een ander: "Zeker weten Randstedelingen met kritiek op ónze traditie. Dat ze zelf geen vuren kunnen bouwen, zegt niks over Tukkers."